Als je er streng naar kijkt stelt het niet veel voor. Een postzegeltje, 55 vierkante meter, en de muren eromheen zijn niet eens van mij. Zelfs de grond onder mijn voeten is gehuurd, want de gemeente Amsterdam hanteert een negentiende-eeuws erfpachtsysteem. Ik kocht in feite een aantal kubieke meters lucht om in te bewegen. Toch voel ik me schathemeltjerijk in mijn luchtkasteel, een prinses op de erfpacht. Een eigen huis is veel meer dan kubieke meters lucht: het is een onafhankelijkheidsverklaring.

Alles voor jezelf

Niet eens zo lang geleden deelde ik nog huurhuis, lief en leed met mijn toenmalige vriend. Meer leed dan lief, die laatste maanden, dus voor ik het wist stond hij met dezelfde sporttas waarmee hij was gekomen bij de uitgang. En moest ik plotseling de huur in m'n eentje opbrengen. Even later stond het fraudeteam van de woningcorporatie voor de deur. Ik was het door die ellende bijna vergeten, maar ik wás een fraudeur: zes jaar eerder was mijn broer, de hoofdhuurder, vertrokken uit het vrijesectorappartement in Amsterdam-West. Ik mocht het huis in principe op eigen naam huren, maar de huur ging dan wel met 65 procent omhoog naar 1250 euro, en ik kwam alleen in aanmerking als ik vier keer de huurprijs per maand verdiende.

Corporaties, huisbazen, huisgenoten: eikels vond ik het. Ik zou het allemaal wel zelf wel even doen

Zoals wel meer randstedelijke single-starters die niet bovenmodaal verdienen, kwam ik niet eens in de buurt van het inkomen dat vereist is voor een vrijesectorwoning. En net als zo veel starters, zou ik op een sociale huurwoning nog zo'n vijf jaar moeten wachten, met een gemiddelde wachttijd van veertien jaar in mijn buurt en acht jaar landelijk (volgens RTL Nieuws). Ik had gewoonweg geen zín om een graaierige huisbaas elfhonderd euro voor een bedstee te betalen, als die al te vinden was.

Eenpersoonshuishouden

Het was en is in Amsterdam, Utrecht en de studentensteden nog altijd vrijwel onmogelijk om een betaalbare zelfstandige eenpersoonswoning (tussen de zevenhonderd en duizend euro) te vinden, terwijl de helft van de huishoudens eenpersoons is, volgens cijfers van het Planbureau voor de Leefomgeving. Corporaties, huisbazen, huisgenoten: eikels vond ik het, allemaal. Ik zou het allemaal zélf wel even doen. Don't get mad, get everything – yourself, updatete ik Ivana Trumps beroemde scheidingsmotto. Verschil met Ivana was alleen dat míjn break-up me niets meer dan een wasmachine en een koffiemolen had opgeleverd. Ik kon in Alkmaar, Zaandam of Purmerend gaan wonen, ver weg van vrienden, en wachten op een woning. Maar waarom wachten? Wie niet wachten wil, koopt! Toch?

Ai, ook kopen is lastig voor starters, helemaal in je eentje. Want sinds 2015 kunnen woningkopers steeds minder lenen. In 2017 mag je 101 procent van de waarde van je koophuis lenen (dit wordt 100 procent in 2018), wat betekent dat je de bijkomende kosten zoals de overdrachtsbelasting en kosten van makelaar en notaris zelf moet betalen. Alles bij elkaar al gauw tienduizend euro, afhankelijk van de koopprijs. Vanaf het moment dat ik wist dat ik mijn huis uit moest, begon ik dus als een bezetene te werken en sparen. Eigenlijk geloofde ik niet écht dat ik een huis kon kopen.

Kijken, kijken, niet kopen

Bij mijn eerste bezichtigingen kreeg ik dan ook last van het imposter syndrome: het idee dat je de kluit belazert. De doorgaans nogal ongeïnteresseerde makelaars droegen bij aan dat gevoel. 'Je kunt je wel voorstellen hoe een berging eruitziet, toch?' zei er een toen hij de sleutel even niet kon vinden, en wendde zich weer tot de vragen van assertieve ouders die andere starters hadden meegenomen. Vanaf het moment dat ik m'n moeder meenam, die toch al een huis of tien meer had gekocht dan ik, werd ik wat serieuzer behandeld. Makelaars vermoedden misschien dat zij zou afrekenen. (Zie tip 3 en 5) Een klankbord bleek handig, en daarnaast stelt zo'n moeder of andere ervaren huizenkoper vragen als: is dit dubbel glas? In welke energieklasse valt het huis?

Ik bleek (te) goed in flexibel dromen: overwoog 'knusse'huizen waar de slaapkamer ook de keuken was

De advocaten van de woningcorporatie stuurden inmiddels gepeperde dreigbrieven, dus ik, in groeiende paniek, zag in elke bouwval met half dichtgeknepen ogen wel een charmant huisje. Ik bood zelfs op zo'n afgeleefd krot. Goed dat ik geen besef had van de mate waarin er werd overboden, en een bod uitbracht waarvan de makelaar merkbaar dubbel had gelegen. Ik begreep dat ik in dit hysterische klimaat een treetje lager op de woonladder moest bezichtigen.

Ik bleek vrij goed in flexibel dromen. Eigenlijk té goed. Ik overwoog huizen zonder cv ('snoezig, zo'n kachel met theepot erop'), 'knusse' huizen waar de slaapkamer ook de keuken was ('handig als je midnight munchies krijgt') en beeldde me in hoe ik deze 'authentieke opknappertjes' met mijn rechterhanden woonmagazinewaardig zou maken. Alsof ik daar nog zin in had, na een half jaar zoeken, de hel die hypotheek heet en een verhuizing.

Ik las honderden fantasieloze brochureteksten, bezorgde mezelf een muisarm op Funda, ik had 21 huizen bezichtigd en bracht nóg een vergeefs bod uit. Ik was moe. Moedeloos. Ontmoedigd. (Tip 1 en 2)

Goed gokken

Maar goed, in sprookjes komt de verlossing altijd op een dieptepunt. Tijdens mijn dagelijkse Funda-ronde zag ik een nieuw huis. Wat een gek huisje, dacht ik, niet zo'n Amsterdamse pijpenla maar een driehoek met ramen rondom. Nog jong, twee kamers, een open keuken, én centrale verwarming: wat een luxe! Binnen mijn budget, hoe kon dit? Had zich hierbinnen soms een bloederig moordscenario afgespeeld?

Ach, voor mijn part had Josef Fritzl hier gewoond. Dit was hét huis. En: het was te koop met een starterslening, waarmee je het verschil tussen je maximale hypotheek en de koopprijs overbrugt – in mijn geval precies het verschil tussen de prijsklasse 'hok' en 'menswaardig onderkomen'.

Met een rotvaart fietste ik erheen: deze moest het zijn. Slechte instelling, voor wie een gigantische schuld op zijn schouders gaat nemen. Eenmaal binnen stelde ik niet de relevante vragen, ik zag mezelf hier gewoon voor me. Ik fietste direct door naar hypotheekadviseur Kees. Met het bescheiden hypotheekje dat ik krijgen kon én een starterslening had ik nog zo'n twintigduizend euro eigen vermogen nodig, volgens Kees, en ik knikte kalmpjes dat ik dat wel had. Nietes: er moesten nog tien duizendjes mijn kant op komen waaien.

Ach, voor mijn part had Josef Fritzl hier gewoond. Dit was hét huis

Terwijl Kees begon over Nationale Hypotheek Garantie (NHG), bedacht ik wat ik op Marktplaats kon verpatsen. Dit huis was voor mij, al moest ik een nier afstaan. (Tip 4) Er moest geboden worden en snel. Blind bieden is een even normale als zenuwslopende gang van zaken op het oververhitte deel van de woningmarkt. Hou je van rust en ruimte, dan heb je geluk: in Limburg en Drenthe gaat het kopen van een huis er veel kalmer aan toe en maak je kans op onderhandelingen met de verkoper. Bij huizen op een 'verkopersmarkt' doet vaak iedere geïnteresseerde één bod zonder te weten wat de rest biedt. Wie goed gokt, woont.

Ook mijn biedingsprocedure was niet voorbeeldig: ik wilde bieden wat nodig was om het huis te krijgen. Je moet je natuurlijk afvragen wat de waarde ís, maar als leek voelt dat of je het water- niveau in een golfslagbad staat te meten. In een verhitte markt profiteren verkopers van die ándere vraag: wat is het waard voor mij? Bij het nadenken over zulke grote bedragen, lijkt een duizendje meer of minder een fooi.

Ik bood en Kees meldde telefonisch, met neutrale stem: 'Je hebt het huis.' Er kwam geen fanfare binnen. Ik beleefde een van de leukste momenten ooit gewoon achter mijn bureau, in mijn eentje. Ik schreeuwde tegen niemand in het bijzonder: 'Ik heb het gekocht!' en hoorde de rest van de dag Destiny's Child in mijn hoofd: 'The house I live in? I bought it! Cause I depend on me.' (Tip 6 en 7)

Sprokkelhypotheek

De ellende begon pas. Financiering is geen feest. Ik sprak Kees de zes weken daarop vaker dan mijn moeder. Al die tijd vroeg hij als een papiermonster documenten die ik niet had, waarvan project huis natuurlijk afhankelijk was: jaarverslagen van mijn eerste drie jaren als zzp'er (had ik nooit gemaakt), belastingaanslagen (ergens in een stapel in een doos, bleek nadien) en o ja, die twintigduizend euro. Ik had als een dolle gewerkt en verpatst, maar er ontbrak een paar duizend, waarvoor ik goddank iets kon regelen met mijn tante (ik hou van je, tante!). (Tip 8 en 9)

De mensen van de Starterslening (SVN) waren nog gretiger papiervreters en leken voor elk geleverd document vijf nieuwe te eisen. Door hun bureaucratische doolhof dreigde de financieringstermijn van zes weken te verlopen, waarop mijn moeder me nog naar hun kantoor te Hoevelaken racete om de getekende contracten live te overhandigen op de laatst mogelijke dag (ik hou van je, mam!).

Uiteindelijk is het dus niet helemáál in m'n eentje gelukt. (Tip 10) Maar het is wel van mij – ooit. Mijn hypotheek is een van punaises en tape aan elkaar hangend document, maar het huis staat fier rechtop. Mijn luchtkasteel, mijn trots, veilige haven in de woeste wateren des levens. Hier mag niemand in die niet nadrukkelijk is uitgenodigd. Hoewel: ik heb alweer een tijdje verkering. Hij gaf míj na een maand of twee plechtig zijn huissleutel.

Na maandenlange stilte op het sleutelfront mijnerzijds, liep hij van de week doodleuk met mijn voordeur- sleutel naar de schoenmaker voor een kopietje. Voor zo iemand geef je graag een klein beetje onafhankelijkheid op.

Zelf een huis kopen? Tien tips TIP 1 Zoek een goede hypotheekadviseur of tussenpersoon vóór je huizen gaat bezichtigen, dan weet je ook waar je niet hoeft te kijken. TIP 2 Schrijf op wat je absolute eisen zijn (bijvoorbeeld: balkon), en welke je onderhandelbare wensen (zwembad). Stel bij indien nodig. Hier hoort de staat van onderhoud bij. Wees selectief in waar je gaat kijken: kijken is vermoeiend. TIP 3 Schakel hulp in: neem een ervaren huizenkoper mee, om te helpen om op belangrijke punten te letten en je bij de les te houden. Neem een checklist mee met aandachtspunten voor bezichtiging. Je downloadt die bij Eigen Huis bijvoorbeeld. Is de woningmarkt wild, overweeg dan een aankoopmakelaar. TIP 4 Neem jezelf bijna overdreven serieus als klant, ook als je geen villa aan het kopen bent. Jij klant, jij koning(in). Vraag alles en hou in gedachten dat de verkopend makelaar in opdracht werkt. Maak foto's om later terug te kijken. BIEDEN TIP 5 Geïnteresseerd? Laat je niet gek maken door andere kijkers. Als er meer mensen kijken, lijkt het meer waard. Denk iedereen weg. TIP 6 Rek je mogelijkheden niet tot het uiterste. Bereken of je de hypotheeklast bij je maximale hypotheekbedrag makkelijk kunt dragen én of je nog eens op vakantie en uit eten kunt. TIP 7 Stel het maximumbedrag dat je kunt en wilt bieden op een huis vast en wijk hiervan niet af. In geen geval. Er zijn heus meerdere droomhuizen. TIP 8 Blijf kalm. Bied onder voorbehoud van financiering: als het onverhoopt spaak loopt, zit je er niet aan vast. Daarnaast heb je drie dagen bedenktijd nadat de koopovereenkomst is getekend. TIP 9 Zorg dat je je administratie op orde hebt vóór je het financieringstraject in gaat. Leg kopieën klaar van identiteitskaart, salarisstroken, belastingaanslagen, jaaropgaven en, als je zelfstandige bent, jaarverslagen. Dat scheelt stress. TIP 10 Het is oké als je nieuwe begrippen niet meteen vat. De hypotheek- adviseur of tussenpersoon betaal je om jou te helpen, en het hele internet staat vol met uitleg in jip-en-janneketaal. Succes

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE juli 2017.