Een jaar of vier geleden kreeg ik het volledig op de heupen door een tas. De Chloé Paraty, om precies te zijn, was in mijn hoofd gaan zitten en kwam er niet meer uit. Maar goed, zo'n ding kost een lieve duit en ik zat nog met één been in mijn altijd blutte studententijd dus het enige wat er tussen mij en De Tas stond was mijn bankrekening – maar dat was wel net een essentieel dingetje. Er moest gespaard worden. En flink ook. Zo gezegd zo gedaan, en na een dik half jaar had ik de poen bij elkaar en was het moment daar dat De Tas en ik eindelijk samenkwamen. Het was mijn eerste échte designertas, die ik helemaal zelf had betaald, en die al mijn kleren beter en mooier zou maken. Met zo'n tas maakt het namelijk geen bal meer uit wat je verder draagt. Een oude spijkerbroek met nietszeggend wit shirt wordt in combinatie met een goede tas opeens een goede outfit, en zo kun je volstrekt legitiem stellen dat zo'n aankoop een uitstekende investering is. Dat zeg je dan vooral tegen mensen die maar raar staan te kijken wanneer jij een bedrag met drie nullen uitgeeft aan een stuk leer, en die mensen zijn vooral mannen.

Mijn toenmalige geliefde begreep er, geheel in lijn der verwachtingen, maar weinig van. 'Ja, god, ehm, mooi hoor. Denk ik. Maar is-ie nou echt zo bijzonder dan?' En dan stak ik van wal met een gloeiend betoog over de naden en de stiksels, de details in het leer en de kwaliteit van de hardware, wat bij de man in kwestie net zo veel indruk maakte als wanneer iemand mij probeert uit te leggen wat nou precies zo ongelooflijk razend interessant is aan Grand Theft Auto.

'WAT? Zo'n tas kost HOEVEEL?' Fout. Fout fout fout. Abort mission! Maar het kwaad was al geschied.

'Een tas is een tas. Trouwens, wat kost zoiets eigenlijk?' En toen – toen ging het mis. Nog volledig in mijn jubelstemming vergat ik het laatste beetje van mijn rationeel denkvermogen en voor ik er erg in had vertelde ik hem het bedrag. 'WAT? Zo'n tas kost HOEVEEL?' Fout. Fout fout fout. Abort mission! Maar het kwaad was al geschied, het onbegrip groter dan ooit, en hoe fanatiek ik ook naar de stiksels wees, het had geen effect. Mannen, de meeste mannen dan, begrijpen het gewoon niet.

Twee jaar na Chloé kwam een tweede, de Proenza Schouler PS11. Lang wikken, wegen, geld tellen, calvinistische koudwatervrees en uiteindelijk een moment van fuck it was ervoor nodig, maar hij was er. Dolblij. Zielsgelukkig. En met een les onder de riem: niemand hoefde te weten wat-ie had gekost. Uitverkoopje, loog ik tegen wie ernaar vroeg. Flashforward naar het nu. De geliefde en ik zijn op vakantie in Italië, en Proenza staat naast me op een stoeltje (nóóit op de grond). Het gesprek neemt een wending en komt op de prijs van die tas, maar ik geef geen krimp. 'Ik begrijp er echt geen reet van dat je zo veel geld, hoeveel het ook is, aan een tas uitgeeft,' zegt hij. Nu is het zo dat hij de laatste tijd het, in mijn ogen totaal idiote, idee in zijn hoofd heeft gehaald een Rolex te willen. 'Waarom wil jij zo'n duur horloge? Zesduizend euro voor een Rolex snap je wel, maar een stuk minder voor een tas niet?' En toen was het stil. Na enig nadenken kwam het antwoord: 'Gewoon, vind ik vet. Dan kun je een oude spijkerbroek aan met een oud shirt, maar met zo'n horloge maak je het toch af. Wat je ook aantrekt.' En zo kwamen Mars en Venus weer een stukje dichter bij elkaar. Baby steps, baby steps.

ELLE-columniste en vaste schrijver van ELLE.nl Liesbeth Rasker woont in hartje Amsterdam met haar kat en haar schoenenverzameling. Ze schrijft elke maand in ELLE over de liefde en andere belangwekkende zaken in het leven.