Voor Stichting Vluchteling reisde Hadassah de Boer (40) vorig jaar naar een van de grootste vluchtelingenkampen ter wereld in Kenia. De puinhoop en onmenselijke situaties die ze aantrof legde ze vast op camera.

  
Hoe voelt het om op zo’n plek te filmen?
‘Heel lastig. Vaak zijn mensen cynisch, kom je hier om ons te helpen of om je itempje te maken? Ik was eerder in de sloppenwijken van Nairobi, daar waren ze de camera’s echt gewend. Indirect werven we geld, maar dat merken ze niet direct.’

   
Heeft het zin de beelden te laten zien?
‘Jaaa, je móét de verhalen vertellen. Het moeilijkste is mensen bewust maken van wat zich daar afspeelt. De uitzending van Omroep Max waar mijn beelden later zijn uitgezonden, leveren meteen telefoontjes op.’

  
Vind jij mensen ongevoelig?
‘Nou ja, ik neem het niemand kwalijk. Hoeveel kun je eigenlijk hebben van wat er binnenkomt? Van wat je ziet op tv? Na mijn laatste bezoek aan het vluchtelingenkamp was ik een soort verdoofd. Als je daar bent ga je mee in het leven van alledag, in de overlevingsstand. Pas thuis werd ik misselijk. Onpasselijk. Je moet mensen zo aan hun lot over laten.’

  
Voel je je dan schuldig?
‘Niet omdat ik hier woon. Eerder machteloos. Een vrouw in het kamp greep me vast, deed haar hoofddoek af en smeekte me recht in mijn ogen: “Neem me mee.” Ik gaf heel praktisch antwoord, zo van: je komt er niet eens in, we hebben een heel strenge regering. Ik gebruikte in feite Wilders als excuus, haha. En ik merkte dat ik dat prettig vond. Daar voelde ik me later wel smerig over.’

  
Denk je weleens: dit is te erg om te filmen?
‘Ja, joh. In Liberia is tachtig procent van de vrouwen in de oorlog misbruikt. De regisseur met wie ik was, deed het werk al vijfentwintig jaar en was veel minder gevoelig. “Vraag even wat er door haar heen ging toen ze werd verkracht.” Verschrikkelijk! Het leverde interessante discussies op met de crew, moeten we dit eigenlijk wel doen?’

  
Maar toch is het antwoord ja.
‘Het wringt, maar levert ook positieve dingen op. In Kenia draaiden we bij een vrouw die net een baby had gekregen. Die baby werd tijdens het filmen ineens doodziek. We zijn in de auto gestapt om naar een hulppost te rijden. Tijdens de rit steeg de koorts en begon de baby met de ogen te rollen. En steeds die camera erop. Ik dacht: die gaat gewoon dood. Aangekomen bij de kliniek ging ze direct aan een infuus. De volgende dag moesten we natuurlijk weer gaan kijken en toen was ik zo bang dat die baby dood was. Wat een opluchting dat ze nog leefde en het beter ging. Dan ben je blij dat je het verhaal op camera hebt. Die hulppost is toch gefinancierd door de stichting.’

  
Ben je als tv-maker in conflict met jezelf?
‘Nou ja, er zijn wel dingen waarvan je je kunt afvragen of het de bedoeling is. Maar dat kun je ook bij de inhoud van Patty Brards darmen op televisie. Uiteindelijk sta je voor steeds voor hetzelfde dilemma. Tijdens het maken van de documentaire over Barry Hay had ik die momenten ook. Hoe zet je iemand neer? Je kunt iemand maken of breken. Aanwezig zijn met een camera is heel ongemakkelijk. Je wil natuurlijk het liefst filmen op de momenten dat hij dat niet wil. Dat voelt echt ongemakkelijk maar daar moet je doorheen.’

 
Voel jij je in het bijzonder begaan met vrouwen?
‘Ja, vrouwen zijn toch kwetsbaarder. En vaker slachtoffer. In december presenteerde ik een resolutie van de VN om vrouwen meer te betrekken bij vredesprocessen. Want in alle gebieden waar ik ben geweest zijn het vrouwen die het verschil maken. Die vrouwen in Afrika zijn echt hardcore. Mannen zijn nergens te bekennen.’

  
Je moeder is feministe Hedy d’Ancona. Heeft het daar iets mee te maken?
‘Vroeger dacht ik van niet. Maar je krijgt toch een bepaald gen toegevoegd. Al kun je het Westers feminisme natuurlijk niet vergelijken met Afrika, daar is het gewoon overleven. Ik voel me wel aangetrokken tot onverschrokken vrouwen. Tineke Ceelen (directeur van Stichting Vluchteling, red.) regelt eigenhandig een vliegtuig met hulpgoederen en maakt keuzes heel doortastend. Recht door zee, daar hou ik van.’

  
Is het een voordeel om bekend te zijn?
‘Ik weet niet of ik dat ooit heel prettig heb gevonden. Ik heb natuurlijk makkelijk lullen, want ik word wel voor dit soort dingen gevraagd omdat ik ooit met mijn kop op tv was. Maar ik denk dat je moet uitkijken dat je niet gaat denken dat je het middelpunt van het universum bent. Klinkt overdreven, maar is toch een beetje waar. Weet je wat ik vervelend vind? Dat je op een verjaardag komt en mensen zeggen: “Met jou gaat het goed hè?” Omdat je op tv bent! Mensen zijn heel willing om naar je te luisteren, ik vind dat ongemakkelijk.’

  
Wat verwacht je van de jongere generatie?
‘Ik denk dat de generatie twintigers veel makkelijker uit de comfortzone stapt. Ze ondernemen veel meer actie. Ook denk ik dat ze zich beter bewust zijn van wat er gebeurt in de wereld. Veel dingen die wij belangrijk vonden zoals geld en een goede baan, zijn nu onbelangrijk. Social media is zo’n machtig instrument, daardoor heerst het gevoel van power to the people. Je mag je stem weer laten horen.’

  
Zou dat kunnen bijdragen aan een betere wereld?
‘Ja, dat zie je nu al. Het schept mogelijkheden. Iedereen kan een goed doel oprichten, daar aandacht voor krijgen en gebruik maken van crowdfunding. In die zin kun je je makkelijker voor bepaalde doelen inzetten. Er gebeurt wel iets ja, ik vind dat spannend.’
  

Meer over de ECCO Walk in Style Award 2012 >
   

Door Felicia Alberding - uit ELLE januari 2012