Van binnen ben ik een puber. Als ik iets verkeerd versta, wordt de tekst in mijn hoofd steevast omgevormd tot een schunnige uitlating. Als het dan om ‘standsverschillen en de elite’ blijkt te gaan, en niet om ‘gatver, billen en tieten’, verzucht ik het maar weer eens: ‘Er zit een veertienjarige jongen in mij.’ (Ja, ook om die opmerking moet die jongen dan weer hard grinniken.) Collega I. zei daarop ooit: ‘Just the one dear?’ (Dit vrij vertaald naar Absolutely Fabulous, waarin de met haar gewicht worstelende Edina riep: ‘Inside of me, there is a thin person just screaming to get out!’ waarop haar moeder vervolgens opmerkte: ‘Just the one dear?’) Hoe dan ook, echt volwassen worden, het wil maar niet lukken. De dertig ben ik inmiddels gepasseerd en het is niet zoals ik me had voorgesteld. Ik blíjf maar puberaal. 

BITCH PLEASE
Als je jonger bent denk je dat je, eenmaal dertigplus, wijs en zen wordt. Deels klopt dat wel. Het grote, verlammende probleem van de puber is natuurlijk niet een obsceen brein maar onzekerheid, en ik ben op veel terreinen een stuk minder onzeker dan vroeger. Hoor ik tieners kermen over niet-bestaande vetrollen en fictieve dikke billen, dan denk ik: goddank registreren mijn hersens tegenwoordig gewoon mijn spiegelbeeld, en verzinnen ze er niks bij. En laat iemand nu doorschemeren dat hij of zij mij een minder dan topkwaliteit mens vindt, dan vraag ik me eerst af of ik die persoon zelf wel zo fabelachtig vind. Zo niet: jammer dan, niet iedereen hoeft me tof te vinden. Maar op sommige gebieden ben ik geen donder opgeschoten. Teleurstellend vind ik het. Dat ik een steek van afgunst voel als ik een paparazzifoto zie van mijn lievelingsacteur die met een bloedmooie sloerie uit een nachtclub komt rollen: beetje sneu. Dat ik diepgravende, dagenlange analyses loslaat op een gesprek van twee minuten dat ik had met een man van wie ik onder de indruk ben: weinig productief. Dat ik Facebook check om te kijken of mijn post meer likes scoort dan een soortgelijk bericht van een kennis: bitch, please.


'Er zit een veertienjarige jongen in mij'

SLORDIGE ACTIES
Het zijn allemaal zaken waar ik boven zou moeten staan. Maar nee. Mezelf streng toespreken helpt, een beetje. Maar af en toe worden puberale gedachten omgezet in jammerlijke acties. Over die van mij zeg ik lekker niks, véél te beschamend. Nou vooruit, één: ik heb een fiets in een sloot gedeponeerd, omdat de eigenaresse op een feestje uit de hoogte deed tegen me. Gelukkig zijn er meer overjarige pubers. Vriendin L. bijvoorbeeld. Haar vriend heeft ooit in een bar bezopen staan zoenen met een vage kennis. Wat doe je dan, als je volwassen bent? Je geeft hem op zijn sodemieter, realiseert je dat jij net zo goed per ongeluk weleens zoiets zou kunnen doen (of hebt gedaan) en de vrouw in kwestie laat je verder buiten beschouwing – het is tenslotte geen vriendin van je, en jouw relatie is niet haar verantwoordelijkheid. Wat deed L.? Zij heeft midden in de nacht met een spuitbus ‘BITCH’ op de voordeur van de vrouw uit de kroeg geschreven. Ze was niet eens dronken. Wel strontjaloers op haar volle mond en lange donkere krullen. L. schaamt zich nu. Haar vriendinnen kunnen er wel om lachen, maar anders dan tienermeisjes staan ze niet te cheerleaden bij haar slordige actie.

Het kan nog erger. Sommige vrouwen laten het niet bij eenmalige stupiditeiten, zij zíjn puberale mean girls en zien niet eens in wat daar mis mee is. Zo hoorde ik over een vrouw die door een goede vriendin (midden dertig!) werd verzocht niet mee te gaan naar een feest. Zij ging daar namelijk heen met een nieuwe vriendengroep, en die wilde ze graag voor zichzelf houden. Je hoopt toch dat iedereen ouder dan veertien jaar zich wat grootmoediger kan opstellen.


'Het verlammende probleem van de puber is niet een obsceen brein, maar onzekerheid'

KINDERPRET
Nu is er puberaal gedrag, en er is ronduit kinderachtig gedrag – wat eigenlijk veel minder erg is. In mijn familie komt kinds doen nogal eens voor. Op mijn favoriete foto van mijn moeder hangt zij, daarop toch zeker ouder dan vijftig, breed lachend in een boompje. Mijn oma is 89 geworden en bleef tot het einde van haar leven haar tong uitsteken als ze het buitengewoon naar haar zin had. (Let wel: ze was al die tijd volledig bij zinnen, ze is nooit dement geworden.) Ik glijd vrijwel elke dag hard op mijn sokken over de gladde vloer van mijn gang – omdat het kan. Infantiel gedrag valt uiteraard niet alleen in mijn familie waar te nemen. Vriendin S. werd laatst door haar echtgenoot betrapt terwijl ze vol overgave voor de spiegel in een haarborstel stond te zingen. Misschien is het kinderachtigheid, misschien is het pure levensvreugde. Uiteraard denk ik graag het laatste. Zalig eigenlijk, om – heel anders dan pubers – even totaal niet bezig te zijn met je imago. Vooral nu iedereen op social media totaal zelfbewust zit te schaven en poetsen aan een cool, intellectueel en bloedjeknap beeld van zichzelf. 


'Social media maken pubers van ons allemaal'

Over social media gesproken: die maken pubers van ons allemaal. Neem een betrekkelijk onschuldige crush op een buurman of collega. Daar kun je nu echt genant lang en dus extreem puberaal mee bezig zijn. Vriendin K. is hele dagen kwijt aan de Facebookpagina van een barman die ze hot vindt. ‘Als ik dan ver na bedtijd nog foto’s zit te checken van een of andere vage ex-klasgenote van hem, haat ik mezelf echt. Vooral als ik dan ook nog jaloers word op die klasgenote, op basis van hoe leuk zij eruitzag in 1992. Dan roep ik om half drie ’s nachts heel hard tegen mezelf: “Get a grip, woman!”’

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE.