Het is maandagochtend, halftien, ik kom aan op mijn werk en plof neer aan mijn bureau. Ik klap mijn laptop open, mail van M. 'Goeie lipstick,' staat er. Verder niets. Ik voel mijn wangen rood kleuren. Meteen kijk ik over mijn schouder, maar behalve M. – die naar me grijnst vanaf de koffieautomaat – en een paar marketingtypes zie ik niemand. 9.33 uur, ik antwoord: 'Dank. Mooi overhemd.' 9.37 uur: 'Maar ik zie je toch liever zonder...' Klein detail: die M., dat is niet mijn vriend. Mijn vriend zit op zijn eigen werk ook te mailen (hopelijk wel werkgerelateerd). Die fietst straks naar het paleis dat we anderhalf jaar geleden samen kochten. Hij wacht me vanavond op met een glas wijn, kust me en vraagt hoe mijn dag was. En het liefst wil ik dat hij dat ook altijd blijft doen, want na vijf jaar ben ik nog steeds head over heels. Alleen: als hij aan het werk is, op zijn Xbox speelt of in de kroeg zit met vrienden, wissel ik flirterige – wat zeg ik, soms ronduit obscene – berichtjes uit met mijn collega.

Omdat het tussen M. en mij strikt cyberseksueel is, vond ik het niet zo'n big deal

Over wat ik vannacht gedroomd heb, waarin hij me het liefst zou zien, wat hij zou doen als ik hem zou vertellen dat ik een kamer voor ons in het Hilton geboekt heb. Chic? Bepaald niet. Maar omdat fysieke actie uitblijft en de verhouding tussen M. en mij strikt cyberseksueel is – ik woon samen, hij is getrouwd en heeft twee kinderen – vond ik het niet zo'n big deal. Tot ik dit voorjaar stuitte op een artikel op The Huffington Post, waarin therapeut Sheri Meyers (auteur van het boek met de veelzeggende titel Chatting or Cheating) de 'online-affaire' noemt als een manier waarop je onbewust je wederhelft bedriegt. Niks onschuldig geflirt dus, maar een liaison dangereuse, die volgens Meyers zelfs desastreus kan zijn voor je relatie. Ook voor die van mij, besefte ik. Ik ging vreemd, zonder dat ik het zelf doorhad. Oef – een pijnlijke realitycheck.

Tot hier of nog verder?

Ik heb dus een affaire. Soms moet ik het hardop tegen mezelf zeggen: ik zit fout, heel fout, en dat ik dat weet, blijkt wel uit het feit dat ik mijn naam niet boven dit stuk durf te zetten. Toch dacht ik lange tijd dat wat ik deed, niet zo erg was. Moeten we onze definitie van vreemdgaan dan bijstellen? Ging ik vreemd toen ik M. voor het eerst buiten kantoortijden mailde, of pas toen ik mijn telefoon uit het zicht van mijn vriend ging houden?

Online flirten blijkt een grijs, maar gevaarlijk gebied, merk ik als ik een voorzichtig balletje opgooi bij vrienden. Waar de één een dubbelzinnig berichtje al te ver vindt gaan, trekt de ander pas de grens als er een fysieke date volgt na een iets te gezellig appgesprek. Blijft dus over: alles daartussenin, inclusief sexting, virtualrealityporno en swipen op Tinder. Er bestaat geen universeel geldende definitie van overspelig gedrag, laat staan van overspel online. Daarom weten we ook niet hoeveel mensen 'vreemdgaan' – schattingen lopen uiteen van 26 tot 75 procent. Wat ik wel weet: daar hoor ik in het digitale tijdperk dus bij. Skin on skin gebeurt er dan misschien niets, maar ik weet zeker dat dat geen enkel excuus is als mijn vriend mijn whatsappgeschiedenis met M. onder ogen krijgt. Waarom doe ik het dan? En is het echt zo gevaarlijk voor je relatie, een online affaire?

Erotische huivering

Ik ga te rade bij relatietherapeut Blanca van den Brand, die heuse cheat retreats organiseert, een reeks therapiesessies op locatie voor ontrouwe koppels. Zij trekt de vergelijking met emotionele ontrouw. 'Je deelt heel veel met een charmante derde. Dat is niet zonder risico's. Voor jezelf kun je digitaal vreemdgaan vaak goedpraten omdat er – nog – geen fysiek contact is geweest, maar het spreekt zodanig tot de verbeelding dat het wél invloed heeft op je eigenlijke relatie.' Ook de Belgische relatiepsycholoog Esther Perel dicht verbeeldingskracht een grote rol toe. In haar TED Talk Rethinking infidelity spreekt ze van een affaire wanneer het contact met De Ander 1. geheim is, 2. er emoties bij betrokken zijn en 3. er sprake is van seksuele chemie, het belangrijkste kenmerk. Volgens Perel kan de 'erotische huivering' die je ervaart door alleen maar te dénken aan de kus die je met je minnaar zou delen, fysiek en mentaal net zo intens zijn als een lange stomende reallife vrijpartij.

Herkenbaar: na een bijzonder fijne appsessie met M., waarin hij voorstellen deed die zelfs de meest doorgewinterde Erika Lust-liefhebber doen blozen, was ik zeker een week van slag. Dagenlang liep ik rond met de high die ik hiervoor alleen kende van een weekend geweldige, échte seks.

Spanning en aandacht

Twee weken na de lipstickmail stuurt M. dat hij komend weekend alleen thuis is. Of ik zin heb om iets nieuws te proberen. Een experiment. Nieuwsgierig informeer ik naar wat hij in gedachten heeft. 'Ik wil meer,' stuurt hij. Vijf onrustige minuten lang verwacht ik dat hij een echte afspraak wil maken, fysieke seks wil, tot er nog een mailtje achteraan komt. M. wil geen woorden meer, maar beeld. Pikant graag, knipoogsmiley. Dat weekend stuur ik M. een mail met bijlage. Pas als de roes van onze daaropvolgende mailsessie uren later wegebt, realiseer ik me dat ik de definitie van trouw nu wel heel erg aan het oprekken ben. Dit is de zoveelste grens die ik heb overschreden. Wat als mijn vriend zoiets zou doen? Toch gaf ik gehoor aan M.'s verzoek. Waarom?

Relatietherapeut Van den Brand vergelijkt mijn affaire met een verslaving. 'Je hebt telkens een shotje aandacht van hem nodig. En net als met drugs heb je steeds meer nodig voor een bevredigend effect. Je gaat steeds verder.' Relatietherapeut Perel denkt dat er nog iets meespeelt. Bijna al haar ontrouwe cliënten hebben een gemene deler: ze willen iets van zichzelf terugvinden wat ze dachten verloren te zijn. Hun oude, vrijgezelle, losbandige zelf, bijvoorbeeld. 'They all feel alive,' zegt ze in haar TED Talk, op het moment van ontrouw. Dat klopt, denk ik, terwijl ik in mijn hoofd terugspoel naar de eerste dubbelzinnige opmerkingen van mijn collega. Ik zinderde, tintelde weer. Fietsen door de regen? Boeide me niet. Drie uur overwerken? Ach, hoort er af en toe bij. De wind door mijn haar, de zon op mijn huid, alles voelde goed: ik wás er weer even. Dat steekt nogal schril af bij het gevoel dat me soms bekruipt als mijn vriend en ik op vrijdagavond bankhangen met bevriende koppels.

Het gaat bij zo'n affaire om de spanning en dat je je begeerd voelt, niet om de seks

Vanuit helikopterview zie ik mezelf en denk ik: is dit het nou? Moet ik nog vijftig jaar zo door? Krijg ik dan nooit meer dat geweldige gevoel wanneer ik me voor het eerst bij een man uitkleed en hij zegt: wauw? Het zijn die vragen, zegt Perel, die mensen over het randje duwen. Daarmee gaat een affaire niet om de seks, die in mijn geval dan ook uitblijft, maar om verlangen. Van den Brand beaamt dat: 'Je neemt heel veel risico's met je eigen relatie. Zoiets doe je alleen als de "winst" groot genoeg is. Die winst zit 'm in de spanning, maar vooral in het emotionele aspect van gezien worden. Je begeerd voelen, iemands exclusieve aandacht waard zijn.'

Door de mand

Tel daar dit tijdperk vol Tinder, privéberichten op Twitter en niet te vergeten de verdwijnende berichten op Snapchat of Instagram bij op, en je weet: een slippertje is heel wat sneller gemaakt dan vroeger, vaak zonder dat je het zelf doorhebt. Tegelijkertijd is het nooit zo moeilijk geweest om overspel geheim te houden. De keren dat ik een hartverzakking kreeg omdat mijn vriend mijn telefoon pakte om even iets te checken, zijn niet meer op twee handen te tellen. Want wat als M. net stuurt hoe hij me het liefst zou nemen als ik nu bij hem was? Ook schrik ik regelmatig 's nachts wakker omdat ik me niet kan herinneren of ik alle gewaagde kiekjes wel van mijn telefoon heb verwijderd. Zwetend sluip ik dan uit bed om mijn telefoon en uit voorzorg ook mijn iPad, laptop en iCloud te driedubbelchecken. Als ik onvoorzichtig ben, heeft mijn vriend zichzelf in no time de vernieling in gescrold. Dat wil ik niet.

Bovendien ben ik geschrokken van Van den Brands waarschuwingen: ook een digitale affaire beïnvloedt mijn eigen relatie. Dit moet dus stoppen. Maar hoe? Ik kan het opbiechten, zoals Van den Brand voorstelt, maar de kans dat mijn vriend zijn biezen pakt is dan erg groot. Ik kijk nogmaals naar Perels TED Talk. Zij geeft haar cliënten het volgende mee: 'Als je ook maar een tiende van het vuur, de durf en de verbeelding die je in je "affaire" steekt in je relatie zou stoppen, dan had je nu niet bij een therapeut gezeten.' Ik neem me voor om de eerstvolgende keer dat ik in vuur en vlam sta door een 'Heb zin in je'-bericht van M. niet te antwoorden, maar mijn eigen vriend te bespringen. En mijn angst dat hij per ongeluk toch een oud berichtje aan M. leest, sus ik door Perels troostende woorden als een mantra in mijn hoofd te herhalen: de meeste koppels blijven samen na zwaar weer. Oók na een affaire.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE oktober 2017.

Als het gangbare ideaal van monogamie niet jouw ideaal is, wat doe je dan? >