Nu ik al bijna tweeënhalf jaar met dezelfde man ben, begint de vraag steeds vaker te komen. 'En, gaan jullie binnenkort samenwonen?' Zeker nu hij een eigen huis heeft gekocht, is het voor velen niet meer dan logisch dat ik bij hem zal intrekken. Dat ik al jaren heel gelukkig in een eigen koophuis woon wordt voor het gemak even vergeten, net als de gedachte dat ik misschien wel helemaal niet wíl samenwonen. Eventuele twijfel over die stap wordt vaak geïnterpreteerd als 'dan zal het wel niet veel voorstellen met jullie' of 'ach, misschien ben je er gewoon nog niet aan toe.'

Het Monogame Drama

Die eerste gedachte is gekmakend kortzichtig, en het gekke aan die tweede gedachte is dat het woordje 'nog' impliceert dat ik het over bepaalde tijd wél ga willen. Dat mijn twijfel nu een fase is waar ik doorheen moet, maar dat samenwonen uiteindelijk de enige optie is. Die analyse van 'nog' komt niet uit mijn eigen brein, maar uit het pamflet Het Monogame Drama van journaliste en filosofe Simone van Saarloos. Dat pamflet is een pleidooi voor multi- intimiteit, want één relatie voor de rest van je leven, monogamie dus, past dat nog wel bij deze tijd?

Wie afwijkt van dit patroon, wie het anders doet, heeft vroeg of laat iets uit te leggen

Van Saarloos is daar vrij helder in: nee, en dus zet ze uiteen hoe het ook anders kan. Van niet weten of samenwonen iets voor je is naar multi-intimiteit is een grote stap, maar de gemeenschappelijke factor is dat je niet meedoet aan de roltrap van de traditionele relatie; je wordt verliefd, krijgt verkering, gaat samenwonen, trouwen, er komen kinderen en jullie blijven voor altijd – monogaam – bij elkaar. Wie afwijkt van dit patroon, wie het anders doet, heeft vroeg of laat iets uit te leggen.

Beklemmend

Even wat cijfers. Bekend is dat tegenwoordig veertig procent van de huwelijken strandt. Daarnaast blijkt uit het artikel Relatievorming van twintigers van het CBS uit 2015 dat er minder twintigers samenwonen dan tien jaar geleden, ook wordt er later getrouwd en aan kinderen begonnen. De dalende samenwoontrend geldt voor vrijwel alle groepen twintigers (man, vrouw, hoog- en laagopgeleid, et cetera) maar er is niet één duidelijke oorzaak. Het artikel oppert als mogelijke verklaring dat 'jongeren van nu individualistischer en flexibeler zijn, en er daarom vaker een voorkeur voor hebben om niet samen te wonen.'

Twee jaar geleden was ik aanwezig bij een lezing met de veelzeggende titel Het eind van de monogamie. Een van de sprekers was biologe Liesbeth Sterck, die stelde dat het einde van de monogamie, of op z'n minst de ontwikkeling erin, voortkomt uit economische veranderingen. Vrouwen verdienen meer en zijn niet meer genoodzaakt te trouwen om in hun levensonderhoud te voorzien, en deze verschuivingen zorgen ervoor dat er ruimte ontstaat om relaties opnieuw vorm te geven. Tel daarbij op dat we de wereld steeds meer als maakbaar gaan zien waarbij ons eigen levensgeluk vooropstaat en het resultaat is dat wat lang het enige sociaal wenselijke was – een monogame liefdesrelatie – concurrentie krijgt van nieuwe vormen.

Verschuivend liefdesmoraal

Uit eigen ervaring kan ik vertellen dat de eerder genoemde roltrap, die ondanks de verschuivende liefdesmoraal nog steeds sterk overheerst, extreem beklemmend kan werken. Ik heb nooit heimelijk gefantaseerd over de ware, een roedel kinderen en een 'tot de dood ons scheidt', en hoe ouder ik werd hoe meer dat me ging tegenwerken. Was het toen ik begin twintig was nog leuk en stoer, zo'n meisje dat niet van baby's of een witte jurk droomt, nu ik rond de dertig hang willen de meeste mannen gewoon settelen, dus kom je niet ver met je fanatieke kinderloze onafhankelijkheid.

Ik heb nooit heimelijk gefantaseerd over de ware, een roedel kinderen en een 'tot de dood ons scheidt', en hoe ouder ik werd hoe meer dat me ging tegenwerken

Mijn vorige serieuze en langdurige relatie was met een vrij conservatieve man – het idee dat een vrouw na het huwelijk haar eigen naam behoudt ging er niet in. 'Uiteindelijk wil je heus wel kinderen en ga je het toch wel leuk vinden,' zei hij vaak. Als het dan toch moet, dan maar met hem, dacht ik op een gegeven moment. Maar zelfs al in het extreem verliefde begin van die relatie was ik bang voor het moment dat misschien ooit ging komen; dat hij een kind wilde en dat ik me dan zou realiseren dat écht niet te willen. Bovendien voelde het hele idee van 'voor altijd' bij elkaar blijven als geforceerd theater, hoe kun je nou in godsnaam rond je dertigste besluiten dat je over veertig jaar dezelfde persoon nog steeds leuk vindt?

Uiteindelijk zijn we om allerlei redenen uit elkaar gegaan, maar nu ik terugkijk op die periode realiseer ik me dat ik toen de eerste mentale stappen heb gezet om op dit punt te komen: de acceptatie dat het heel goed zou kunnen dat ik geen traditionele monogame relatie wil. In de tijd dat ik stilletjes aan tot deze inzichten kwam, werkte ik dag in dag uit op een plek met alleen maar vrouwen om me heen die allen zeer traditionele relaties hadden, en was ik vooral de gek die bindingsangst had en gewoon niet wist wat ze wilde.

Dat is ook lang wat ik van mezelf heb gedacht; iedereen is altijd zo hysterisch over de liefde, over de ware, dat ik dat niet ben zal wel mijn fout zijn. Misschien ben ik er inderdaad 'nog' niet aan toe, misschien is de liefde überhaupt niets voor mij, kan ik het gewoon niet. Misschien is het beter voor mij om alleen te blijven, misschien ben ik er wel te cynisch voor, te erg gekwetst in vorige liefdesperikelen – en tal van andere gebreken aan mijn kant. Dat er ook andere mogelijkheden zijn dan de traditionele monogame relatie met kinderen, daar had ik lange tijd geen weet van.

Uitstel van executie

'Als ik zie hoeveel mensen vreemdgaan is het voor mij duidelijk dat monogamie gewoon geen vorm is die voor mensen werkt,' zegt Lola* (33). Samen met haar inmiddels ex besloot ze na drie jaar monogame verkering over te gaan op een open relatie, met wisselend succes. 'We hadden afspraken gemaakt: we mochten het niet met bekenden doen, en niet vaker dan één keer met dezelfde persoon. Het was mijn initiatief, hij stemde ermee in. Maar al snel lapte ik de regels aan m'n laars omdat ik dacht: fuck it, het is toch al open. Dat werkte dus niet voor mij. Eigenlijk was het ook een beetje uitstel van executie: ik verveelde me in die relatie, had zin om met anderen te flirten, maar wilde nog geen knopen doorhakken.' Dus introduceerde ze het idee van de open relatie. 'Ik hou van flirten en dat kun je doen zonder die spanning uiteindelijk te consumeren, maar als je van tevoren al weet waar de avond gaat stoppen is de lol er snel vanaf. De spanning die je hebt met iemand die je net hebt ontmoet is waanzinnig. In een monogame relatie moet je die spanning voor altijd missen, alleen daarom al vind ik monogamie een slecht idee.'

Want wees eerlijk, hoeveel mensen ken je die nog nooit zijn vreemdgegaan, op welke manier dan ook?

Desondanks duurt Lola's huidige relatie nu zeven jaar, en na de eerste vijf jaar kwam toch weer het verlangen naar die spanning naar boven. 'Ik probeer weleens uit te vinden of het duidt op iets groters, bijvoorbeeld dat ik niet tevreden met deze relatie ben en dat de interesse in anderen daar een symptoom van is. Dan ga ik even een tijdje intensief berichtjes sturen met iemand of stap ik op een andere manier net over een grens, maar dan kom ik er steeds achter dat ik wel degelijk in deze relatie wil blijven. Daar ligt het niet aan.'

Ordinair vreemdgaan

Zelf vind ik monogamie een mooi gegeven, maar zie ik net als Lola vooral veel gebroken harten en verwoeste levens omdat de een er een wat rekbaarder begrip van trouw op nahield. In de Australische serie Please Like Me zegt hoofdpersonage Josh er het volgende over: 'Monogamy is like the Bigfoot of adult life. Everyone claims to know someone who knew someone who knew a couple that did it successfully, but it doesn't exist.' Dat klinkt misschien wat cynisch, maar er zit wel wat in. Want wees eerlijk, hoeveel mensen ken je die nog nooit zijn vreemdgegaan, op welke manier dan ook? Als je op voorhand al weet dat voor altijd monogaam met elkaar zijn waarschijnlijk niet gaat gebeuren, waarom zou je dan de schijn hooghouden dat je dat wel bent? Waarom niet van tevoren al nadenken en praten over hoe je met deze onvermijdelijke situatie om wilt gaan?

Overspel is zo oud als de mensheid, maar nog steeds blijven we het krampachtig in het verdomhoekje stoppen zonder te kijken of we er misschien iets mee moeten. Hoe ik dat zelf concreet vorm ga geven, daar ben ik nog niet uit, en het is ook niet dat ik daar nu al behoefte aan heb. Maar wel weet ik dat ik heel graag wil ontdekken wat de alternatieven zijn. Lola: 'Ik wil kunnen flirten en met anderen spelen, zónder dat dat invloed heeft op mijn hoofdrelatie. Misschien ben ik wel het meest voor een soort don't ask don't tell- principe, maar dat moet je wel naar elkaar hebben uitgesproken. Anders is het gewoon ordinair vreemdgaan.'

Regels, verwachtingen en verplichtingen

Wie mijn columns hier in ELLE leest kan zich misschien herinneren dat ik in september schreef dat ik er in het begin van mijn huidige samenzijn moeite mee had om dat samenzijn te erkennen. Woorden als 'mijn vriend' en 'relatie' gebruik ik nog steeds liever niet, omdat die voor mijn gevoel een opgelegd patroon aan regels, verwachtingen en verplichtingen met zich meebrengen. Juist doordat mijn vorige relatie en de toekomst die daarin werd geschetst volgens alle maatstaven traditioneel was en ik me daar zó in opgesloten voelde, wilde ik dit keer graag zélf uitvinden en uitmaken wat mijn samenzijn met deze man zou moeten betekenen.

Het is een verkeerde aanname dat er een soort perfecte relatie zou bestaan waardoor we nooit meer oog hebben voor anderen

Hoe, of, en wat er verder gaat gebeuren weet ik niet en hoef ik nu ook nog niet te weten. Samenwonen bijvoorbeeld, lijkt me om veel redenen heel gezellig, maar er zijn ook argumenten die me ervan weerhouden. Weten dat je iets niet weet is ook weten, en alleen al het feit dat ik er nu überhaupt over kan en mag nadenken en ik niet voor gek word verklaard, geeft me rust. Ik krijg nog steeds weleens te horen dat ik misschien 'nog' even moet uitrazen, dat dit bij de 'juiste' persoon allemaal overgaat, dat ik me niet zo moet aanstellen en 'gewoon' van de liefde moet genieten, maar dat impliceert allemaal dat mijn gevoelens tijdelijk zijn. En vooral: dat ze onzin zijn.

De Belgische relatietherapeut Esther Perel, bekend van onder andere haar TED-talks over vreemdgaan en de langdurige relatie, zegt ook dat het een verkeerde aanname is dat er een soort perfecte relatie zou bestaan waardoor we nooit meer oog hebben voor anderen. 'De ander is niet verantwoordelijk voor onze onrust, laat staan dat hij of zij deze kan wegnemen of oplossen.' Lola: 'Mensen denken ook vaak dat het heel egoïstisch is, of verwend. Dat je nooit honderd procent tevreden kunt zijn en daarom nooit genoegen neemt met de situatie zoals die is. Maar in dit geval lijkt het me heel wenselijk om egoïstisch te zijn. Je kunt wel heel erg je best gaan doen om in een sociaal wenselijke positie te zitten, maar als je daar niet gelukkig van wordt, denk ik dat het beter is dat vooral niet te doen. Uiteindelijk leef je je leven toch echt voor jezelf, in welke vorm dat ook is.'

* De naam Lola is op verzoek gefingeerd

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE juli 2017.

Liesbeths stelregel is dat het avontuur begint waar het plan ophoudt >