Een tandje terug. De vaart eruit. Kalm an. Hoe u het ook wilt noemen: het mag wat minder. Minder snel. Minder gehaast. Bewuster. Met dat idee nam ik de uitdaging van beautylabel V. met twee handen aan en dook vol overgave in een challenge:

Een week lang doe ik het rustig(er) aan. En dat is heus lastiger dan het lijkt.

Peutervoeren heeft voorrang. Mijn eigen bord hark ik onderwijl vakkundig leeg.

Welbewust begon ik dag één met een fysieke slow down. Waarvan hier verslag. Vandaag staat op de planning dat ik weet wat ik eet. Wat niet zozeer met bewustwording of vijftig keer extra kauwen te maken heeft. Meer met het functionele voedingspatroon wat ik eropna hou. De maag moet gevuld, de motor moet branden.

Ter illustratie: doorgaans fungeer ik tijdens de huiselijke ochtendspits als menselijke afvalbak. Restjes broodkorst en overblijfselen pap spoel ik weg met twee bakken koffie. Niet meer. Dan ga ik trillen. Eenmaal op de redactieburelen stil ik een rommelende maag met crackers en kaas. Of pindakaas. Net wat voorhanden is.

's Middag ren ik langs de schappen van de supermarkt om de hoek, waar ik soms, heel soms, het weinig creatieve broodje+beleg afwissel met een voorverpakte salade. Om die vervolgens al redigerend naar binnen te schuiven.

Het avondmaal is niet anders. Peutervoeren heeft voorrang. Mijn eigen bord hark ik onderwijl vakkundig leeg. Ik proef de liefde die mijn culinair begaafde man erin heeft gestopt heus wel. Maar meestal ben ik drukker met puinruimen. Een hongerig meisje van anderhalf eet nog niet netjes, moet u weten.

Kleine kanttekening. In het weekend is het anders. Dan bak, kook en scramble ik in alle vroegte eieren (uweetwel, de menstruatie van een kip, zijn we dol op) als de beste. Bovendien gaan man en ik regelmatig goed uit eten. Zijn we ook dol op.

Broodje op de bank, uitzicht op de Bloemenmarkt, zonnetje op de benen, lievelingsblaadje op schoot. Wat een goed idee.

Op het laatste na klinkt dit alles niet bijzonder culinair uitdagend. Dat besef ik me zeker. En dat gaat vandaag anders. Hoogtepunten van de dagje bewust eten:

Ontbijt 1. Doe maar rustig aan hoor! Gil ik naar het douchende gezelschap boven. En smeer nog een knapperig beschuitje. Tegen alle ochtendregels in ga ik aan tafel zitten en eet het op. Met koffie nummer twee. Zie je, het kan best. Dit ontbijt duurt drie zalige minuten tot ik iets over een duploblokje hoor vallen.

Lunch. Ik lunch op kantoor in een poging het experiment zo normaal mogelijk te houden. Maar anders dan anders. Het ging ongeveer zo:

Rustig speurde ik de winkelschappen af naar beleg voor het Franse stokbroodje. Geheel tegen mijn verwachtingen (of persoonlijke voorkeur) in werd het een bakje krabsalade. Het broodje prepareerde ik in de redactiekeuken. Niet boven het toetsenbord. Eten deed ik het ook niet achter de computer (!), maar in ELLE's huiskamer. Broodje op de bank, uitzicht op de Bloemenmarkt, zonnetje op de benen, lievelingsblaadje op schoot. Wat een goed idee.

Bonus: ik keerde terug naar een kruimelvrij bureau.

Avondeten. Hier had ik me vast op voorbereid. Een beetje valsspelen voor het goede doel mag vast, dacht ik. Boven alles moest het avondmaal gevierd worden alsof het 't laatste was.

Oppas? Check. Tafeltje bij lievelingsrestaurant Marius? Check. Valsspelen? Beetje wel, maar ook verschrikkelijk lekker.

Had de dag dan ook een dieptepunt?

Ja. De crackers met kaas om tien besloot ik ook in de huiskamer te nuttigen. Eenmaal geïnstalleerd en kauwend bleek ik leesvoer vergeten. Mobiel had ik doelbewust (want rust) niet meegenomen. De gordijnen zaten dicht (zon = overlast). Geen uitzicht. Dit is saai, dacht ik nog. Twee minuten later zat ik weer achter het scherm. Welbewust van het feit dat ik zojuist twee crackers met kaas had gegeten.

Dat dan weer wel.

Morgen: is het mamadag? Of een dag voor mama?

Dag één gemist? Dat was me wat. Je leest het hier.