Huizen die niet zijn verwoest in de Tweede Wereldoorlog zijn dure huizen. Ik loop door Eppendorf, de chicste wijk van Hamburg, en ik zie monumentale herenhuizen en zwarte Porsches. In de hoge bomen koeren duiven. Sylvie Meis (1978), voormalig voetbalvrouw, thans presentatrice en Bekende Duitse Nederlander, woont in een herenhuis dat een ‘Palais’ genoemd wordt. In het pand hebben fysiotherapeuten, osteopaten en huisartsen hun praktijk. Haar initialen staan onder de bel, niet haar naam. Niet te veel mensen mogen weten waar ze woont, ze is te bekend om ongestoord te leven.

Een lift brengt me tot haar voordeur, ze doet zelf open. Ze draagt hoge hakken, een strakke zwarte broek. Het huis is modern; een designkeuken, hoog plafond, veel licht. In de hoeken van de kamer zweven ballonnen in de vorm van een voetbal; zoontje Damián was onlangs jarig. Sylvies impresario gaat net weg, de nanny is er nog. Damián drentelt ook rond, in pyjama. Hij geeft een slappe hand. Hij is ziek. ‘Griep?’ vraag ik. ‘Nee,’ zegt hij. ‘Keelpijn en hoofdpijn. En ik ben een beetje warm.’ ‘Dat is toch griep?’ vraag ik. Hij haalt zijn schouders op, op een manier die suggereert dat hij meer begrijpt van het leven dan ik (wat ik overigens niet uitsluit). Sylvie, tegen haar zoon: ‘Als je op het punt staat in slaap te vallen, roep je dan “mama”?’ Hij knikt en wordt naar bed gebracht.

Ze doet niet veel interviews meer. ‘Daar heb ik geen zin in. Ik wil niet alles van mijzelf prijsgeven, ik ben feller geworden in het afschermen van mijn privéleven. Soms moet ik wel, voor mijn partners.’ Het woord verbaast me, totdat ik me realiseer dat ze niet over geliefden praat, maar over contracten met grote bedrijven als Hunkemöller en RTL. ‘Interviews als deze doe ik omdat ze leuk zijn voor later.’


‘Geluk vormt je minder dan eenzaamheid en tegenslag. Karakter toon je als het slecht met je gaat’

Ben je niet ten dele zelf verantwoordelijk geweest voor de massale fascinatie voor je privéleven? Je bruiloft met Rafael van der Vaart is destijds live uitgezonden op SBS6.
‘Heb ik niet, zoals iedereen, recht op veranderingen in opvatting? Nu zou ik het anders doen, maar goed, spijt is zinloos. Niet dat ik geen fouten heb gemaakt of dat ik altijd gelijk heb gehad. In tegenstelling tot wat men soms van mij denkt, ben ik niet perfect.’

Tegenover me zit een jonge vrouw, klein van stuk, fit en slank, die honderden zo niet duizenden interviews en press junkets heeft doorstaan, iemand die precies weet welke indruk ze maakt. Zeggen dat je niet perfect bent kan een mediastrategie zijn. Wanneer zou de behoefte aan een dergelijke strategie zijn geboren?

Sommige mensen kijken terug op hun vroegere zelf als naar een vreemde, van wie ze nauwelijks kunnen voorstellen dat deze persoon heeft geleid tot wie ze nu zijn. Anderen kijken terug en zeggen: ik ben nauwelijks veranderd, wie ik was op mijn achttiende, is in essentie dezelfde als wie ik nu ben. Hoe zit dat bij jou?
‘Dan kies ik voor het tweede scenario. Wie ik nu ben, is natuurlijk voortgevloeid uit wie ik was op mijn achttiende, of mijn twaalfde. Alleen ben ik sneller volwassen geworden dan natuurlijk of misschien wenselijk is. Ik heb zo veel meegemaakt, aan hectiek, aan hoogte- en dieptepunten, aan liefde, aan verdriet, dat ik me veel ouder voel dan zevenendertig. Ik heb hard gevochten om te staan waar ik nu sta, om te zijn wie ik nu ben. Kennelijk trekt hectiek me aan, zo eerlijk moet ik ook zijn. Als meisje droomde ik van modeshows en fotoshoots, ik bewonderde televisieomroepers en vj’s; maar ik heb de keerzijde ook echt meegemaakt, de scheiding, mijn kanker. Maar nu heb ik de controle over mijn leven terug.’

Was controle toen je jong was ook al zo belangrijk voor je?
In zekerezin. Ik was erg braaf. Ik sliep nooit een gat in de dag omdat ik de avond ervoor te veel had gedronken, ik ging nauwelijks naar feestjes. Mijn eerste vriendje kreeg ik op mijn twintigste. Ik haalde hoge cijfers, wilde een goede dochter en zus zijn, vond het belangrijk wat mensen van me vonden. Ik was een pleaser.’

Heb je ook weleens een niet-ambitieuze periode doorgemaakt?
Bij het stellen van die vraag schrikt ze op. Ze denkt even na, glimlacht. ‘Toen ik studeerde. Ik wist twee dingen: dat ik weinig aan mijn studie zou hebben (HBO, Personeel en Arbeid, DHvV) en dat ik niet op een kantoor wilde zitten. Maar ik wilde mijn studie wel afmaken, want zo ben ik. Dus ik zweefde een beetje rond, ik was een eenling, dat zal iedereen die me van toen kent, beamen. Maar ik heb ook veel goede herinneringen aan die tijd; ik was veel thuis, mijn moeder zette thee, er was zo veel rust. Die rust heb ik daarna nooit meer gevonden. Ik heb hem ook niet meer gezocht, trouwens.’


‘Ik zit niet de hele dag in roze pompons mijn haar te föhnen, ik werk keihard’

Lip, Mouth, Hairstyle, Chin, Eyebrow, Photograph, Happy, Eyelash, Facial expression, Style,


Sylvie Meis, beeld: Pablo Delfos


Wanneer doorbrak je die braafheid?
‘Eigenlijk pas toen mijn huwelijk stukliep. Ik had gewoon geen zin meer in gedoe, het boeide me niet meer wat mensen van me dachten of denken.’

Wat dachten of denken ze dan?
‘Een klein voorbeeld. In Nederland noemt men me vaak de kleine diva. Dat vind ik zo’n zwaktebod. Goed, ik ben klein. Maar ik ben geen diva. Ik zit niet de hele dag in roze pompons mijn haar te föhnen, ik werk keihard, mijn dagen zitten vol, mijn weken zitten vol. In Nederland komt men snel uit bij het woord “voetbalvrouw”, hier word ik aangekondigd met Moderatorin; presentatrice. Maar goed, dat heb ik geaccepteerd, ik hoef me niet meer te bewijzen. Alleen onzekere mensen zijn bang voor de mening van derden.’

Ga verder, je doorbrak je braafheid.
‘Het was niet good girl gone bad of zo, maar ik wilde losbreken, uit dat keurslijf, uit de ziekte. Ik ben veilig opgegroeid, heb eigenlijk geen puberteit doorgemaakt. Alles had ik opgekropt, en het moest eruit.’ Damián roept, de nanny gaat af, Sylvie loopt naar boven. Ik hoor hem vragen of het interview met ‘die man’ al klaar is. Het moet vreemd zijn om op te groeien met de vanzelfsprekendheid van interviews, camera’s, roem. De rust die zijzelf kende als kind, is haar kind ontzegd. Daar is ze zich van bewust, zegt ze, wanneer ze weer tegenover me zit. ‘Maar Damián houdt ook van hectiek, hoor. Verder ben ik een gewone moeder. Als hij thuiskomt, ben ik hier.’

Wat is voor jou leidender: succes of geluk?
‘Voor mij is er geen succes zonder geluk, maar ook geen geluk zonder succes. Ik heb veel om gelukkig over te zijn; mijn kind, mijn goede herstel na de ziekte, maar ook dat ik zulke grote campagnes mag schieten, en zulke mooie shows mag draaien.’

Het lijkt me dat iemand die jouw leven leidt, onherroepelijk zijn onbevangenheid verliest.
‘Het verlies daarvan is alleen maar goed voor me geweest. Anders zou ik me te vaak hebben laten belazeren.’

Ben je vaak belazerd?
‘Het is een paar keer voorgekomen, zowel in mijn privéleven als op professioneel gebied. Maar dat hoort bij de showbusiness, mensen willen’ – even is ze het Nederlandse woord kwijt – ‘misbruik van je maken. Het is moeilijk om vooraf vast te stellen wie je kunt vertrouwen. Delegeren is daarom bijzonder gevaarlijk.’

Heb je moeite mensen te vertrouwen?
‘Ze moeten mijn vertrouwen verdienen. Leven zonder anderen te vertrouwen, is onmenselijk.’

Vertrouw jij mij, op dit moment?
‘Gedeeltelijk. Maar, terwijl ik spreek, ben ik me zeer bewust van mogelijke zwakke plekken in mijn verhaal, ik zie voor me hoe sommige zinnen uit hun verband getrokken worden, ik denk na over hoe jij je stuk zult vormgeven. Als ik uit eten ga, kijk ik altijd wat voor mensen aan de andere tafeltjes zitten, en probeer ik op te vangen of ze Nederlands, Engels of Duits spreken. Ik weet: één moment van openhartigheid kan je maanden aan kopzorgen opleveren. Een interview als dit streelt het ego, leuk en aardig, maar ik blijf op mijn hoede.’

Je lijkt me iemand die leeft met weinig illusies.
‘Dat klopt wel.’

Je hebt nooit de behoefte om de controle eens op te geven?
‘Wat zou ik daarmee winnen?’

Vrijheid.
‘Maar wat is vrijheid dan, en wat is het waard? Ik presteer continu op een hoog niveau, op de grootste televisiemarkt in Europa, waarom zou ik dat allemaal riskeren om me eens wat vrijer te voelen? Ik heb verantwoordelijkheden, ben een van de gezichten van een familiezender, ben moeder. Vrijheid is voor thuis, tussen deze muren, met mijn familie.’

Op welke manier zou je jezelf kunnen teleurstellen?
‘Als ik een grote kans kreeg en ik het verpestte. Niet alle doelen kun je bereiken, soms zorgen externe factoren ervoor dat je niet slaagt. Dat kan gebeuren. Maar echt falen, dat zou ik mezelf moeilijk kunnen vergeven.’



‘Wat is vrijheid, en wat is het waard? Vrijheid is voor thuis, tussen deze muren, met mijn familie’

De volgende dag vindt de fotoshoot plaats, in een tot chic hotel verbouwde fabriek. In haar eerste jaar in Hamburg woonde ze hier enkele maanden, met Rafael, in het penthouse.Ze is het meest zichzelf, zo blijkt, wanneer een camera op haar gericht staat. Ze danst een beetje, knipt met haar vingers, zingt mee met de hiphop – ‘Baby, I’m worth it’, luidt het refrein – die vanuit de kamer klinkt.’ Sylvie kijkt verleidelijk de camera in, toont kleine maar allerminst voorzichtige glimlachjes. Soms bijt ze op haar onderlip, sluit ze de ogen, laat ze haar handen over haar lichaam glijden. Tussen de verschillende delen van de shoot in is ze alert. Ze denkt na over wat voor de camera beter kan (en moet), pakt haar telefoon, zegt haar assistent dat haar highlights niet ‘dunkel’ genoeg zijn. Als ze me ziet zitten, zegt ze tegen de fotograaf: ‘Hij is bezig me te doorgronden, maar dat lukt hem toch niet.’ Paradoxaal genoeg komt die gedachte, hoe grappend ze ook bedoeld is, mij voor als de kern van de persona Sylvie Meis.

Vind je het vreemd hier terug te zijn?
‘Een beetje wel. Het was tien jaar geleden, ik was net getrouwd, we waren heel gelukkig. Ik ben niet bang voor melancholie, dat is voor mij echt iets anders dan verdriet. Ik zie mezelf nog zitten in de ontbijtzaal. Aan de tafel waaraan jij en ik nu zitten, zat ik eens met hem, hij had net iets gewonnen, ik weet het nog goed.’

Ik las ergens: ‘Het leven van Sylvie valt op te delen in twee belangrijke gebeurtenissen: het krijgen van een kind en borstkanker.’ Wat vind jij van die uitspraak?
‘Eigenlijk valt het op te delen in drie belangrijke gebeurtenissen. De scheiding hoort er ook bij.’

De scheiding hoort er dus wel bij, maar het huwelijk niet?
‘Dat is inderdaad grappig. Maar het is zo. De scheiding heeft meer impact op mij gehad dan het huwelijk. Trouwen is verbondenheid, in harmonie zijn met een ander, dat vormt je minder dan eenzaamheid en tegenslag. Karakter toon je als het slecht met je gaat.’

Hoe zou je de persoon die je ziet wanneer je in de spiegel kijkt, omschrijven?
‘Als een heel pure vrouw. Dat zal de gemiddelde Nederlander misschien niet vinden, maar de mensen die me goed kennen, zullen het ermee eens zijn.’

Vind je jezelf ook weleens lelijk (of: niet-mooi)?
‘Een heel eerlijk antwoord; nee. Bijna zou ik zeggen van wel, omdat het anders arrogant kan overkomen. Iedereen heeft weleens een mindere dag, waarop hij wallen heeft. Maar lelijk?’

Klopt het dat je jezelf nooit in de spiegel hebt gezien met kort haar?
‘Nee, dat klopt niet. Mijn haar viel in rap tempo uit, en toen heb ik op een gegeven moment besloten het helemaal af te scheren. Ik heb mezelf de ruimte gegund dat moment zelf te bepalen. In het begin kon ik de aanblik van mijn kale hoofd nog niet aan. Later wel. En ik begon een pruik te dragen. Vrouwen die hebben doorgemaakt wat ik heb doorgemaakt, weten hoe zwaar die ziekte is. De littekens, het niet-hebben van wimpers, het uitvallen van je haar, het is een periode waarin je vrouwelijkheid, je schoonheid, je gewoonweg wordt afgenomen. Dus ik besloot op mijn manier terug te vechten. Ik wilde Sylvie blijven, me niet terugtrekken in een hoekje, ik wilde mooi zijn en plezier hebben. Medelijden zou me alleen maar bewust hebben gemaakt van mijn sterfelijkheid, van de kans dat ik zou doodgaan. Ik bleef werken, ging van de ene show naar de andere, en tussendoor onderging ik chemo.’

Blies je jezelf niet op?
Ze kijkt me verrast aan. ‘Hoezo, ik leef toch nog?’


Dit interview verscheen oorspronkelijk in ELLE