Dit artikel verscheen oorspronkelijk in 2014.

‘Voor wie zijn we?’ vraag ik aan mijn vriendin. De praktijk mag dan zo nu en dan volstrekt anders uitwijzen, ik blijf de twee mensen die op dit moment naast elkaar zitten te staren naar een joekel van een teevee nog altijd stug beschouwen als een we. ‘Liefje?’ Een stevige teug bier verdwijnt in haar keel, ik zie haar lippen bewegen, ik hóór de woorden, maar haar antwoord helpt me nauwelijks. Ik verzoek om meer duidelijkheid: ‘Welke kleur?’ Aha. ‘En welke kant moeten die op?’

Op het scherm holt een handjevol sportief ogende mannen heen en weer. Mijn geliefde kijkt ernaar, brult zo nu en dan een krachtterm, ze kreunt en juicht op voor mij tamelijk willekeurige momenten en ik kijk naar háár.

Er valt heus een boel positiefs te vertellen over mijn vriendin en als ik een contactadvertentie met al haar jubelwaardigheden zou moeten schrijven, dan zou ik dat dus mooi niet doen, want ik wil haar voorgoed bij mij.

Maar toch, zelfs dit magnifieke schepsel heeft zo haar merkwaardigheden en één van die merkwaardigheden is dat zij – in weerwil van de natuur – een liefhebber blijkt te zijn van voetbal.

Pas vrij laat in onze relatie kwam ik achter dit productiefoutje en natuurlijk weet ik dat sommige kerels een moord zouden doen voor een vrouw met zo’n masculiene hobby, maar voor het plegen van een moord ben ik helaas dus nét wat te teergevoelig.

Ach ja.

Ik laat haar maar.

Voor zover ik kan, kijk ik met haar mee. Ik loer vanuit mijn ooghoeken, ik peil haar emoties en doe mijn uiterste best overtuigend mee te joelen. Deels omdat ik haar uiteraard in álles steun, deels omdat ik daar uiteindelijk ook zelf profijt van heb.

Begint zij namelijk écht vanuit haar tenen te krijsen, dan begrijp ik dat ze het doelsaldo al voor de zoveelste keer precies juist heeft voorspeld. Vooralsnog staat ze bovenaan in de pool en stel dat ze dit tot het einde weet vol te houden, dan wint ze bij dit illegale goksyndicaat maar mooi een flinke smak geld.

Ik heb haar subtiel gevraagd wat ze daarmee van plan zou zijn. ‘Wat zou jij willen?’ fleemde die schat toen, want ze begrijpt best dat het na al mijn water bij de wijn straks natuurlijk weer hoog tijd is voor een stevige portie we-time.

Ik twijfel nog een piepklein beetje over wat we dan precies samen moeten doen, maar ik overweeg maar eens stoer aan te sturen op een high tea, een chocoladefondue of - effe-lekker-de-boel-de-boel – een knus beauty-arrangement, waarbij ik fijn mijn nagels kan laten doen.