Een date kan verrassen, vermoeien, plots escaleren, zich ongemerkt over een heel weekend uitspreiden, verliefd maken, empoweren of juist gedesillusioneerd achterlaten. Hoe dan ook, een date wordt áltijd een verhaal - op z'n minst voor je vrienden. En op ELLE; want zeg eerlijk, hoe zonde is het als we de verhalen voor onszelf houden? Daarom, ter ere van de aanstaande Valentijnsdag, hierbij: de date met een man die eigenlijk een reiger was.

(En scrol naar onderaan de pagina voor meer date-anekdotes, voor als je er geen genoeg van kunt krijgen.)


Oorsprong: een heel raar feest

Duur (daadwerkelijk): drie doodstille uren

Verloren: de naïeve aanname dat stilte staat voor diepgang

Gewonnen: Essentiële, zij het volledig op de reiger toegespitste basiskennis van de vogelpopulatie in regio Zuid-Holland. Dit neemt niemand mij ooit nog af.

'Toegegeven, ik heb zo mijn eigen bijzondere voorkeuren en gewoontes als het op daten aankomt. Zo kan ik eigenlijk niet eten op een date – ik krijg nog geen pinda door mijn keel in het bijzijn van iemand die ik nog moet leren kennen – en probeer ik te allen tijde te vermijden dat ik samen met mijn date ergens naar toe moet fietsen: ik haat samen fietsen. Bovendien neem ik nooit schoon ondergoed mee, maar wel altijd mijn paspoort en een nieuw paar sokken. Kwestie van bijgeloof.

Wat ik eigenlijk wil zeggen: iedereen is een beetje raar, en dat vind ik te gek. Maar op deze date had niemand me kunnen voorbereiden.

Enorme handen met lange, dunne vingers waarmee hij zo nu nonchalant door zijn haar woelde. Priemende zwarte ogen. Iets in de journalistiek. Setting van onze eerste ontmoeting: een tent waar al het meubilair was bekleed met donkerpaars lakleer, dat op dat uur van de avond gevaarlijk glibberig was geworden door gemorste drank. We raakten aan de praat op een nogal ongemakkelijk feest na afloop van een awardshow waar hij letterlijk met kop en schouders boven de rest uitstak: hij tikte makkelijk de twee meter aan en was bijzonder mager, wat hij op een sexy manier wist te verbloemen met een groot spijkerjack. Hij was nogal stil, maar dat beviel me wel: hij zei niet meer dan nodig was en ik zag het als teken van potentiële diepgang. Leunend tegen een opgezette eland kusten we elkaar voor het eerst. Als deze elementen geen belofte waren voor een lang en gelukkig huwelijk, dan wist ik het ook niet meer.

Ik twijfelde dan ook geen moment toen hij me de volgende dag sms'te: of ik zin had om hem op te komen zoeken in zijn stad, hij kon me een toer geven. Ik stapte in de trein, anderhalf uur later hij zou me ophalen van het station.

Nummer 1-regel van mijn moeder, anno 1997: nooit, maar dan ook nooit bij vreemde mannen in de auto stappen.

Tien jaar later was dat precies wat ik deed.

Hij was nog even stil als bij onze eerste onmoeting, en stelde nauwelijks vragen terwijl we rondjes reden door het centrum van zijn stad. Op vragen van mijn kant antwoorde hij consistent in zinnen van maximaal drie woorden.

"Waar gaan we heen?" vroeg ik hoopvol.

"De Dirk," zei hij. :"Bier halen. Daarna vogels kijken."

En veel meer kwam er ook niet uit tot we arriveerden op zijn 'favoriete parkeerplaats'. Hij trok een halve liter open en pakte een verrekijker uit het dashboardkastje. Afgezien van de obligate kauw geen vogel in zicht, maar ik wilde hem het voordeel van de twijfel geven. Maar mijn voorraad interessante gespreksopeningen raakte stilaan volledig uitgeput.

"Hou je van series?" vroeg ik, na vijf minuten verpletterende stilte.

Op dat moment schoot hij op uit zijn autostoel.

"Kijk! Daar! Die is hier elke week."

Het was een reiger. Zijn favoriete reiger.

"Reigers hebben veren die nooit uitvallen," vertelde mijn date, met een enthousiasme waar ik hem eerder nog niet op had kunnen betrappen.

"Ik moet zo de trein halen, denk ik," zei ik.

"Ze eten alles," ging hij verder. "Vis, vlees. Slachtafval."

We hebben elkaar nooit meer gezien.