Reisgezelschap

Dat reizen een goede manier is om nieuwe mensen te leren kennen, was misschien al bekend. Maar hoe kan het toch zo zijn, dat ik het vaak tref met de mensen die ik ontmoet? Wanneer ik alleen reis, heb ik toch het liefst iemand in de buurt waar ik tegen aan kan praten.

Zo ook deze terugreis. Dacht ik lekker alleen te zitten in het vliegtuig, vraagt een goed Engels sprekende, leuke Italiaanse jongen of hij naast me mag komen zitten. Ach, daar zeg ik nooit nee tegen en na vijf minuten hadden we al een leuk gesprek. Toch wel weer grappig dat één van de eerste dingen die hij wilde weten was of ik een vriendje had (mannen, toch). Ook al was mijn antwoordt ja, het schrok hem niet af en we zijn samen nog verder gereisd naar Milaan waar onze wegen werden gescheiden. Hij naar Turijn en ik weer terug naar mijn gezellige, kleine stadje.

Ooit, ooit, ooit…
Afgelopen zomer heb ik nog zo’n leuke ontmoeting gehad. Wederom in het vliegtuig, waar ik tijdens het in- en uitstappen wegens een lege benzinetank (Wie laat er nou passagiers instappen als je nog niet eens getankt hebt?) naast een groepje jongens stond. Van het één kwam het ander en ik raakte in gesprek met een hele mooie jongen. Ik heb hem verder niet meer gesproken in het vliegtuig, maar toen ik aan het wachten was op mijn bagage, vroeg hij mijn nummer.

Hij vond me er wel gezellig uitzien en vroeg of we misschien een keer wat konden drinken in de weken dat ik thuis was. Ach, waarom niet dacht ik toen en heb, toen ik in Amsterdam was met mijn vriendinnen, een avondje met hem gedate. Ontzettend spontane gozer en ik wilde hem graag weer eens zien. Het plan was om hem te ontmoeten afgelopen week, maarja, ik ben zo trouw als een hond als het om relaties gaat. Heb hem netjes een mailtje gestuurd dat daten niet doorging. Maar ach, wie weet ooit, ooit, ooit in de toekomst?