In een poging mijn leven op orde te krijgen heb ik me onlangs voorgenomen nooit meer mijn post te negeren. ­Blauwe enveloppen, post van de bank, alles waar een logo op staat van een bedrijf dat geld of erger van me wil, laat ik steevast op de trap liggen.

Ik neem er een ferme stap overheen, want ik doe graag alsof de wereld een Disneyland is waarin ik niets hoef of moet. Er komt een punt waarop mijn onderbuurman de stapel verantwoordelijkheden omhoog gooit, richting mijn voordeur, wat meestal het moment is dat ik ze wel mee naar binnen neem.

Ik zal er even echt goed de tijd voor nemen, besluit ik dan, en leg de post op het bergje rommel op tafel dat ik dagelijks opnieuw opstapel om op z'n minst de illusie van ordelijkheid te creëren, en denk er vervolgens nooit meer aan. Dat levert twee mogelijke scenario's op. Of de post is niet zo belangrijk en dan gebeurt er niets. Of de post is héél belangrijk en dan belt het desbetreffende bedrijf meestal wel en lossen we het telefonisch op.

Dat bedrag heb ik al jaren niet meer bekeken, want als er íets is wat zich goed leent om je kop voor in het zand te steken, dan is het wel je studieschuld

Die aanpak heeft, op een enkele aanmaning hier en misschien soms een klein dwangbevelletje daar na, jaren gewerkt. Toen ik in december op winterreis ging, lagen er brieven van Duo op de trap. Een update over mijn studieschuld, verwachtte ik. Dat bedrag heb ik al jaren niet meer bekeken, want als er íets is wat zich goed leent om je kop voor in het zand te steken, dan is het wel je studieschuld.

Bovendien verdien ik als freelancende schrijver bedroevend weinig, dus laat de tijd vanaf betalen nog wel even op zich wachten,vond ik, dus stapte ik keurig over de post heen en in het vliegtuigrichting de Filipijnen. Anderhalve maand later kwam ik terug en werd ik verwelkomd door nog meer post, en een paar e­mails.

Als bedrijven mailen wil ik weleens per ongeluk zo'n mail openklikken, en zo kreeg ik op 28­jarige leeftijd mijn eerste bijna ­hartaanval.'Beste mevrouw Rasker, u heeft geen bezwaar aangetekend vóór 1 januari dus u begint vanaf heden met afbetalen van uw studieschuld. Log in met uw DigiD om uw maandelijkse bedrag te bekijken.'

Ik kan nauwelijks m'n lopende rekening betalen, dus dit kan ik er echt niet bij hebben. En hoezo worden zulke belangrijke dingen ineen bríéf aangekondigd, terwijl iedereen weet dat niemand meer brieven leest?

Het bedrag dat me is toebedeeld, is meer dan de helft van wat ik per maand overhou

Oké, eerst inloggen, misschien valt het mee. Wat is mijn DigiD? Is er iemand die ooit in één keer kon inloggen met zijn of haar DigiD? Ik vraag een nieuwe aan en vijf tergendlange dagen later komt er een brief met instructies hoe de boel te activeren.

Ook dat gaat niet van harte ('Uw wachtwoord moet uit minimaal 48 karakters, 9 hoofdletters, 12 cijfers, de naam van uw eerste huisdier en een songtekst van Mariah Carey bestaan') maar als het me eindelijk is gelukt, is het tijd voor de tweede hartaanval. Het bedrag dat me is toebedeeld, is meer dan de helft van wat ik per maand overhou.

Ik ben nog op zoek naar een passende oplossing, maar dit betekent wel het einde van mijn struisvogelpolitiek. Uiteraard zal ik nóóit toegeven dat dit dankzij de overheid is, maar tegenwoordig maak ik elke brief meteen open. Is die studieschuld toch nog ergens goed voor gebleken.

Deze column verscheen oorspronkelijk in ELLE juni 2017.

ELLE-columniste Liesbeth Rasker woont in hartje Amsterdam met haar kat en haar schoenenverzameling. Ze schrijft elke maand in ELLE over de liefde en andere belangwekkende zaken in het leven. @liesbethrasker