Het is wat, met liefde. Maandelijks bericht een man erover in ELLE. Nu het einde van het jaar nadert gooien we de zielenroerselen van 2015 in de herhaling. Vandaag is schrijver Ernest van der Kwast aan zet.

Vijftig is goud, zestig is diamant, zeventig is platina. Daarna worden de adjectieven mythisch: albast, eiken, graniet. Maar een negentigjarig huwelijk haalt niemand. Tegenwoordig is tien jaar al een overwinning.


‘Je oma valt op mannen met een rijbewijs,’ zei hij.

Je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om niet te trouwen, of juist meerdere keren. Mijn oma stapte onlangs voor de vierde keer in het huwelijksbootje. De familie wist van niks. Ja, dat haar vorige echtgenoot in de winter was overleden op Lanzarote, en dat er geen geld was om zijn lichaam te repatriëren. De derde man van mijn oma is dus op de Canarische eilanden begraven. Ik verbeeld me dat zijn rustplaats niet ver van zee ligt. De wind is zout, de aarde van vulkanische klei. Op zijn steen staat een vaas met plastic bloemen: chrysanten die nooit zullen verwelken, maar wel verbleken in de zon.

Het zou niet lang duren voordat mijn oma een nieuwe man aan de haak had geslagen. In de lente viel bij ons een huwelijkskaart in de brievenbus. Het was geen uitnodiging, maar een kennisgeving: mijn oma was getrouwd met ene Joop. Je denkt aan liefde als iets wat kan groeien, dat per huwelijk almaar mooier wordt, steeds volmaakter. Maar volgens mijn vader had het weinig met liefde te maken. ‘Je oma valt op mannen met een rijbewijs,’ zei hij. ‘Ze moeten haar naar de supermarkt of de bloemist kunnen brengen.’


Ze is inmiddels negentig jaar. Haar mannen zijn altijd jonger.

Het maakt haar niet uit wat voor soort auto ze hebben. Misschien ziet ze het verschil tussen een Honda en een Maserati ook niet meer. Ze is inmiddels negentig jaar. Haar mannen zijn altijd jonger. Maar om van toyboys te spreken gaat te ver. Haar vierde echtgenoot is 82 jaar.

Mijn kinderen (vier en zes jaar) houden de tel niet meer bij. Bij de laatste visite spraken ze de vierde echtgenoot van mijn oma aan bij de naam van de derde. ‘Ik ben niet Koos,’ zei de man. ‘Ik ben Joop.’ Mijn jongste zoon begreep het niet. ‘Waar is Koos?’ vroeg hij. ‘Die is op Lanzarote,’ antwoordde mijn oma. Het was heel even stil, maar toen zei mijn oudste zoon: ‘Is hij nog op vakantie?’ Mijn oma schudde haar hoofd. ‘Joop is dood,’ zei ze. Ze bedoelde Koos, maar ze haalde wel vaker de namen van haar echtgenoten door elkaar. ‘Ik ben niet dood,’ zei Joop tegen mijn kinderen. ‘Dat weten ze ook wel,’ reageerde mijn oma. ‘Jan is dood.’ Jan was haar tweede echtgenoot, die aan een hartinfarct was overleden. Joop schudde nu zijn hoofd. ‘Jan is dood,’ zei hij, ‘maar hij ligt niet op Lanzarote.’ Mijn kinderen keken wat glazig voor zich uit. ‘Waar is Jan dan?’ vroeg mijn jongste zoon uiteindelijk. ‘Dat is een goede vraag,’ zei mijn oma.

Op de terugweg hadden we veel uit te leggen aan onze zoons. De vragen werden op ons afgevuurd. Of oma ook nog een vijfde keer zou trouwen? Of Joop dan op vakantie zou zijn? Of wij ook een keer naar Lanzarote zouden gaan? We probeerden de vragen zo goed mogelijk te beantwoorden. ‘Zijn er ook mensen die altijd bij elkaar blijven?’ vroeg de oudste toen opeens. Ik knikte vanachter het stuur, en vertelde over het gouden huwelijk, en daarna over dat van diamant en van platina. Ze wilden natuurlijk weten wat daarna kwam. De mythische huwelijken. ‘Negentig jaar haalt niemand,’ zei ik, ‘maar het huwelijk kan wel van graniet zijn.’

Ernest van der Kwast (1981) is schrijver. Hij brak door met de autobiografische roman Mama Tandoori. Begin dit jaar verscheen zijn roman De ijsmakers.

//

Ik heb al ruim tien jaar verkering.
('Elf!' hoor ik haar in gedachten schreeuwen.)
We zijn beiden 23.
Mijn probleem is dat het vrijgezellenleven mij nogal aanspreekt.

Lees verder... >