Het is inmiddels een bekend verhaal: Michaela DePrince groeide op tijdens de burgeroorlog in Sierra Leone, verloor haar beide ouders toen ze drie jaar was, kwam in een weeshuis terecht en werd een jaar later geadopteerd door de Amerikaanse Elaine en Charles DePrince. ‘Duivelskind’ werd ze in het weeshuis genoemd, vanwege haar huidziekte vitiligo. Eenmaal in de VS stimuleerden haar ouders haar te focussen op waar ze goed in was. Obsessed was Michaela in Sierra Leone van een coverfoto van een ballerina, die ze altijd bij zich droeg. Dat wilde ze later ook worden. En dat lukte.

Een sprookje mogen we het niet noemen. ‘I hate that.’ Alsof ze er niet heel hard voor gewerkt zou hebben.Met flexibiliteit word je immers niet geboren. En het is echt niet alleen maar feest, dansen is afzien. Maar inderdaad, haar celebritystatus heeft ze deels te danken aan het feit dat ze ‘pretty much from the bottom’ komt en nu heel hard richting de top gaat. En aan haar uitzonderlijke talent niet te vergeten. Haar levensverhaal geeft haar de drang zich uit te spreken. ELLE UK bombardeerde haar vorig jaar tot ‘een van de dertig vrouwen die de wereld veranderen’. En die missie heeft ze. Dus meldde ze zich bij War Child. ‘Ik was heel verrast dat ze meteen ja zeiden. Hoewel, ik heb vreselijke dingen meegemaakt tijdens de oorlog en het is makkelijker om ambassadeur te zijn als je weet waar je het voor doet. De methodes die War Child gebruikt, door sport, dans en muziek in te zetten om kinderen met hun trauma’s te laten omgaan is absolutely amazing. De dans heeft mij gered van de oorlog, van die trauma’s. Door dans kan ik me uiten, ben ik geworden wie ik nu ben.’

Wat ga je precies doen? Ga je projecten bezoeken?
‘Eerst vooral veel mediaoptredens. Veel over War Child praten. Awareness creëren. En dan misschien volgend jaar op veldbezoek. Maar pas als ik er echt klaar voor ben. War Child is niet meer actief in Sierra Leone, maar teruggaan? Definitely not! Misschien over twintig jaar. Ik wil daar niet over praten, maar er is nog veel waar ik mee moet dealen. Het zit blijkbaar nog diep. Door War Child komt alles ook weer boven.’

En je boek Taking Flight: From War Orphan To Star Ballerina (in het Nederlands vertaald als ‘Ze noemden me duivelskind’, red.) wordt verfilmd. Kun je daar al iets meer over vertellen?
‘Het duurt nog wel een tijdje voor-ie uitkomt. Er is een regisseur, maar nog geen acteurs en dansers. Het zou wel leuk zijn als degene die mij gaat spelen langs komt om me beter te leren kennen. Het blijft mijn verhaal, dus ik hoop wel dat ik dat nog in de film herken. Verder wil ik me er niet mee bemoeien. Mijn moeder is betrokken, die vertrouw ik volledig. Ik wil geen mensen teleurstellen, maar ik wil ook gewoon focussen op mijn danscarrière. Weet je, ik heb nooit per se gedacht een boek te maken, of een film...’

Je kunt nee zeggen.
‘Ja, maar tegelijkertijd is dit mijn kans om mensen te bereiken, ook met de film. Ze hoeven de acteur niet per se leuk te vinden, ze moeten begrip krijgen waarom ik doe wat ik doe. Ik wil dat mensen hoop hebben. Trouwens, ik haat het om mezelf te zien dansen in een film. Ik hou ook niet van mijn stem. Ballet is zó precies. Ik ben eigenzinnig, doe gekke dingen, dat is prima, maar beelden van mezelf op het podium, oh no!’

Maar je bent als danser continu omringd door spiegels.
‘Ja, dat is een struggle. Maar fotoshoots vind ik leuk. Ik heb geleerd hoe ik mijn haar en make-up op verschillende manieren kan doen. En ik vind het interessant om fotografen te zien werken. I love dressing up. Je voelt je even een prinses.’

Je hebt een shoot gedaan op Times Square…
‘Jaaaaa, helemaal naakt! Samen met mijn vriend. Ik had eerder met fotograaf Jordan Matter gewerkt. He’s brilliant. Dit was voor zijn project Dancers After Dark. Hij brengt lichamen van dansers heel mooi in beeld. But oh my god! Gelukkig was het maar een paar seconden. Mensen maakten video’s, maar niemand herkende me gelukkig, het was donker.’

Toen je jonger was had je weinig zelfvertrouwen.
‘Inderdaad. En dat is precies waar dans me bij heeft geholpen en waarom ik War Child ondersteun. Je bent wie je bent. Dat heb ik nu geaccepteerd. Ik word door mijn vitiligo makkelijk herkend op straat. Mensen met diverse huidziekten zien mij als rolmodel. I love that. Ik wil mensen graag inspireren. Ze hoop geven dat ze kunnen bereiken waarvan ze dromen. Ongeacht hun situatie. Je moet je verleden niet je toekomst laten belemmeren.’

Hoe was het om je eigen voorbeeld, Magali Messac, de ballerina van de coverfoto, te ontmoeten?
‘Jaaaa, ze kwam onlangs bij een optreden kijken. Ik ben nog nooit zó zenuwachtig geweest! Een geweldige vrouw. Ik voelde me wel schuldig dat zij door mijn verhaal ook ineens allemaal interviewverzoeken kreeg. Zij wil gewoon haar eigen leven.’

Word je er niet moe van telkens als spokesperson voor zwarte ballerina’s op te treden?
‘Nee, because I’m waiting. Het is 2016 en je ziet nog steeds nauwelijks zwarte dansers. Ik móét me daar dus over uitspreken, want het zou geen big deal meer moeten zijn. Je hebt mensen nodig als voorbeeld. Interviews helpen de dingen te veranderen die ik wil veranderen.’

Het Nationale Ballet laste vorig jaar een mediastop in, was dat nodig?
‘Ja, heel erg! Ik deed elke dag interviews en fotoshoots. Honderd per week. Ik kan geen carrière opbouwen als ik er te veel andere dingen naast doe.’


‘Ik ben eigenzinnig, doe gekke dingen, dat is prima, maar beelden van mezelf op het podium, oh no!’

Maar jouw verhaal heeft ballet ook populairder gemaakt.
‘Ja, dat hoop ik. Dat is waar, denk ik. Maar ik moet het wel in balans brengen. De omstandigheden voor fotoshoots zijn soms slecht voor mijn lijf. Stond ik bijvoorbeeld ’s ochtends vroeg uren in de kou, moest ik daarna een repetitie missen, omdat ik niet kon zitten of staan.’

Ga je door je bekendheid veel met celebrity’s om?
Lacht. ‘Ik ontmoet interessante mensen, zoals Hillary Clinton en Angelina Jolie. Maar nee,ik ga niet met ze om. Geen tijd. En ik hou niet van de lifestyle van sommigen. Altijd maar in de spotlights. Toen ik in Teen Vogue stond, kon ik niet eens meer ongestoord naar de Starbucks onder mijn huis in New York. Dat was maar een maand of twee, maar toch, het was too much.’

Shoulder, Style, Monochrome, Photography, Flash photography, Photo shoot, Model, Portrait, Monochrome photography, Portrait photography,

THUIS
Maar aan die spotlights lijkt Michaela inmiddels toch wel gewend, interviews lijken een routineklus. Ook voor het Nationale Ballet, waar ze de kamer van topchoreograaf Hans van Manen mag gebruiken voor het gesprek met ELLE. Ze praat makkelijk en veel. Stiltes vindt ze awkward. Geregeld vist ze een tissue uit haar tas. Ze was ziek. Maar ja, ze kan niks missen, want ze repeteert voor Best of Balanchine, waarin ze 25 maart voor het eerst te zien is. Migraine, bronchitis, gewoon doorgaan dus. Ze danst zo’n zes dagen per week van tien tot zes. Haar eerste hoofdrol had ze uitgerekend in De Notenkraker, een voorstelling die ze als klein meisje wel honderdvijftig keer heeft gezien. En bovendien als Clara, een rol die ze als jonge ballerina in Amerika niet kreeg vanwege haar huidskleur. Technisch vrij makkelijk volgens Michaela – ‘Tijdens het repeteren werd ik zelfs een beetje bossy’ – maar het acteren viel haar zwaar. Bescheiden en kritisch is ze over haar optreden. ‘Ik ben nog niet klaar voor iets moeilijkers hoor. Het is eng om zo kwetsbaar te zijn op het podium. Ik werd er weer een beetje onzeker van. Begon helemaal te shakentoen ik het publiek zag.’ En als ze niet danst? ‘Zo veel mogelijk rust pakken.’ Door te koken en te lezen en af en toe op stap te gaan. En dan dus toch weer te dansen. Maar het aller belangrijkste: zo vaak mogelijk naar het Duitse Dresden, haar Amerikaanse boyfriend bezoeken. Hij danst ook, moderne dans. Ze leerde hem kennen in New York. Vier jaar zijn ze alweer samen. Gelukkig woont hij sinds twee jaar ‘in de buurt’, want Amerika was echt te ver.

Voelt Nederland na drie jaar als thuis?
‘Ik weet de weg hier in Amsterdam, ik fiets elke dag, heb mijn vaste uitgaansplekken, dus ja, dit is mijn thuis. Maar New York is nog steeds the best place in the whole world! Hoewel Amsterdam relaxter is. New York is veel meer van: go, go, go. Verandering van omgeving is goed voor me geweest, maar ik mis mijn grote familie. We waren tuis met elf kinderen, waarvan negen geadopteerd.’

Hoe denk je dat je leven eruitziet als je niet meer danst?
‘Ik wil verder leren, mensenrechten. Want ik heb een plan B nodig als ik rond mijn dertigste of veertigste met pensioen moet. Nu zet ik me bij War Child in voor kinderrechten, maar ik wil me ook uitspreken voor vrouwenrechten, voor zwarte vrouwen. In Sierra Leone bijvoorbeeld. Daar ga ik ooit ook een dansschool opzetten.’

@michaeladeprince


Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE