Dagdromen wordt als lief gezien, als romantisch soms, als inherente eigenschap aan bijvoorbeeld het kunstenaarschap, maar als efficiënt: nee, niet zo.
Onterecht misschien wel, want nu blijkt dat dromerige types juist op het gebied van efficiëntie wat te bieden hebben. Volgens een nieuw onderzoek van wetenschappers aan het Georgia Institute of Technology is het helemaal niet erg als je gedachten af en toe afdwalen en je op een roze wolk de droomwereld intrekt, want dagdromers hebben een superefficiënt brein.
Hoe het zit
Voor het onderzoek werden 100 proefpersonen verzameld die allemaal door een MRI-scanner gehaald werden. Daar moesten ze allemaal vijf minuten lang naar één punt kijken. De wetenschappers keken ondertussen naar de hersenactiviteit van de proefpersonen om vast te stellen welke hersenonderdelen met elkaar samenwerkten in alerte, maar ook in ontspannen toestand. De patronen bleken gerelateerd te zijn aan verschillende cognitieve capaciteiten, zoals problemen oplossen en verbanden zien.
Door middel van vragenlijsten die de deelnemers moesten invullen, werd gekeken of de resultaten van de MRI's overeen kwamen met de mate van dagdromen. Uiteindelijk bleken de deelnemers die het vaakst dagdromen ook hoger te scoren op creativiteit en intellectueel vermogen. Hun hersenen werken efficiënter dan die van mensen die minder vaak dagdromen.
Je gedachten de vrije loop laten kan fijn en nuttig zijn, maar wel tot op zekere hoogte: het kan namelijk ook omslaan in piekeren en dat is een stuk minder prettig. Je komt dan namelijk in een cirkeltje van negatieve gedachten waar je moeilijk uitkomt. Dat is niet alleen slecht voor je focus, maar ook voor je gezondheid, zo blijkt uit onderzoek van psycholoog Bart Verkuil. Je lichaam maakt geen onderscheid meer tussen een echte stressvolle gebeurtenis en het denken aan een stressvolle gebeurtenis. Het reageert dus hetzelfde en je stress-systeem blijft aan. Gelukkig kun je piekeren goed aanpakken: zo stop je met dat eeuwige piekeren.
Bron: Women's Health
