DE MEISJESKAMER

Nog nooit heb ik zo'n omstandig plan beraamd om iemand te verleiden. Ik had haar mee uit kunnen vragen, of een drankje aan kunnen bieden – ze zou ja gezegd hebben. Maar ik scheurde bierviltjes aan stukken en zei tot mijn eigen verbazing: 'Ik schilder. Ik werk aan een serie en ik zoek een model. Kun je me helpen?'

Ja, ik fabriceerde een ambitie om een andere waar te maken, nou en?

Ik moet op tijd de olieverf open schroeven – de vergroeide deksels zullen mijn magere scheppingsdrang verraden. Titaanwit, Ultramarijn blauw en Schevenings geel kan ik met wat geweld nog openwrikken, maar Magenta is onverzettelijk. Ach welja, blauw zal ze worden, ik doe gewoon alsof het een artistieke keuze is. Zal ik mijn ochtendjas klaarleggen, wijnglazen neerzetten? Nee, de voorbedachten rade mag niet te voorbedacht lijken. Met nog een uur te gaan voor ze komt drink ik twee glazen wijn, google ik 'how to work with a nude model' en app ik een lesbische vriendin. 'Doe bij haar wat je zelf ook leuk zou vinden en kijk of ze daar wat aan vindt.'

Heb je honger? vraag ik maar, terwijl ze haar laarsjes uitschopt – waarom had ik niet gewoon aangeboden voor haar te koken? Ik had overdadige gerechten kunnen maken, en genoeg desserts om dagen mee binnen te kunnen blijven. Ik vraag waar ze ook alweer werkt terwijl ik de wijn inschenk (iets met probleemjongeren, hoewel je dat zo niet zeggen mocht) maar veel tijd voor omhaal maakt ze niet. 'Zal ik me maar omkleden?' Ja, ik geef je een ochtendjas, zeg ik, en ze volgt me naar mijn slaapkamer. 'Echt een meisjeskamer,' zegt ze.Ik ben ook een meisje, zeg ik, en sluit de deur ten teken dat ik de codes van het vak ken.

'Draw me like one of your French girls,' citeert ze lachend Titanic als ze de deur naar de woonkamer openzwaait. 'Waar wil je me hebben?' Waar zal ik haar laten poseren, die blauwe vrouw? Ik probeer te kijken alsof ik aan composities denk. De meisjeskamer, zeg ik en ze loopt voor me uit, lange benen onder de te korte jas. Ik sleep de ezel met vers schetspapier erop achter me aan. Het is stil in de meisjeskamer. Ze zit tegen de muur achter het bed, mijn roze ochtendjas ligt open over een andere buik, bruin en zacht.

Niets aan wat ze doet is toevallig, het deint, van lief naar streng en van loom naar fel.

'Drapeer me maar zoals je wil,' zegt ze, en ze laat zich inzakken als een mooie lappenpop. Ik leun over haar heen, ruik een parfum dat ik uit winkelstraten ken en buig een van haar benen zodat hij tegen haar buik aankomt. Bij haar lies zie ik het restant van een zonvakantie in de overgang van zandkleurig naar melkachtig. Ik kijk, ik bestudeer haar als een schilder, heus wel. Ze legt haar hand onder mijn kin en kijkt me spottend aan. Wat had ik gedacht, uren schetsen terwijl we over taartrecepten praten en make-up? Ze drukt haar open mond op de mijne en trekt me met een ruk aan mijn shirt naar zich toe.

Zíj heeft een plan, niet ik, en ik laat het haar uitvoeren. Ze draait me op mijn rug zodat ze op me zit en gooit de ochtendjas op de grond. Niets aan wat ze doet is toevallig, het deint, van lief naar streng en van loom naar fel. Ze bedient ritsen, knoopjes en haakjes terwijl ze wat ontbloot is kust. Ik probeer me op te richten maar ze grijpt mijn polsen en houdt ze boven mijn hoofd in het matras. 'Ik ben bezig,' zegt ze voor ze loslaat, alsof ik me niet met de zaak moet bemoeien, en ze daalt af. Ze drukt met haar lange vingers op mijn buik en sluit haar mond om me heen tussen mijn benen. Ik neem mentale foto's met een lange sluitertijd. Ze wordt onscherp. Onthou dit, niet vergeten. Later ga je schilderen, later wel. Er komen veel kleuren in me op, maar geen van allen zijn ze blauw.

Emma Curvers is naast schrijfster ook columniste en debuteerde in 2014 met Iedereen kan schilderen. Ze werkt nu aan een tweede boek en in haar vrije tijd schildert ze. emmacurvers.nl Dit verhaal verscheen oorspronkelijk in ELLE