Hij komt binnen gelopen, begroet mij, bestelt een biertje en vraagt of ik ook wat wil drinken. Het voelt iedere keer weer alsof ik zenuwachtig ben als hij tegenover mij zit. Hij kijkt mij aan met een intensieve blik, zijn helder blauwe ogen en zijn donkere wenkbrauwen. Zijn lach, oh zijn lach, als ik er alleen al aan denk moet ik glimlachen. Als hij heel hard moet lachen slaakt hij een soort van kreet uit, daar moet ik dan wéér om lachen. Ook slaat hij zijn armen om zichzelf heen, alsof hij zijn blijdschap in toom probeert te houden. Ik hou van die lach.

Er gaat geen dag meer voorbij dat ik niet aan hem denk, alsof hij zich heeft gemanifesteerd in mijn hersenpan. Zich tussen mijn gedachten heeft gewrongen, zich eigen heeft gemaakt met de verschillende processen die zich afspelen en een manier heeft gevonden om daar deel van uit te maken. Soms vraag ik mij weleens af hoe een leven zonder hem zou zijn, om dan vervolgens mijn hoofd te schudden. Hoewel het geen afhankelijkheid is, heb ik het gevoel dat ik onaf zou zijn zonder hem. Dat ik zuurstof niet goed in zou kunnen ademen noch uit zou kunnen blazen, dat mijn longen vast blijven zitten bij het idee van zijn afwezigheid.


Lof aan de man zich zoenend een weg naar beneden baant met de gretigheid van een vijftienjarige en de precisie van een doorgewinterde pornoster

Ik weet niet goed wat hem anders maakt dan anderen. Misschien is het zijn visie op het leven. Zijn realisme dat samen gaat met een soort jongensachtig dromen. Hij laat mij lachen, zo hard dat ik moet huilen. Het liefst krul ik mezelf op tot een bolletje, met mijn hoofd tegen zijn borst, om daar voor altijd te blijven liggen. Veilig van de wereld kan ik zijn geur opsnuiven en voel ik zijn borstharen kietelen tegen mijn neus. Hij biedt mij een geborgenheid welke ik nog niet eerder heb gevoeld. Hij laat mij een transcendente staat ervaren wanneer hij zijn lijf met dat van mij laat samensmelten.

Zwevend boven mijn eigen lichaam, waarbij mijn ogen naar achteren rollen ver mijn oogkassen in. Geen enkele man heeft mij ooit aangeraakt hoe hij dat doet. Niemand is hem voorgegaan waar hij zijn stappen zet op mijn lichaam. Hoe hij zijn vingers beweegt en mijn huid streelt. Lof aan de man die mij de controle uit handen laat geven, die aan mijn haren kan trekken en toch liefkozend mijn billen aanraakt om mij vervolgens te verrassen met een lichte pijnsensatie die door mijn hele lichaam trekt. Lof aan de man die het bed achteraf moet verschonen omdat de lakens te nat zijn geworden. Lof aan de man die mijn nek kust, aan mijn oorlel likt, zich zoenend een weg naar beneden baant met de gretigheid van een vijftienjarige puber maar met de precisie van een doorgewinterde pornoster.


...hoe zijn vingers tussen mijn benen mij naar adem laten happen...

Lof aan de man die mij vastgrijpt, aan mij trekt, in mij knijpt, in mij bijt om mij vervolgens teder te zoenen. Lof aan de man die mij ieder moment van de dag gewild laat voelen, die mij ieder moment van de dag laat verlangen naar zijn aanraking. Lof aan de man die met zijn blik boekdelen spreekt. Wanneer zijn lome ogen vol bewondering kijken naar hoe mijn lichaam reageert op zijn aanrakingen, hoe zijn vingers tussen mijn benen mij naar adem laten happen. Lof aan de man die mij zijn naam laat schreeuwen terwijl mijn borst naar boven wordt geduwd vanuit een groeiende extase. En lof aan de man die mij uitgeput en glimlachend de nacht in laat vallen.

Lofzang op de man die meer is en altijd meer zal zijn dan zijn voorgangers en simpele passanten.

//

#NSFW

'Langzamer raakt hij mij aan. Ik kreun, voel de spanning in mijn spieren terwijl een beginnend gevoel van ontlading ontstaat...'

Lees verder >

//

Hannah Swart (23) blogt op piepeloi.wordpress.com en leest regelmatig voor bij Verhaaltje voor de Dorst, een initiatief van Joey van Koningsbruggen en een literaire tegenhanger voor wanstaltige sites en ordinaire letterporno. Verhaaltjevoordedorst.nl