Je was er niet vanochtend. Net als de dagen ervoor. En alle dagen, weken en maanden daarvoor.

Ik had je op deze ochtend willen vertellen dat ik je mis. Dat deed ik ook, een soort van, het missen en het je vertellen. Alleen hield van alles me tegen. En dat is maar beter ook.

Je vraagt je af waarom het uit is, heb ik begrepen. Vanuit de vage sms-conversaties maak ik op dat jij ook nog aan mij denkt, vooral om 03.00 uur ’s nachts. Dat je dan naar me verlangt, naar dat lichaam dat je omschrijft als een grot van alles wat duivels is. Soms sms je ook iets met heel veel onbeduidende tekens of een naaktfoto van een één of andere griet. Ik denk dat je dan een ander soort van missen ervaart.

Schrijf me een brief, leg het dan uit, schreeuwde je terwijl je een verloren sok in je tas frommelde, vlak voor vertrek. Welnu, ik leg het je uit.

Maar wat heb je eraan om het te weten? Dat ik je ook mis, je schreeuwen, je stinken en je ondoenlijk slechte humeur?  Bij het voorbijgaan van de minuten, het ontbijt,  de lunch en het avondeten. Altijd wel. Wat heb je eraan te weten dat ik alles wat rot was, mis?

Nooit meer. Weet je nog dat we dat tegen elkaar zeiden terwijl alles om ons heen instortte? Letterlijk. Ik bedoel: boekenkast, deur, schilderij. Wij moeten echt nooit meer samen zijn, het waren de eerste weloverwogen en vooral wijze woorden sinds de start van ‘ons’. Ik haat je, zeiden we beiden simultaan. Jij in andere woorden dan ik. Jij voegde er nog aan toe dat ik een enorme hoer was. Want dat was ik, volgens jou, eigenlijk altijd. En ik vond jou een enorme klootzak, en ook dat was je, volgens mij, altijd.

Als er twee mensen zo weinig voor elkaar waren gemaakt, dan waren wij het wel.

Behalve dat ik je knap vond, bij vlagen. En slim, slimmer dan iedereen. En de liefste. Ergens vond ik je de liefste. En dat je dat ook van mij vond. Alleen als we net seks hadden gehad.

Mag ik je alsjeblieft voor altijd haten?, wilde ik je vragen terwijl je in de weer was met die onvindbare sok. Je zou zeker ja hebben gezegd. ‘Ja, ik zal voor de rest van mijn leven jou het meest haten.’ En daarom is het uit.

Je was er niet vanochtend en je zal er nooit meer zijn.

>SCHRIJFWEDSTRIJD
Geïnspireerd? Schrijf een liefdesbrief die betovert en ontroert.  De liefdesbrief aan die ene die ooit is geweest en had moeten blijven of die misschien wel nooit zal komen. Houd het ELLE februarinummer in de gaten voor de voorwaarden van de schrijfwedstrijd.