Multitalent Niels Gerson Lohman (1985) debuteerde in 2012 met Een Rijk Alleen (Nijgh & Van Ditmar), een vernuftige coming-of-ageroman. Lohman schrijft proza voor onder andere Das Magazin, NRC Handelsblad en Hard//Hoofd, hij maakt muziek en is grafisch ontwerper. Voor ELLE schreef hij deze column over de liefde.

'We waren net wakker, de dag dat Charlie en ik precies een heel jaar samen waren. We waren al veel langer samen, maar ze was al een heel jaar niet gevlucht en ik begon steeds opnieuw met tellen. Normaal kon ik het eerste uur dat ze wakker was beter niet tegen haar praten, woedend keek ze dan. Als ik stil was, dan kon ze niet boos op me worden. Hoe langer ze bleef, hoe groter de kans werd dat ze weer zou gaan.

Ik zette koffie en deed er extra lang over. Dat was nog in de oude keuken.

Maar toen ik uit de keuken kwam, was haar blik helemaal niet zwart. Ze had haar laptop op schoot. Ik dacht dat ze series met me wilde kijken. Dat deden we vaak, 's ochtends, en dan ging ik er alleen 's middags even uit om boodschappen voor ons te doen.

"Ik wil weg."

"Ja! Laten we gaan! Waar zullen we naartoe gaan?"

Ik opende een site voor goedkope vluchten terwijl ik me realiseerde dat het niet over een vakantie ging.

"Nee. IK wil weg. Ik wil in het buitenland studeren."

Ik staarde naar de muren om ons heen. In de slaapkamer hing niets meer aan de muur. Het waren witte kale perfecte muren. Gesprekken klonken er hol, we praatten altijd zachtjes. Kleine woorden in een witte kamer. Er was iets anders. Normaal was ze gewoon opeens weg. Nu zei ze, rustig, dat ze weg wilde. Weg voor haar en weg van mij.

"Om eerlijk te zijn, ik had altijd al gedacht dat je dit op een dag zou zeggen."

Had ik dat ooit gedacht? Echt? Ze zei er niets op.

Ze zocht naar een universiteit op internet. Als ze iets besloot, dan voerde ze dat altijd meteen uit. Ik niet, ze zei altijd dat ik een kunst van mijn twijfel maakte, dat ik daarin schitterde. Ik schilderde de tijd tot stilstand.

Ze wilde naar New York.

Ze zette alles op alles en werd, natuurlijk, aangenomen. Zij was de enige die eraan twijfelde. We kochten een zware rode tweedehands rolkoffer, die ze aandachtig vulde met haar eerste uitrusting voor een nieuwe wereld. Van de lulligste dingetjes die ik haar gegeven had, deed ik verongelijkt alsof ze van mij waren. Soms is het makkelijker om te laten zien dat je gehecht bent aan spullen.

De maanden daarna was ze heel lief voor me. Ze zei al haar fotoshoots af die niet betaalden en we kookten elke avond een nieuw en raar gerecht. Ze leerde mijn vrienden eindelijk kennen en verstopte overal briefjes voor me. We vergaten de briefjes die ik jaren daarvoor had verbrand. We maakten zo veel mogelijk foto's van onszelf met haar polaroid. Charlie ging weg, maar het zou niets veranderen. We waren zwaluwen, die vonden elkaar toch altijd terug. Op de ochtend dat ze vertrok moest ik ergens zijn voor werk, ik weet niet eens meer waar. Dat was beter.

Toen ik terugkwam lagen er twee foto's op tafel, foto's die ze van zichzelf had genomen met haar polaroid, vlak voor ze vertrok, op het balkon. De flits had haar heel wit gemaakt, maar ik had haar nog nooit zo gelukkig gezien. Ik had haar nog nooit gelukkig gezien.'

De oorspronkelijke versie van deze column verscheen eerder in ELLE oktober 2017.