Ok, de titel was misschien ietwat misleidend. Je verwachte waarschijnlijk een sexy verhaal over polyamorie. Sorry daarvoor. Dit verhaal gaat over mijn man, die overleed, en hoe ik nu een vriend heb. En daar komen allemaal gevoelens bij kijken.

Zoals irritante stelletjes je altijd willen vertellen, ben ook ik hem tegengekomen toen ik niet zocht. Het was een jaar nadat mijn lieve man Aaron in mijn armen doodging aan een kankergezwel dat hem van binnenuit ‘opat’. 35 jaar was hij, en toen was hij er opeens niet meer.

Drie jaar van ons huwelijk heb ik naast Aaron doorgebracht. Afspraken met artsen maken, ervoor zorgen dat hij zijn chemo-pillen op tijd innam. ‘s avonds The Sopranos kijken. In de nacht in mijn eentje wakker geworden om de baby te voeden zodat hij kon doorslapen.


'Ik ben hem tegengekomen toen ik niet zocht' 

DE LIEFDE BEGRAVEN
‘Maak je geen zorgen, je bent nog steeds jong en mooi’, vertelden ze mij terwijl ik half aangeschoten en compleet aangeslagen op de begrafenis van mijn man stond. Ik was 31 jaar oud en helemaal niet op zoek naar een nieuwe man. De man waar ik zielsveel van hield, was namelijk zojuist begraven.

Ik wist heus wel dat ze gelijk hadden, ja ik zou iemand vinden. Ik zou heus niet alleen blijven. Mannen voelen zich aangetrokken tot krachtige en getekende vrouwen, iets wat ik merkte in de maanden na de begrafenis. Genoeg mannen wilde ‘het’ wel een kans geven.

En ik was eenzaam genoeg om daar in mee te gaan. Ik was ook eenzaam genoeg om een andere man te kussen. Maar ook dacht ik nooit meer helemaal tot leven te komen, dat ik al mijn liefde mee had begraven met mijn man.


‘Maak je geen zorgen, je bent nog steeds jong en mooi’, vertelden ze mij terwijl ik half aangeschoten en compleet aangeslagen op de begrafenis van mijn man stond' 

IN ZIEKTE & GEZONDHEID
Ik ontmoette Aaron in de herfst van 2010. Onze eerste date duurde 6 uur en eindigde met het idee dat we voor altijd samen zouden blijven. We waren dag en nacht met elkaar bezig. Ieder vrij moment spendeerden we samen: we keken onze favoriete tv-programma’s, speelden triviant in donkere barretjes en maakten kerstkoekjes met vrienden. We deden alles wat verliefde stelletjes doen en toen werd mijn vriendje ziek. Ongeneeslijk ziek. Met iedere chemo-pil en MRI-scan verdubbelde en verdrievoudigde ook mijn liefde voor hem.

Twee weken nadat een tumor zo groot als een golfbal bij hem was verwijderd, trouwden we. We zeiden dezelfde worden als onze ouders en grootouders hadden uitgesproken: in voor- en tegenspoed, ziekte en gezondheid en in armoede en rijkdom, tot de dood ons scheidt.

We hadden vier jaar samen. Vier jaar waarin we Buffy keken en kaas aten in ons bed. Een hersentumor had Aaron van zijn zelfbeschikking beroofd, we konden niet zoveel anders. In die vier jaar leerde ik wat het was om echt lief te hebben. We deden alsof alles goed was, zelfs als hij een beroerte kreeg in het bijzijn van gasten en we naar de dichtstbijzijnde bank moesten spoeden zodat hij niet op de gasten zou vallen.

ZOVEEL MOGELIJK LIEFHEBBEN
Toen Aaron zijn laatste adem uitblies om daarna nooit meer te inhaleren, voelde het alsof mijn hart opening en het geheim van het leven naar binnenkwam: je moet zoveel mogelijk liefhebben.

Maar het leek alsof ik het niet kon. Ik was bang dat ik alles had opgemaakt aan Aaron. Door het strikken van zijn veters, hem dragen naar de badkamer, van de verzorging tijdens zijn meest intense ziektedagen.

Zoals ik al zei: ik was heus niet zo dom om te denken dat er nooit meer iemand zou komen. Ik was 31 jaar, ik zou ook heus nog wel een keer seks met iemand hebben. Daar zou het dan bij blijven: een man die van mij zouden maar die ik helemaal niets terug zou kunnen geven behalve seks. Niet echt iets waar mannen voor in de rij staan.


'Ik schreef: Ik vind je ongelooflijk knap en grappig. Je zou me eens uit moeten vragen' 

TWEE HARTJES
Nadat de eerste hersenoperatie van mijn man was geslaagd, nam ik op mijn pols een tatoeage van twee kleine hartjes, door Aaron getekend. Het ene hartje was naar mij gericht, het andere hartje naar ‘de ander’, wat me eraan moest helpen herinneren dat ik liefde kan ontvangen, maar ook liefde kan geven.

Je moet nooit te veel frunniken aan verse tatoeages, maar ik bleef er maar aan krabbellen terwijl ik naast een vreemdeling in de tuin van een wederzijdse vriendin zat. Hij was grappig, knap en een beetje verlegen. Hij reageerde ook helemaal niet vreemd toen ik vrijpostige vragen stelde zoals: vertel met iets over je scheiding.

De vreemdeling voelde steeds minder vreemd aan. Hij maakte veel oogcontact en lachte iets meer dan nodig was om mijn grappen – die ik van Twitter had gestolen maar waarvan hij geen weet had omdat hij geen social media had.

EEN HART MET KAMERS
De inmiddels niet zo vreemdeling meer is geen Aaron. Hij zal het ook nooit worden. Hij hoeft het ook helemaal niet te zijn. De plek die Aaron in mijn hart heeft ingenomen, zal altijd voor hem zijn. Wat ik na zijn dood leerde is dat je hart een ruimte is gevuld met geheime kamers waarvan je geen weet hebt, totdat je ze ontdekt. In de ruimte kan verdriet en leed heel goed leven met geluk en vrolijkheid. Dat is het fijne aan gevoelens: ze kunnen allemaal naast elkaar bestaan.

Dus kan ik rouwen en van iemand houden tegelijkertijd. Vandaar, mijn ‘hoe ik hem ontmoette toen ik er niet naar zocht verhaal’ is als volgt: we zaten in de tuin van mijn vriendin terwijl we ons warmden aan een wintervuur. Zijn stoel klapte in terwijl hij zichzelf voorstelde, waardoor zijn schoenen door de lucht vlogen en hij met zijn neus in de wijn viel. We bleven op tot middernacht en toen ik in mijn eentje in mijn auto naar huis reed, heb ik net zo lang op Facebook naar hem gezocht totdat ik hem vond. Ik schreef: Ik vind je ongelooflijk knap en grappig. Je zou me eens uit moeten vragen.

Bron: ELLE.com

Mijn vriend is woedend, maar zoenen is toch geen vreemdgaan? >