‘Ik zou dit zelf niet zo snel aandoen,’ merkt Sophie Hilbrand droogjes op als ze zich voor de fotoshoot bij dit interview omkleedt in een hotelkamer. Ze doelt op de oneindig lange, met koper beslagen hakken aan haar voeten en de oversized trenchcoat over haar schouders waar ze bijna in verdrinkt. Net kwam ze binnenlopen in vaalzwarte jeans, een grijze sweater, afgetrapte Air Max en haar lange honingblonde haar in een knot boven op haar hoofd. En dat is eigenlijk ook wel genoeg. Sophie Hilbrand heeft geen uren visagie of een leger aan stilisten nodig om op haar mooist te zijn. Haar schoonheid is een natuurlijke, die gedijt het best bij weinig opsmuk. Hoe meer je eraan doet, hoe minder ervan overblijft. Vinden de kenners blijkbaar ook. Want met een aan teleurstelling grenzende verbazing vraagt ze ‘Ben je nu al klaar?’ aan de visagiste, wanneer die de presentatrice al na een paar minuutjes ontslaat uit de stoel.
‘Je loopt niet zo vaak op hakken hè?’ zegt fotograaf Pablo Delfos even later. Hij ziet dat Sophie de nodige moeite heeft met de combinatie van de hoge hakken plus de glibberige keien van het Amsterdamse IJdok. Ze is al niet klein, en met de hoge pumps en oversized trenchcoat die ze voor deze fotoshoot aangereikt heeft gekregen transformeert ze tot een grote, imposante, ja, bijna intimiderende verschijning. Ze moet even wennen aan het modieus poseren, maar volgt trouw alle instructies van Delfos. Af en toe, tussen de serieuze poses door, glimlacht ze veelbetekenend. Daarmee lijkt ze te willen zeggen dat dit hele circus niet helemaal haar ding is, maar ach, nu ze er toch staat…

SPUIT
‘Dat poseren heeft altijd iets onwennigs,’ kijkt ze een week later tijdens een lunch terug op de fotoshoot. ‘Alsof je een rol gaat spelen. Maar tegelijkertijd ga ik als mezelf, dit interview gaat tenslotte over mij. En dan in hele gekke, onhandige kleren, omdat het nou eenmaal een modeblad is. Ik vind het wel heel leuk hoor, maar het is meer iets voor Victoria Koblenko of Georgina Verbaan, die zien er altijd zo leuk uit; dat zijn een soort mode-iconen.’
 
Zelf zou je Sophie Hilbrand met een beetje goede wil een media-icoon kunnen noemen. Niet meer van de televisie weg te denken is ze. De rebelse verslaggever die ze was toen ze haar televisiedebuut (2003) bij 6pack maakte is uitgegroeid tot een betrokken, geëngageerd programmamaker.
 
Voor haar laatste programma, Sophie In De Kreukels, dook Hilbrand in de wereld van botox, om erachter proberen te komen wat nu het is dat zo veel mensen (onder wie ook veel van haar collega’s) beweegt om een spuit in hun gezicht te zetten. Het leidde tot interessante en bij vlagen zeer openhartige televisie. Halina Reijn en Linda de Mol spraken bijvoorbeeld zonder schroom over de plastische ingrepen die zij ondergingen. Maar het programma legde ook bloot welke grote rol uiterlijk speelt in de media. Zo zei Boer Zoekt Vrouw-presentatrice Yvon Jaspers dat van alle stress die bij haar werk komt kijken, 75 procent met haar uiterlijk te maken heeft.
Daar herkent Sophie zich trouwens absoluut niet in. ‘Nee,’ zegt ze resoluut. Niet omdat dat nou zo lekker stoer klinkt, maar omdat het echt niet zo is. ‘Ik heb met 6pack een heel fijn begin gehad van op televisie komen. Wij konden met dat programma niet anders dan onszelf zijn, want we maakten het met een groepje vrienden. Het was keihard werken; we gingen draaien en dat was dat. Vanaf het begin was ons uiterlijk ondergeschikt aan wat wij deden.’ 
 
Dat is nog steeds zo. Hoewel het Sophie Hilbrand wel degelijk wat kan schelen hoe ze voor de dag komt – ‘die sneakers, broek en trui draag ik omdat ik dat het leukst vind staan, niet omdat het me niet interesseert hoe ik eruitzie’ – maar ijdel? Neuh.

Coat, Sleeve, Infrastructure, Photograph, Overcoat, Standing, Outerwear, Style, Street, Street fashion,

DE STER
Ze lijkt geen last te hebben van de bijwerkingen van de roem, die bij sommige van haar collega’s weleens ten koste willen gaan van hun zelfrelativering. Zo dreigde een niet nader te noemen acteur uit Goede Tijden Slechte Tijden per mail haar/zijn advocaat in te schakelen als In De Kreukels gebruik zou maken van beelden die ze een dag eerder hadden geschoten op de rode loper van een filmpremière. Van dat soort sterallures moet ze niets hebben.
 
‘Je hebt bijvoorbeeld ook presentatoren die woedend worden als iets niet goed geregeld is. Omdat zij dan diegene zijn die op televisie komen. Maar ik denk: wij maken een programma met z’n allen. Ik ben niet groter dan het team. En dat wil ik ook niet. Die rol van “de ster op televisie” bevalt me gewoon niet. Wij moeten bijvoorbeeld tijdens het draaien vaak van locatie wisselen. Ik vind het dan lekker om dat zware camerastatief even te dragen, omdat je al de hele tijd zit. Maar dat hoort dan zogenaamd niet. Mensen roepen dat dan ook op straat: “Nou meissie, laten ze jou dat zo sjouwen?” Maar waarom niet? Wat is dat? Iedereen draagt toch wat? Waarom ik dan niet? Omdat ik dan de ster ben.
 
Het is volgens mij ook helemaal niet leuk om écht beroemd te zijn. Ik zag een keer een documentaire over Britney Spears. Op een gegeven moment zit ze half te sniffelen en zegt ze: “Nobody really knows what’s going on inside me.” Toen dacht ik: en jij weet het ook echt van helemaal niemand. Ik bedoel: het is wel tweerichtingsverkeer. Stel eens een vraag terug. Want dan krijg je heus wel een vertrouwensband en kun je zijn wie je bent. Menselijk gezien klopt het helemaal niet, roem.’
 
Maar heb jij dat dan niet? Dat er iets met je gebeurt als je een beroemdheid ziet lopen?
‘Ja, dat vind ik dan toch wel leuk. Ik was ooit op een filmfestival in Seattle en toen zei ik tegen een acteur: I really liked you in Dumb and Dumber’. Toen zei hij: ‘I wasn’t in Dumb and Dumber, hahaha! Nee, er gebeurt natuurlijk wel wat. Roem heeft iets magisch. Maar als je er zelf bij bent, niet meer.’
Een van de gevolgen van roem, van dat anderen jou bewonderen, jou op een voetstuk plaatsen, is dat de drang naar erkenning zich steeds maar opnieuw aandient. Ze probeert ook daar verre van te blijven. Zo vraagt ze na een televisieoptreden ook liever niet aan anderen wat die ervan vonden.
‘Dat hoort er wel bij, maar ik vind het iets lelijks hebben. Het is beetje ijdel en die onzekerheid komt zo boven drijven. Je weet vaak zelf wel hoe het ging. Ik wil dat ook gewoon niet te belangrijk maken.’
 
Wat ligt er op de loer als je dat wel doet?
Even blijft het stil. ‘Het oordeel van anderen. Je wilt het voor jezelf goed doen. Je hebt er niets aan als je te lang gaat nadenken over wat anderen ervan vinden. Ik kan zelf wel bedenken wat ik anders had moeten doen of wat beter had gekund. Ik heb geen zin in een oordeel van anderen, want het betekent niets.
Daarom Twitter ik ook niet. Wat wil je daar nou mee? Ik vind het echt een heel megalomane exercitie, dat Twitter. Jij schrijft iets en daar moeten mensen weer op gaan reageren. Waarom? Vanwege die erkenning. Om gezien te worden. Op Twitter kun je weliswaar een lekker statement maken, maar vervolgens ben je toch weer bezig met wie daar dan op gereageerd heeft.’
 
SU-PER-HEF-TIG
Sophie is net 40 geworden. Ze is, zo bewijzen al die verstandige woorden over roem en aandacht, geen meisje meer. Maar ook nog niet echt een vrouw. Ze zit er een beetje tussenin. Haar ogen twinkelen en stralen levenslust en nog een beetje jeugdige ondeugendheid uit. Maar de lachrimpels en de lijntjes in haar gezicht verraden dat ook voor haar de tijd niet stilstaat. Of, zoals ze zelf in het intro bij In De Kreukels zegt, het uiterlijke verval is ingezet. Maar heel erg kan ze dat niet vinden.
‘Ik verheug me op wat me te wachten staat. Ik denk dat dat de bedoeling is van het leven. Je wordt ouder, de buitenkant neemt wat af, maar de binnenkant snapt steeds beter waar je mee bezig bent. Een goede vriendin van me zei tegen me: “Nu kun je gaan oogsten, het zijn fantastische jaren, je hebt je kinderen al op de wereld gezet, je weet steeds beter wat je wilt en je weet dat steeds beter naar je hand te zetten.” Zij stond op mijn verjaardagsfeestje op de dansvloer met haar man te swingen tot het einde. Dat zijn goede voorbeelden in vergelijking met die vrouwen uit mijn programma die hun jeugd maar proberen vast te houden.’
 
Dat gezegd hebbende: In De Kreukels heeft haar wel bewuster gemaakt van de rimpels, lijntjes en groeven in haar gezicht. ‘Dat vind ik ook echt jammer. Ik stond er daarvoor helemaal niet zo bij stil, maar als je zes maanden met zo’n programma bezig bent dan realiseer je je het. Dan zie ik oudere mensen op straat en denk ik: op een gegeven moment ben ik dat dus.’
 
Toch heeft ze geen moment overwogen om ook een spuitje te wagen. ‘Nee, ik ben juist radicaler tégen geworden. Als je de buitenkant zo belangrijk maakt, gaat je perceptie van jezelf ook van buiten naar binnen. Natuurlijk is het leuk om er goed uit te zien. Maar veel mensen denken dat ze er pas toe doen als ze er mooi uitzien. Dat vind ik een leegte. Als je te veel met jouw buitenkant bezig bent, ben je ook te veel bezig met hoe de buitenkant jou ziet. Dat voelde voor mij als een soort gevangenschap.’

Human body, Hand, Style, Jacket, Sitting, Fashion, Fashion model, Knee, Flash photography, Street fashion,

Met vriend Waldemar Torenstra heeft Sophie twee kinderen; een zoontje van 3 en een dochter van 6. Dat betekent dat haar dagen tegenwoordig om 7 uur ’s ochtends beginnen, waar ze vroeger nog weleens eindigden. Eerst in Eindhoven, waar ze met haar trouwe vriendinnen discotheken en kroegen tot ver over de Belgische grens onveilig maakten en later in de hoofdstad. ‘Toen ik in Amsterdam ging wonen, wilde ik zo snel mogelijk iemand leren kennen die naar de Roxy ging. Ik kende hier niemand, maar ik móést daar heen. Gelukkig heb ik daar nog wel wat van meegemaakt voordat het afbrandde. Later gingen we heel veel naar de iT en de Escape. Nachten door, dat was hét voor mij. Dansen. Dat vond ik zo lekker. Dat heb ik heel veel gedaan. Nu doe ik dat nog maar heel weinig. Ik heb met de jaren ook wel minder zin gekregen uit te gaan. En ik vind dat ook helemaal niet erg, ik heb echt wel mijn deel gehad.’
 
Dat deel had wat haar betreft misschien nog best wel wat kleiner mogen zijn. Toen ze haar eerste kind kreeg was ze 34. Tot die tijd had ze zich volledig op haar werk gestort. ‘Er wordt je als jonge vrouw altijd maar verteld dat je vooral carrière moet maken: kinderen komen wel, neem het ervan. En dan krijg je die kinderen en dan denk je: dit had ook wel extra gepromoot mogen worden. Wij zijn opgevoed met het idee: nu heb je de kans, ga maar carrière maken. Maar daarmee vergeten ze om net zo hard te roepen dat je ook heus wel kinderen wilt. Vrouwen zijn ook moeders.’
 
Had je dan eerder willen beginnen met kinderen krijgen?
‘Ja. Hoewel ik er pas nu echt klaar voor was. Maar dat heeft er dan ook weer mee te maken dat je het kinderen krijgen niet al een beetje meeneemt in je achterhoofd tijdens je twintiger jaren. Een vriendin van mij was 27 toen ze haar eerste kreeg. We noemden haar de “tienermoeder”. Dat vonden we echt een debiele kleuter die een kind kreeg.
 
’Maar achteraf bezien had ik er wel een paar bijgenomen. Baby’s krijgen, dat vind ik nou echt verslavend, hahaha. Dat is zo fantastisch. De bevalling niet zozeer, hoor. Dat is alsof je een su-per-hef-tig auto-ongeluk hebt gehad, je het ternauwernood hebt overleefd, uit die auto stapt en dat er dan iemand staat met een groot cadeau met een strik erom en die heel vrolijk zegt: “Alsjeblieft!” – de presentatrice slaat op tafel en verheft haar stem: HEB JIJ NIET GEZIEN WAT IK NET HEB MEEGEMAAKT? Vind je dit een goed moment om mij een cadeautje te geven?! Maar die ervaring dat er dan weer een baby’tje komt, dat is waanzinnig. Als ik eerder was begonnen, had ik misschien wel zo’n gezin met tien kinderen gehad.’
 
Sophie Hilbrand is nu te zien op de BNN/VARA op NPO3 in een nieuwe reeks ‘Je zal het maar zijn’.
 
Dit interview verscheen oorspronkelijk in ELLE