Een heel leven lang met één iemand samenblijven klinkt als het tegenovergestelde van een Hollywoodfilm. Het is niet voor niets dat elke romantische komedie eindigt op het moment dat de hoofdpersonages nog lang en gelukkig met elkaar zullen leven, nietwaar? Niemand weet of dat kan en als het kan, heeft niemand zin om daar twee uur lang naar te kijken.

Een paar jaar na die avond waren ze getrouwd. Een praktisch besluit, anders kreeg je geen huis. .

Maar misschien zeg ik dat alleen omdat in mijn leven alleen mijn opa en mijn oma sinds hun ontmoeting samen zijn gebleven. Ze kwamen oorspronkelijk uit het noorden en nuchter als ze waren, geloofden ze niet in romantiek. Voor een tv-programma zijn we ooit teruggereisd naar de plek waar ze elkaar in 1949 ontmoetten. Een dancing in een klein plaatsje in Groningen. De dancing was tegenwoordig een Zeeman. Heel toepasselijk, want oma hield van koopjes.

Oma had met vriendinnen aan een tafeltje gezeten. Opa had haar ten dansen gevraagd. Ik vroeg oma of ze opa toen knap had gevonden. Nou, zei ze, opa was niet de laatste die vervelend aandeed. Hadden ze kriebels in de buik? Och. Was er een volle maan? 'O,' riep oma, 'wat ben jij romantisch!'

Een paar jaar na die avond waren ze getrouwd. Een praktisch besluit, anders kreeg je geen huis. Opa was niet op zijn knieën gegaan, want dat was maar voor de show. En oma droeg geen trouwjurk, maar een pakje van de C&A, want een trouwjurk was zonde van het geld. Hoe het kon dat ze nu nog steeds samen waren wisten ze niet. Ze gaven elkaar nooit een bloemetje, want alleen bedriegers komen met bloemetjes thuis. En ja, ze zouden opnieuw voor elkaar kiezen, maar dan omdat je ook niet weet wat je met een ander zou beleven.

Pas toen ik vroeg wat het mooiste was dat ze samen bereikten, kreeg oma tranen in haar ogen. Dat hoefde ik toch niet te vragen? 'Jullie allemaal!' riep ze. Mijn moeder, mijn tantes, mijn oom, mijn nichtjes en mijn neefjes en ik. 'Daar kun je toch apetrots op zijn?' Een van de beste dingen die ik ooit heb gedaan is zorgen dat ze er allemaal waren toen we die avond terugkwamen: mijn hele familie.

Ze stapte uit, werd bedolven onder confetti. En huilde, van geluk.

Juichend op de stoep voor opa's en oma's huis, met slingers en ballonnen en een groot doek met 'Welkom thuis opa en oma.' Oma sloeg haar hand voor de mond, riep: 'Ach nee toch!' Ze stapte uit, werd bedolven onder confetti. En huilde, van geluk. Tijdens mijn oma's begrafenisdienst hebben we dit filmpje laten zien. Iedereen was droevig, maar haar leven was niet droevig geweest, dat was zo duidelijk die dag. Het bewijs zat daar vooraan op een rij: wij allemaal.

Soms denk ik daaraan, in deze tijd des Tinders waarin het soms zo moeilijk is om niet te blijven hopen op iets beters, iets mooiers, iets groters. Mijn opa en oma hebben daar nooit naar gezocht, want ze geloofden niet in Hollywood. En wat ze daarvoor terugkregen was het leven. Niet alles, maar een beetje. Een huis, een auto, een caravan, een straat vol fijne buren, twintig fotoalbums vol herinneringen en elf mens van wie ze zielsveel konden houden en voor wie ze alles zouden doen. Soms is een beetje groots genoeg.

Raoul de Jong (32) is schrijver, programmamaker, danser en één van de bestgeklede mannen van Nederland volgens Esquire. Hij schreef columns voor Spunk, NRC Handelsblad, nrc.next, IS en Het Parool. En publiceerde vijf boeken: Het leven is verschrikkulluk, Stinknegers, It's maaazing! en Miracoloso. Met Stinknegers won hij de Dick Scherpenzeelprijs. Zijn laatste boek De Grootsheid van het Al werd genomineerd voor de Bob den Uylprijs en won het Beste Rotterdamse Boek 2015.