Behoor jij tot het soort dat altijd (sorry!) vijf minuten te laat komt? Kun je helemaal niets aan doen. Echt niet. Vier bewijzen (waar je zéker mee mag schermen):

1. Het wetenschappelijke argument: alles in je hersenen is aan elkaar verbonden. Maar in het gedeelte dat gaat over time management zit een klein mankementje, zo is onderzocht door de San Fransisco State University, waardoor jij (sorry!) gewoon niet goed bent in op tijd komen. Zoals andere mensen gewoon niet goed zijn in rekenen, bijvoorbeeld.

2. Het genetische argument: te laat komen is genetisch bepaald. Waren je ouders ook altijd te laat? Dan is de kans groot dat jij ook een laatkomer bent.

3. Het levensstijl-argument. Proberen op tijd te zijn is ongeveer net zo makkelijk als proberen af te vallen. ‘Gewoon op tijd komen’ is niet iets waar je op 1 januari mee begint. Het vraagt een verandering in levensstijl, en dat doe je niet zomaar. Mogen we je bovendien helpen herinneren aan die ontbrekende schakel in je grijze massa?

4. Nogmaals het wetenschappelijke argument. Door dat mankementje in je brein is het bijzonder lastig inschatten hoeveel tijd iets kost. En daarom probeer je nog stééds iedere dag in een kwartier naar je werk te fietsen, terwijl het eigenlijk 20 minuten duurt. Resultaat: iedere dag te laat (sorry!). Allemaal de schuld van je brein. En je ouders.