Veel sporten is niet voor iedereen weggelegd. We snappen het. Maar het vastgestelde minimum (eenentwintig minuten per dag, best schappelijk toch?) aan beweging heeft dus best wel heel veel invloed op je levensduur. The New York Times vatte twee grote studies samen die ingingen op dit onderwerp en de cijfers liegen er niet om:

IN DE STUDIES
Werden de beweeggewoontes van 660.000 volwassenen afgezet tegen de sterftecijfers van die groep. In een tweede  onderzoek werd gekeken naar de mate van beweging (matig of explosief) en de invloed op de cijfers uit onderzoek nummer één.

http://24.media.tumblr.com/3a1d98117232aab78fe26fe226f307f7/tumblr_mrf295X0FO1sov88qo1_500.gif

WAT BLIJKT?
Er valt dus best wel wat lering te trekken uit dit onderzoek. We vatten samen:

> Goed nieuws voor asportievelingen: álle beetjes helpen. Minder dan de aanbevolen hoeveelheid bewegen, maar toch een béétje actief zijn (dat ministukje fietsen heen en terug naar werk, bijvoorbeeld) verlaagde het overlijdensrisico van de proefpersonen al met 20%. Hurray!

> Maar toch: hoe méér beweging, hoe beter. De groep die vier of vijf keer actiever was dan die eenentwintig minuten per dag had een negenendertig procent (!) lager overlijdensrisico. En ja, dat is véél.

> Voor jezelf af en toe flink in het zweet werken valt ook wat te zeggen. Bij mensen die genoeg bewogen, en waarbij dertig procent hiervan explosief was (lees: zweetdruppels, tomatenhoofd) was het risico op overlijden negen procent lager.

> En meer dan dertig procent van je totale beweging in hijg- en pufmodus? Dan was dit risico al dertien procent lager. Bovenop die daling van punt twee dus. You do the math.

EN NU?

Fietsen en (trap-)lopen: SOWIESO! En af en toe naar de sportschool of een rondje rennen, ook al is het één keer per week, heeft al groots effect.

Meteen goed beginnen? Dit is hét fitnessfenomeen van het moment >

En dit zijn nou de grootste fabels over gezond eten en sporten >