ELLE-columniste Liesbeth Rasker woont in hartje Amsterdam met haar kat en haar schoenenverzameling. Ze schrijft elke maand in ELLE over de liefde en andere belangwekkende zaken in het leven.

'Sinds ik tien jaar geleden mijn favoriete vaste kapper verloor (door een verhuizing, niet door sterfte, rustig aan) is het nooit meer goed gekomen. Ik verhuisde van Haarlem naar Amsterdam en ging in het begin nog braaf op en neer, maar toen de kapper naar Rotterdam verhuisde hield het wel zo'n beetje op. Dat had in theorie geen probleem moeten zijn, alsof er in Amsterdam geen goede kappers zijn, maar het liep toch anders. Na een paar vrij traumatische ervaringen waarbij mijn woeste krullen tot een extreem saai en haast victoriaans krullenspel waren mishandeld, besloot ik dat kappers en ik gewoon niet samengaan. Met als resultaat dat ik op het hoogtepunt van mijn kappers- angst zo'n twee jaar niet in de stoel plaatsnam. Ook dat was niet het einde van de wereld: als ik nu foto's terugzie van een jaar of drie, vier geleden, zit mijn haar beter dan ooit. Lang, glanzend, met een subtiele krul – het is echt beeldig. Een beetje het haar van Blake Lively, of Rosie Huntington-Whiteley, maar dan bruin. En zonder knappe acteur Jason Statham ernaast, maar dat is weer een ander verhaal.

Mijn laatste kappersbezoek vond in december 2015 plaats.

Het is precies het haar waar ik nu smachtend naar kijk, want dat haar heb ik niet meer. Als ik onder handen word genomen door een professional die me te lijf gaat met liters haarspray en krultang, kán het soms nog wel ergens op lijken. Maar dat is een zeldzaamheid. Waar het allemaal precies is misgegaan weet ik niet, maar sinds een paar jaar heb ik bijna geen haar meer op mijn hoofd. Dat wat er nog wel zit, is een dunne, pluizige, dorre, droge, halfdode boel. En ik weet dus niet hoe het komt. Is mijn hormoonhuishouding veranderd? Is het ouderdom? Heb ik andere haargenen gekregen? Kan dat überhaupt? Nu is het zo dat ik nog steeds bang ben voor de kapper en ik dergelijke bezoekjes tot een strikt noodzakelijk minimum beperk: mijn laatste keer vond plaats in december 2015. Dat zal wellicht ook allemaal niet echt helpen. Maar haar groeit uit je hoofd, niet uit de punten, en het mijne is kórter dan toen. Dus het lijkt me veilig te stellen dat mijn haar gewoon niet meer groeit en zelfs verdwijnt.

Je kunt dergelijke besognes prima doodslaan met "Er zijn ook écht belangrijke dingen in het leven, Lies", maar ik zit er maar mooi mee. Het begint zelfs redelijk obsessieve vormen aan te nemen. Bij andere vrouwen kan ik alleen nog maar naar hun haar kijken. Georgina Verbaan, bijvoorbeeld. Die heeft het mooiste haar op de wereld. Van dat dikke, glanzende haar waarmee ze zo in een shampooreclame zou kunnen figureren. Ik kan – heel creepy – uren door haar Instagram scrollen om enkel alleen naar dat haar te kijken. Zooey Deschanel, nog zo'n voorbeeld. Tijdens het hele laatste seizoen van haar serie New Girl kon ik alleen maar letten op dat belachelijk mooie volle kapsel. Over oppervlakkig gesproken. Laatst stond ik weer eens vol zelfmedelijden voor de spiegel en zag ik dat m'n haar een laatste "fuck you" tegen me zei, want duidelijk in beeld waren twee grijze haren. Dat is het antwoord op mijn waarom-vraag, dacht ik toen: ik word gewoon oud. Oud, grijs en daarna kaal. Ik heb dan misschien niet Jason Statham aan mijn zij, ik wórd hem gewoon zelf. En daar is ook iets voor te zeggen.'

De originele versie van deze column verscheen eerder in ELLE juli.