Het was uit. Voor de zoveelste keer, maar nu meende hij het echt. Hij hoefde me niet meer. Dagen heb ik in foetushouding doorgebracht, opgekruld voor de kachel. I Can't Make You Love Me, Nothing Compares 2 U, How Can You Mend A Broken Heart en andere klassieke tranentrekkers op repeat.

Ook op repeat: de vraag waaromwaaromwaarom. Ugh, liefdesverdriet is de hel. Niets doet je zo waardeloos voelen. Ooit vond hij, of zij, jou het einde. Je voelde je veilig, hebt je intiemste geheimen verteld, het aangedurfd om kwetsbaar te zijn. Deze persoon wist waarom je bang bent voor poedels, en dat er in je nachtkastje een mottige knuffel ligt waarvan je maar geen afscheid kunt nemen. En nadat hij of zij je steeds beter leerde kennen, ben je afgekeurd. De oeverloze gesprekken, de intense seks, de grappen die alleen jullie snappen… Het hoeft niet meer van degene van wie jij nog steeds houdt. Exit.

Iedereen gaat anders met liefdesverdriet om. De een voelt zich na een paar weken alweer een stuk beter, een ander is na jaren nog niet de oude. Wie veel moeite heeft om eroverheen te raken, kan vaak niet op begrip rekenen. 'Moet je nou nog steeds grienen om je ex? Kom op hé.' 'Genoeg vis in de zee toch?' 'Hup, zoek wat leuks uit op Tinder.' Maar liefdesverdriet kan enorm ingrijpend zijn. Niet alleen geestelijk, maar ook lichamelijk. Je hart kan écht pijn doen.

Hoe kan het dat je iemand toelaat in je leven die je eerst nauwelijks kent en dat diegene vervolgens zo veel met je kan doen?

De Vlaamse actrice en psychologe Leen Dendievel studeerde af op de verstrekkende gevolgen van liefdesverdriet en schreef er een boek over: Hard (Horizon). 'Ik wilde iets onderzoeken waar ik zelf al jaren mee zat. Hoe kan het dat je iemand toelaat in je leven die je eerst nauwelijks kent en dat diegene vervolgens zo veel met je kan doen? Met je functioneren, met je lijf? Dat je zo veel verdriet kunt hebben? En kun je daar ook aan sterven, aan een gebroken hart?' De persoon die ooit een vreemde voor je was, staat na een tijdje net zo dicht bij je als een familielid.

Na twee jaar ben je net zo gehecht aan je partner als een kind aan zijn moeder, valt in het boek van Dendievel te lezen. Als je geliefde vervolgens vertrekt, wordt je hele hormoonhuishouding in de war geschopt. De stoffen die passie en angst veroorzaken nemen toe, waardoor je de liefde alleen maar heviger ervaart. Je kunt aan niets anders meer denken. Aan de mooie momenten samen, aan de vraag of je iets verkeerd hebt gedaan, of er een ander is, of je een inferieur menspersoon bent… Het gaat maar door. De dwangmatige gedachten zorgen dat je niet kunt ontspannen. Je raakt gestrest. Dat heeft zijn weerslag op je lijf: je kunt moeite hebben om te slapen of slaapt juist heel veel, je kunt kortademig raken en je eetlust verliezen. Onder andere – de lijst mogelijke ellende is nog langer. De mensen met liefdesverdriet die Dendievel voor haar boek interviewde noemen migraine, hyperventileren, buikpijn, haaruitval en uitputting.

Rianne (29) werd na een relatie van vijf jaar aan de kant gezet. Behoorlijk out of the blue; kort tevoren was haar ex nog dolblij dat ze zouden gaan samenwonen. Geen wonder dus dat ze dag en nacht aan het piekeren sloeg: 'Ik kon het maar niet begrijpen, het was alsof ik een vierkant blok in een rond gat moest duwen. Het maakte dat ik letterlijk mijn verstand aan het verliezen was.' De fysieke impact van de breuk was dan ook enorm: 'Het leek alsof ik onder water zat. Omdat ik zo aan het worstelen was, voelde ik de hele tijd spanning en pijn in mijn keel en op mijn borst. Ook na ruim een jaar nog. Het was alsof ik chronisch letsel had.'

TREURDEADLINE

In haar boek zet Leen Dendievel uiteen hoezeer liefdesverdriet in de buurt komt van rouwen. In beide gevallen is er een groot verlies, dat moeilijk te verwerken is. Rianne: 'Ik denk dat die vergelijking vrij treffend is. Voor mij waren er verschillende fases van liefdesverdriet, net als bij rouwen.' Dendievel bespreekt de fases van liefdesverdriet zoals die zijn beschreven door de Canadese Helen Fisher, in haar boek Why We Love uit 2004. Fisher is een antrolopoge en expert op het gebied van liefde en aantrekkingskracht. Volgens haar is de eerste fase van liefdesverdriet er een van protest. Daarin komen de rouwfases van ontkenning, woede en onderhandeling samen. Alles in je lijf schreeuwt: nee! Dit kan niet waar zijn! Je verzint plannen om je ex terug te winnen, bestookt hem of haar met berichtjes en bent af en toe woest. Mensen kunnen zelfs totaal overboord gaan en stalken of een crime passionel plegen. De tweede en laatste fase, die van berusting, bevat de rouwstadia van depressie en acceptatie. Het begint tot je door te dringen dat de ander je echt niet meer wil, en dat er niets aan te doen valt. De energie vloeit uit je en je voelt je gedeprimeerd. Je hebt nergens zin meer in en wil alleen maar lamlendig in huis rondhangen. Maar uiteindelijk zul je, stukje bij beetje, je nieuwe werkelijkheid leren accepteren.

Uit het onderzoek bleek ook dat vrouwen meer en eerder dan mannen lichamelijke klachten vertonen als gevolg van liefdesverdriet.

Het kan echter ook zo zijn dat de acceptatie op zich laat wachten en je in de depressieve fase blijft hangen. Dan houden de sombere gevoelens aan en wordt het moeilijk om te werken en sociaal te functioneren. Volgens een onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen hebben vrouwen twee keer zoveel kans als mannen om na een verbroken relatie een depressie te krijgen. Onderzoeker Gert ter Horst, hoogleraar neurobiologie, zei in de Volkskrant dat huisartsen vervolgens te snel antidepressiva voorschrijven aan deze vrouwen. Volgens hem is het beter om in gesprekstherapie te gaan. Uit het onderzoek bleek overigens ook dat vrouwen meer en eerder dan mannen lichamelijke klachten vertonen als gevolg van liefdesverdriet. Waarom vrouwen het zwaarder hebben, is nog niet helemaal duidelijk. Wel blijkt uit hersenscans dat het gebied voor pijnverwerking bij mannen met liefdesverdriet groter is dan bij vrouwen, en dat vrouwen met liefdesverdriet meer visualiseren.

Rianne wil overigens voor haar zware periode het woord depressie niet in de mond nemen: 'Het is niet zo dat ik in die twee jaar dat ik liefdesverdriet heb gehad nergens van kon genieten. Er waren ook mooie momenten. En ik functioneerde. Alleen moest ik de pijn onderdrukken om te kunnen functioneren, waardoor ik me gespannen voelde.' Vrouwen raken niet alleen vaker depressief, ze sterven ook vaker aan een gebroken hart dan mannen. Dat vond Leen Dendievel uit toen ze ging onderzoeken of mensen echt konden overlijden aan liefdesverdriet. Dat bleek inderdaad zo te zijn, al is het zeldzaam. Er bestaat zoiets als het gebrokenhartsyndroom, waarbij een deel van de hartspier niet meer samentrekt. De oorzaak is meestal een hevige emotionele klap, zoals een verbroken relatie of overlijden van een geliefde. Dendievel: 'Het syndroom ontstaat niet altijd door liefdesverdriet en mensen sterven er niet altijd aan, maar het kan wel. Dat mogen we niet ontkennen.'

Het mag duidelijk zijn dat liefdesverdriet niet onderschat moet worden. Je hoofd en lijf raken danig van de rel als je wordt verlaten. En het kan lange tijd duren voor je weer een beetje opkrabbelt. Dendievel: 'Niemand kan een deadline voor jouw liefdesverdriet geven.' Maar zoals gezegd is er in de omgeving soms weinig begrip. Zo vond een vriendin van Rianne dat ze wel meteen naar de fase van acceptatie kon skippen. 'Ze zei: "Als iemand tegen mij zou zeggen dat hij niet meer van me houdt, zou ik dat gewoon accepteren." Alsof ik gek was, mijn pijn niet legitiem was. Andere vrienden deden ook alsof het niet zo'n big deal zou moeten zijn. Terwijl het voor mij voelde als het grootste wat ik ooit had meegemaakt.'

HECHTINGEN

Of iemand een flinke klap krijgt van een breuk, of er redelijk vlot weer overheen is, hangt met vele factoren samen. Natuurlijk met de duur en intensiteit van de relatie, en de manier waarop die is uitgegaan. Maar ook met iemands verleden en persoonlijkheid. Dendievel weidt in haar boek uit over de verschillende hechtingsstijlen van mensen. In je jeugd hecht je je aan je ouders of verzorgers. Als zij je een warm thuis gaven en tegemoet kwamen aan jouw behoeften en verlangens, ben je waarschijnlijk veilig gehecht. Je kunt je gevoelens uiten en staat open voor die van anderen. Je bent zelfverzekerd en kunt iemand vertrouwen schenken. Bij tegenslag stuiter je redelijk snel weer terug, omdat je een veilige basis hebt. Het ligt anders als je niet altijd kon vertrouwen op de goede zorg van je ouders. Dan kun je angstig gehecht zijn, wat wil zeggen dat je een laag zelfbeeld hebt en je snel vastklampt aan je geliefde. De mening van anderen is enorm belangrijk en je bent als de dood te worden afgewezen. Een mindere band met je ouders kan ook leiden tot een vermijdende hechtingsstijl. Als je in je jeugd hebt meegekregen dat je er alleen voor staat, kun je je het veiligst voelen als je niet aan iemand gehecht bent. Liever ben je op jezelf en vermijd je emoties. Je hechtingsstijl bepaalt voor een belangrijk deel hoe je met liefdesverdriet omgaat. Iemand die veilig gehecht is, zal zijn of haar veilige basis waarschijnlijk uiteindelijk weer vinden. Maar iemand die angstig gehecht is, ziet in de breuk een bevestiging van het lage zelfbeeld: zie je wel, ik bén minderwaardig. Met alle depressieve gevoelens van dien. Vermijdend gehechten zien bevestigd dat ze inderdaad het beste alleen kunnen zijn: liefde, het levert alleen maar verdriet op.

Het rottige is dat je hechtingsstijl ook deels bepaalt voor wie je valt. Veilig gehechte types vallen vaak op andere veilig gehechten. Anderen gaan eerder voor de lastigere gevallen. Zo ook Rianne: 'Ik ben vooral teleurgesteld dat ik, ondanks al mijn inspanningen, de relatie met mijn vader heb herschapen. Ook hij zeí altijd aan me toegewijd te zijn, maar was er uiteindelijk nauwelijks voor me. Als het erop aankwam, koos hij voor zichzelf. Hoe kon ik weten dat mijn ex ook zo zou zijn? Waarom koos ik eigenlijk voor hem? Ik denk dat er een dynamiek is die je herkent en die vertrouwd voelt.'

Je leert mensen beter inschatten. Als je een paar soortgelijke partners hebt gehad die je hart hebben gebroken, dan denk je: nee, dit gaan we niet meer doen.

Gelukkig ben je niet gedoemd om de rest van je leven belabberde partners uit te zoeken. Leen Dendievel: 'Je leert mensen beter inschatten. Als je een paar soortgelijke partners hebt gehad die je hart hebben gebroken, dan denk je: nee, dit gaan we niet meer doen. En dan vermijd je ook liefdesverdriet.' Je ervaringen kunnen er ook voor zorgen dat je eigen manier van hechten evolueert. Dendievel: 'Je kunt niemand definitief in een hokje stoppen, mijn hechtingsstijl is in de loop van de jaren ook veranderd. Als je angstig gehecht bent, kun je je bij een partner met een veilige hechtingsstijl zo veilig gaan voelen dat je die stijl overneemt.'

Voor mij ligt het liefdesverdriet alweer ver in het verleden. Ik kwam na niet al te lange tijd weer van mijn stek voor de kachel vandaan. I Can't Make You Love Me maakte plaats voor een blijere playlist en mijn ex voor een veel leukere man. Met charmante maar bindingsbange klojo's had ik het wel gehad. Maar ik zal nooit vergeten hoe ontzettend verdrietig het voelt om in de steek te worden gelaten. Dendievel: 'Iedereen heeft het weleens meegemaakt. En toch blijft het taboe om toe te geven dat je afhankelijk van iemand bent. Dat is zo jammer. Heel wat mensen hebben me naar aanleiding van mijn boek gezegd: "Ik ben zo blij dat ik niet alleen ben. Dat ik nu besef: ik mag toegeven aan mijn verdriet, want het is niet raar of overdreven."'

De oorspronkelijke versie van dit artikel verscheen eerder in ELLE mei 2017.