Het Sociaal Cultureel Planbureau slingerde eerder deze week een nieuw rapport de wereld in met als kop: 'Jonge vrouwen: vaak een deeltijdbaan en daardoor minder economisch zelfstandig.' Een interessant onderzoek met de vrouw in de hoofdrol als lijdend voorwerp.

'Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid,' riep de campagne destijds en zei mijn vader altijd toen ik een klein meisje was. Ik moest makelaar worden - dat leek 'm wel wat voor mij - en zelfstandig. Ik ben ergens tussenin geëindigd: freelance journalist mét Funda-verslaving. Verder ben ik 31, hoog opgeleid, werk gemiddeld net geen 40 uur per week, en ja: vriendlief verdient meer, hoewel lager opgeleid. Daarentegen ben ik wel financieel zelfstandig, werk ik wanneer en waar ik wil en ik reis veel. Maar toch ben ik een ietwat triest geval volgens de insteek van de uitkomsten van het onderzoek van het SCP.

Een kleine opsomming van de (shocking!) highlights van het onderzoek: jonge vrouwen werken vaker in deeltijd dan jonge mannen (63% van de vrouwen van 18-25 jaar heeft een deeltijdbaan, tegen 30% van de mannen en dit neemt alleen maar toe); het uurloon tussen jonge vrouwen en mannen is verschillend (vrouwen van 30-35 jaar verdienen een lager uurloon dan hun mannelijke collega's) en vergeleken met andere Europese landen kent Nederland de grootste verschillen in het aantal gewerkte uren tussen jonge vrouwen en mannen.

Begrijp mij niet verkeerd: ik ben helemaal vóór vrouwen aan de top en al helemaal vóór gelijk loon voor gelijk werk. Maar wat mij stoort aan het onderzoek is de framing van de Nederlandse vrouw als arme ziel die gedoemd is tot parttimewerk en de daarmee samenhangende benadering van succes.

Dat laatste lijkt namelijk gelijk te staan aan jezelf 60 uur te pletter werken in een muf kantoorpand. Maar is aanwezigheid niet een hele achterhaalde manier van denken als het aankomt op succes en carrière? Zegt output niet meer dan aanwezigheid? Moet je echt minstens 40 uur per week werken om succesvol te kunnen zijn? Tja, want drukke mensen zijn nou eenmaal succesvol. En druk ben je door je 45 uur per week op een kantoorstoel door te brengen, en de mensen die dat doen zijn dus blijkbaar mannen. Maar zoals Marloes van Raamsdonk in de Volskrant al treffend aankaart: wie zegt dat de man zo graag 40 uur per week wil werken? Haar gok is dat het voor mannen not done is om minder te werken.

Als ik mezelf vergelijk met mensen die wel 40 uur per week op kantoor doorbrengen dan denk ik dat ik het bijzonder goed heb geregeld. Ik werk niet op aanwezigheid, maar op output. En dat vind ik niet alleen, dat vinden die vrienden die meer dan 40 uur per week moeten ploeteren ook.

Dan tot slot het puntje salaris. Want de uitkomst dat vrouwen minder verdienen is wel degelijk als negatief te bestempelen. Volgens het onderzoek starten vrouwen met een hoger salaris dan mannen (want vrouwen zijn vaker hoger opgeleid dan mannen), maar na hun 30e gaan ze minder werken en gaan de mannen meer verdienen. Ik gok op deze verklaring: vrouwen baren rond hun 30e, gaan dan minder werken want een man die minder gaat werken is nog steeds een beetje lastig. En promoties worden nou eenmaal veelal gegeven op basis van aanwezigheid. En de eerste grote stappen in je carrière maak je als dertiger. Resultaat: verschil in loon tussen mannen vrouwen.

Dus, hoog tijd voor meer keuzevrijheid én respect voor de keuzes van parttimers. Voor zowel de vrouw en misschien nog wel meer voor de man.