Normaal gesproken kan er niet veel verkeerd gaan als je water drinkt. Genoeg water kan je helpen te voorkomen dat je te veel eet en helpt je meer calorieën te verbranden. Maar vergis je niet: er zijn ook momenten waarop je je waterflesje beter niet kunt aanraken...

1. Als je al heel veel water hebt gedronken

Het komt bijna nooit voor, maar het kan dat je te veel water drinkt en daarmee je gezondheid in gevaar brengt. Als je erg veel water drinkt, kun je de natuurlijke zoutbalans in je lichaam verstoren, waardoor je een tekort aan natrium kan krijgen, ook wel hyponatriëmie genoemd. Een goed voorbeeld vind je bij marathonlopers: wanneer zij de hele race lang water blijven drinken (of erna), gaan hun cellen zwellen, waardoor ze misselijk kunnen worden, gaan overgeven, een beroerte kunnen krijgen of zelfs kunnen overlijden. Daarnaast kan hyponatriëmie ook worden veroorzaakt door lever-, nier-, hart- of hypofyseproblemen en bepaalde medicijnen, zoals plastabletten, antidepressiva en pijnstillers.

2. Als je urine doorzichtig is

Hoe weet je nu precies of je genoeg water hebt gedronken? Precies: door een bezoekje aan het toilet te brengen! De kleur van je urine is een goede indicator voor of je nog meer of juist wat minder water moet drinken. Is je urine lichtgeel, vergelijkbaar met de kleur van limonade? Dan ben je op dit moment optimaal gehydrateerd! Is je urine nagenoeg doorzichtig? Dan heb je al meer dan genoeg water gedronken vandaag en kun je best iets minderen. Als je urine donkergeel is, wordt het juist tijd dat je naar je glas grijpt.

3. Als je een grote maaltijd hebt gegeten

Je kent dit trucje vast wel: door een glas water te drinken voor je gaat eten of als je trek krijgt, zorg je ervoor dat je iets minder gaat eten. Het water neemt immers wat plek in in je maag, waardoor je wat minder trek krijgt. Maar om dezelfde reden kun je het beste niet te veel water drinken als je een grote maaltijd gaat eten of net hebt gegeten. Hierdoor kun je namelijk een pijnlijke en opgeblazen buik krijgen, omdat je eigenlijk niet genoeg ruimte in je maag hebt voor zowel die flinke hamburger als dat enorme glas water dat je net naar binnen hebt gewerkt.

4. Als je een lange, super intensieve work-out doet

Door te zweten verliezen we natrium en kalium. Als je bezig bent met een flinke zweetsessie, zul je deze cruciale voedingsstoffen dus moeten aanvullen. And guess what... die ga je niet vinden in normaal water. Nu hoef je ook niet gelijk naar je suikerrijke sportdrankje te grijpen: kokoswater bevat van nature veel kalium, magnesium, natrium en vitamine C, maar minder calorieën en meer vezels dan je zoete oppepper of plain old water.

5. Als het water zoeter is dan echt water

We begrijpen het best hoor. Waarom zou je voor saai en smaakloos water kiezen als je tegenwoordig ook zoveel watersoorten hebt met lekkere en aparte smaakjes? Waar je vaak niet bij stilstaat, is dat deze drankjes meestal op smaak worden gebracht met zoetstoffen, die door onderzoek regelmatig worden geassocieerd met een vergroot hongergevoel. Wil je toch graag water met een smaakje drinken? Maak dan je eigen heerlijke variant met verse groente- en fruitsoorten, zoals citroen, limoen, komkommer, watermeloen, aardbeien of munt.

Bron: Women's Health