Hostellife

Het slapen in een hostel is anders dan alle vormen overnachten op vakantie die ik tot nog toe heb meegemaakt. In een tentje ben je toch vooral knus samen, is je zaklamp je leeslampje en zijn de tochten naar de douches na een avondje wijn drinken altijd erg confronterend. In een hotel is het leven, bijna, altijd luxe en ontspannen, kan je na een dagje shoppen uren rondjes voor de spiegel draaien en daarna in het veel te grote bad hangen. Maar in een hostel is alles anders. Zo slaap je met heel veel vreemde mensen in een kamer, soms zelfs in een stapelbed. Dit zorgt ervoor dat je wordt geconfronteerd met het gesnurk van dat meisje naast je, de beertjespyama van die mooie jongen en het wel erg roze boek van je bovenbuurman in het stapelbed, voordat je weet hoe ze heten. Iedereen is eigenlijk heel kwetsbaar in zo'n situatie. Iedereen hoort het als je over je eigen broek struikelt bij veel te late binnenkomst, omdat die goedkope wijn toch eigenlijk best lekker was. Als je wakker wordt met verdwaalde mascara op je wang kan iedereen, ook die mooie jongen, het direct zien. Het voordeel van deze een beetje beschamende situaties is dat iedereen ze heeft en daardoor begin je veel makkelijker een gesprek met elkaar. Zo wordt de taal van het boek dat iemand aan het lezen is een goed aanknopingspunt voor een gesprek over het thuisland en daarop volgend de familie. Daarnaast gaat iedereen 's avonds uit, dus zo rond etenstijd begint iedereen tezamen plannen te maken. Wij bevinden ons inmiddels al een weekje in Cairns (waar het winkelen onverwacht ineens heel goed lukt, ahum) en hebben in en buiten onze kamer inmiddels de nodige vrienden gemaakt. Cairns is heel klein en dus kom je de hele tijd iedereen overal tegen. Helaas ook de glijende Italianen en motorrijdende locals, maar dat terzijde. Dit maakt dat we ons al prima thuis voelen. In Amsterdam kom ik bijna nooit bekenden tegen op straat, maar hier lopen we de hele dag vriendelijke lachend over straat. Ook onze stapelbed- en kamergenoten vormen een vast onderdeel van deze groep. De vrolijke gezelligheid van deze stad en het hostelleven kan helaas niet eeuwig duren. Morgen vliegen we verder naar Hong Kong, waar we in een gigantisch hotel zullen slapen. Een stuk minder gezellig, geen vreemde pyamapakjes meer en geen mogelijkheid om het slechte roddelblad van je roomie te lenen. Aan de andere kant klinkt een eigen badkamer met bad wel heel fijn nu de vakantie langzaam maar zeker op een einde loopt. Nu Australië al zo thuis voelt zal het wel wennen zijn. Ineens niet meer uitslapen, maar in drie dagen zo veel mogelijk zien. Niet meer vrienden worden met de lokale Crockodile Dundee, maar op de foto met veel veel te vrolijke Chinezen. En daarna, nog veel enger, weer gewoon terug naar mijn oude leventje in Nederland. Maar daar denk ik voorlopig nog maar even niet aan. Nu eerst al mijn spullen in mijn rugzal proppen, het laatste biertje drinken met onze roomies en morgenochtend om 5 uur in de taxi naar het vliegveld. Bye, bye Australia, hello Hong Kong!