Op internet staat een geestige analyse van de generatie die nu aan haar volwassen leven begint, grofweg geboren tussen 1980 en 1995. ‘Why generation Y yuppies are unhappy’ is de titel van het stuk van Tim Urban (op waitbutwhy.com), waarin met heldere grafiekjes en ironische plaatjes een somber beeld van deze lichting wordt geschetst.

De huidige generatie twintigers en dertigers is ongelukkig, is het uitgangspunt. Dat komt volgens Urban – gestaafd door het onderzoek van een professor – doordat ze veel te hoge verwachtingen heeft van het leven. Gen Y (ook wel millennials, de confettigeneratie of generatie Alles genoemd) wil een prachtige carrière vol passie en succes. Deze jonge mensen zijn immers opgegroeid in een optimistische tijd van grenzeloze economische groei die dat allemaal beloofde. Hun ouders, of liever: onze ouders (schrijfster dezes komt uit 1987, dus mag ‘wij’ zeggen) voedden ons niet alleen op met toenemende welvaart, maar ook met het beeld dat we heel bijzonder zijn, uniek.

Maar geluk is realiteit minus verwachtingen. Dus als de werkelijkheid (recessie, bezuinigingen, te weinig talent) achterloopt bij die gouden bergen, rode lopers en in jacquet gestoken chauffeurs in ons hoofd, worden we massaal depressief.

Het artikel verscheen eind 2013 en was destijds al een half miljoen keer op Facebook gedeeld. Zo nu en dan ontdekt iemand in mijn tijdlijn het weer, en plaatst diegene de link met een begeleidende tekst als ‘Haha, true!’ of ‘Tja, heel raak.’ Velen herkennen zich in het levensgevoel dat het artikel evoceert, het gevoel verloren te zijn in de wereld, alsof we ons leven lang blij zijn gemaakt met een dooie mus.

VERWEND EN LUI
In navolging van het stuk is er veel gediscussieerd over het ‘probleem’ van Gen Y. In de Volkskrant verscheen bijvoorbeeld een opiniestuk van filosoof Niels van den Dungen, die zegt dat Y’ers zich in hun studiekeuze te veel laten leiden door de zoektocht naar geluk en daarbij niet nadenken over wat de arbeidsmarkt nu werkelijk nodig heeft. Een interessante baan is op dit moment echter moeilijk te vinden. We stellen te hoge eisen, want we zijn verwend met economische voorspoed en vinden die comfort zone – ten onrechte – vanzelfsprekend. Of de keuzevrijheid is te groot, jonge mensen komen erin om, zeggen anderen. We beginnen studie na studie en maken niets af. Hard werken en verantwoordelijkheid nemen willen we niet. ‘Verlengde adolescentie’ wordt dit genoemd.

Studente filosofie Rianne Philipsen ging de volgende dag tegen het opiniestuk in de Volkskrant in, en schreef dat de prestatiedruk op deze generatie, waartoe zij zelf behoort, te hoog is. Ouders en opleidingen verwachten van ons dat we excelleren en onze potentie tot het uiterste benutten, maar daar kunnen of willen we niet aan voldoen. Steeds meer jonge mensen schroeven hun doelen bewust omlaag. Geen achten halen maar zessen, liever op de markt werken en een vrijer bestaan leiden, dan een topfunctie hebben en een burn-out. Anders raken we net zo uitgeblust als de generatie die nu veertig en vijftig is. Dat heeft niets met luiheid of belsuiteloosheid te maken, vindt Philipsen, maar met een voorkeur voor een andere invulling van het leven.

GIRLS
Het beeld van de verwende, luie of zelfzuchtige Y’er komt ook naar voren in de tv-serie Girls (elk artikel over deze generatie komt uiteindelijk uit bij de geroemde HBO-serie). Hoofdpersoon Hannah Horvath waant zich een beroemd auteur, terwijl ze haar eerste e-book nog moet schrijven. Ondertussen onderhoudt ze zichzelf met bijbaantjes, waar ze zich als een gearriveerde diva gedraagt. Haar vriendinnen zijn al even onsympathiek: de hautaine Marnie zoekt naar een doel in haar leven, Jessa kan zich niet binden en ligt cokesnuivend op bed, de rijke Shoshanna is een zielloos prinsesje. ‘Het meest rake generatieportret van die ongrijpbare groep jonge figuren (inderdaad: overwegend blank, creatief, grootsteeds, hoogopgeleid) waarvoor we maar namen blijven bedenken,’ omschrijft tv-criticus Nina Polak (1986) de serie in de Correspondent.

De stelling dat millennials ongelukkig zijn lijkt gangbaar. Maar klopt deze wijdverbreide mineurstemming wel? Zijn wij echt allemaal mislukt, burned-out en depressief? Gelukkige jongeren mengen zich nauwelijks in het debat, of worden genegeerd – slecht nieuws verkoopt immers altijd beter. Maar voor dit jubileumnummer vonden we met gemak succesvolle, bloeiende 25-jarige vrouwen. Vrouwen uit ELLE’s geboortejaar 1989 die precies weten wat ze willen en die op zo’n jonge leeftijd al heel ver op weg zijn om daar te komen. Advocaten, kunstenaars en artiesten, zakenvrouwen, zelfs al een museumdirecteur. Van een quarter-life crisis, nog zo’n modewoord, is bij hen geen sprake.

Hoe kan het dat deze vrouwen het zo goed doen? Dat is eigenlijk een veel interessantere vraag dan al die naar Maarten van Rossem ruikende pessimistische analyses. En dan heb ik het niet alleen over die specifieke 25 heldinnen; zij staan symbool voor een veel grotere groep. Het is natuurlijk nooit zo dat een hele generatie onsuccesvol of ongelukkig is, je hebt altijd uitzonderingen. De bedenker en maker van Girls, Lena Dunham, is zelf inmiddels megaberoemd en door velen geprezen. Sommigen hebben geluk, hadden een goed idee, kennen de juiste mensen. Maar er is meer gaande: een kentering in de tijdgeest, een nieuw verhaal. En precies dat voelen veel van de succesvolle 25’ers goed aan.

TIJDGEEST
Iets langer dan 25 jaar geleden, in 1987, zei Margaret Thatcher, premier van Engeland, in een beroemd geworden toespraak: ‘Er bestaat niet zoiets als een samenleving. Ik zie alleen individuele mannen en vrouwen.’ De uitspraak wordt nog vaak aangehaald, omdat hij precies verwoordt welke filosofie de afgelopen 25 jaar centraal stond: het neoliberalisme. Het neoliberalisme is een gedachtegoed waarin de mens alle vrijheid krijgt om zichzelf te ontplooien, zonder dat hij verplichtingen heeft jegens anderen (de ‘samenleving’ die Thatcher ontkende). Het is ieder voor zich, volgens dit denkbeeld, in een ratrace naar economisch succes. Alles draait om ambitie, om excelleren en scoren. Gelukkig zijn is dus je eigen verantwoordelijkheid, ieder mens moet het voor zichzelf creëren.

In deze tijd werden de Y’ers geboren en zaten onze ouders midden in hun loopbaan. Onze ouders hebben veel voordeel gehad van het dominante neoliberalisme. De economie bleef maar groeien. Inkomens stegen snel, iedereen kon een huis en een mooie auto kopen. De babyboomers hadden het veel beter dan hun ouders, onze grootouders, die veelal de oorlog nog hebben meegemaakt en de zware recessie in de jaren ervoor. Niet zo gek dat Y’ers opgroeiden met hoge verwachtingen van de toekomst: ook wij zouden het weer beter hebben dan onze ouders, maar we moeten het wel zelf gaan halen.

VERSCHUIVING
De crisis die in 2007 op de beurzen begon en tot een mondiale recessie leidde, heeft daarin veel veranderd. Opeens bleek de economie niet grenzeloos te kunnen groeien. De banken, die het neoliberalisme uitbundig eer aan deden, werden schuldig bevonden. Maar er zijn meer schrijnende gevolgen van dit gedachtegoed. De natuur en mens raakt uitgeput. Grondstoffen raken op, burn-outs en depressies komen nu veel vaker voor.

Thatcher is anderhalf jaar geleden gestorven, in een duur hotel. Rond die tijd groeide er een ander idee, een wereldbeeld waarin de mens niet als individu wordt benadrukt, maar als sociaal wezen, als onderdeel van de samenleving – precies wat Thatcher ontkende. Allerlei filosofen, sociologen en andere wetenschappers schrijven erover. Socioloog Christien Brinkgreve beschrijft deze ontwikkeling in haar nieuwste boek Vertel. Over de kracht van verhalen (Atlas Contact). We hebben het neoliberalisme niet van de ene op andere dag van ons afgeschud, analyseert Brinkgreve, maar het wordt langzaamaan duidelijk dat er een verschuiving gaande is. ‘Er komen andere woorden op, zoals verbinding, duurzaamheid, balans, energie, empathie, betrokkenheid, verantwoordelijkheid,’ schrijft Brinkgreve. ‘Relationele woorden die passen in een ander verhaal, het verhaal over het belang van de context, van anderen die tot steun kunnen zijn.’

Niet voor niets zijn social media nu zo belangrijk: het sociale aspect in de mens kunnen we niet langer negeren. Selfies, hét culturele fenomeen dat deze tijd definieert, zijn pas leuk als je ze op Instagram zet en anderen ze kunnen liken. We willen kunnen delen waar we mee bezig zijn.

‘IN JE EENTJE KOM JE ER NIET'
Generatie Y'ers zijn de voorlopers van dit nieuwe ‘paradigma’, deze blik op de wereld. Zij zoeken allen verbinding met anderen, via muziek, kunst of hun zakelijke expertise. Ze zijn wars van blinde ambitie ten koste van anderen. Zoals advocate Kris de Wit. Het kantoor in Arnhem waar zij werkzaam is, verdedigt veel cliënten die geen dure advocaat kunnen betalen. ‘Succes is niet mijn drijfveer,’ zegt De Wit. ‘Het gaat goed in mijn werk omdat ik een perfectionist ben, niet omdat ik koste wat kost wil winnen. Ik vind het belangrijker dat ik mensen kan helpen. Achter een juridisch conflict zit een heel verhaal, dat vind ik interessant om te ontrafelen.’

Violiste Sumire Hara heeft een totaal ander beroep, maar noemt dezelfde drijfveer. Rond haar veertiende begon ze te beseffen dat ze van de muziek haar beroep wilde maken. ‘Je communiceert werkelijk met het publiek als je speelt. Anderen raken, dat is waarom ik musiceer. Het had net zo goed een ander instrument kunnen zijn dan de viool, het gaat mij om het creëren van een soort hemelse ervaring voor de toehoorder.’ Als je voor je eigen eer gaat, kom je niet ver in de muziekwereld, zegt Sumire. ‘De succesvolste musici die ik ken, leven helemaal voor de muziek. Het is hen niet om de roem te doen.’

In het bedrijfsleven vindt de omkering ook plaats. Sinds de crisis is er behoefte aan een ander soort leiderschap, vertelt consultant Annemarie van Iren. ‘Een feminiene stijl van leiding geven wordt nu meer gewaardeerd bij de grote bedrijven, iemand die kan motiveren en verbinden. Een dominante, hiërarchische stijl past niet meer bij deze tijd.’

AAN HET BEGIN
‘In mijn eentje was ik niet zo ver gekomen,’ zegt ook modeontwerper Annemarie Westen. Westen had geen hoge verwachtingen toen ze met haar modelabel AM\WESTEN begon. Ze vindt het belangrijk om realistisch te zijn in haar bedrijf. ‘Niet elke werkdag is leuk, dat hoeft van mij ook helemaal niet. Ik moet soms honderd keer bellen voor een winkel mijn lookbook wil bekijken. Nederigheid en doorzettingsvermogen, dat is wat je in dit vak moet hebben om er te komen.’ Zelf blijft ze het liefst achter de schermen, ze laat haar kleding voor zich spreken. ‘Vrouwen mooier laten zijn door het juiste kledingstuk is mijn ambitie’, vertelt Annemarie.

De mens als gemeenschapsdier – nieuw is het niet, eeuwenoud zelfs, maar voor de mensen die nu leven is het wel een omwenteling. We staan weliswaar pas aan het begin. Het oude idee van meetbare prestige zit er nog altijd een beetje in – bij de media en de onderzoekers die somberen over de geringe prestaties van deze ‘verloren generatie’, bij oudere generaties die zich minder snel aanpassen. En ook bij leeftijdsgenoten, die teleurgesteld zijn in hun kansen op een goede baan, in de honingzoete toekomstperspectieven van hun jeugd, en daar nog geen antwoord op hebben gevonden. Zij zien misschien nog niet dat er ook een ander verhaal te vertellen is.

De 25-jarigen in dit nummer geven een andere betekenis aan wat het betekent om succesvol te zijn. Maximaal presteren is niet meer het streven, liever gaan ze voor optimaal presteren. In dat ene woord zit een heel andere tijdgeest, meer in balans met de wereld om ons heen. Niet knallen tot we er doodop bij neervallen, niet scoren over de rug van anderen. Presteren om het presteren is op zijn retour.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE.

Wat is de ul-tie-me sleutel naar geluk? >