1. Ik moet nu echt mijn koffer pakken.
2. Hoe laat vertrekken we ook alweer precies?
3. Tickets, waar zijn de tickets?
4. Ik had ze toch al uitgeprint?
5. Het was een onmogelijke tijd.
6. Daar zijn ze, klaargelegd op mijn bureau.
7. Aha 4.30 uur, inderdaad: een onmogelijke tijd.
8. Als de donder inpakken want het wordt een bijzonder kort nachtje.
9. Welke koffer ga ik meenemen.
10. Even appen om te vragen of de rest ook voor een grote gaat.
11.Travelling light nooit begrepen.
12. Minstens 5 paar schoenen, en slippers tellen niet hè.
13. Twee paar sandalen, twee keer hakjes, sneakers, espadrilles en die sleehakken.
14. Waar zijn die sleehakken?
15. Hm… al zeven paar.
16. Da’s basis, bij minder krijg ik spijt.
17. Ah, antwoord! Mooi zij doen ook niet aan travelling light
18. Zou er een föhn zijn in het hotel?
19. Even googelen.
20. Hoe heet die toko ook alweer?
21. Waar zijn mijn reispapieren?
22. Iets met Tropicana of Tropical.
23. Waarom liggen die papieren niet bij de tickets?
24. Oh wacht, heb ze in de printer laten liggen.
25. Tropical Coast – wie verzint zoiets.
26. Beter hebben ze een föhn...
27. Bingo!
28. Oké, minstens 5 bikini's
29. Zal ik die ene van drie zomers er ook nog bij doen? Zit zo lekker.
30. Ach wat weegt nou zo'n bikini?
31. Twee pareo's?
32. Even iets om de kont kunnen knopen blijft fijn.
33. Zal ik mijn jumpsuit ook meenemen?
34. Sowieso die nieuwe rok.
35. Jurkjes! Altijd handig, in één keer aangekleed.
36. Die zwarte, die met dat printje, dat flodderding en die ene die ik altijd meeneem en nooit aandoe.
37. Dit keer doe ik hem heus aan.
38. Hoe zat het ook alweer… kleding oprollen in plaats van vouwen?
39. Hm... goed tegen kreukels, maar ik geloof niet dat dit me meer ruimte gaat opleveren.
40. Zou haast toiletspullen vergeten.
41. Die shampoofles lekt nu al.
42. Hoe neem je een hoed mee zonder dat-ie indeukt?
43. Dit paar schoenen gaat nooit meer passen zo.
44. Zal ik opnieuw gaan indelen?
45. Doe ze wel in mijn handbagage.
46. Waarom bewaar ik altijd die vloeistofzakjes na een reis en kan ik ze vervolgens nooit vinden als ik ze nodig heb?
47. Zal ik een schone onderbroek in mijn handbagage doen?
48. Zal niet de eerste keer zijn dat mijn koffer niet aankomt.
49. Hoezó is het al zo laat?
50. Ik kan nog precies 1,2,3,4 en een half uur slapen tot de wekker gaat.
51. Dit gaat mis.
52. Wedden dat ik me verslaap.
53. Moet je dan extra geld betalen om je ticket om te boeken?
54. De rest even appen dat ze mij morgen een wake-up call geven.
55. Zet nu mijn wekker vast.
56. Zal ik mijn benen nog in de zelfbruiner zetten?
57. Hm… gaat weer van mijn slaaptijd af.
58. Natúúrlijk gaat mijn koffer niet dicht.
59. Het zou eens een keertje meezitten.
60. Erop zitten dan maar.
61. Zo, die is dicht – en krijg ik waarschijnlijk ook nooit meer open.
62. Wat was de code ook alweer?
63. 3,5 uur. Oké, moet nu écht gaan slapen.
64. Had ik mijn wekker al gezet?
65. Wie ooit nog beweert dat op vakantie gaan rust geeft, doe ik wat aan.

6 woorden die je altijd verkeert schrijft, maar vanaf nu nooit meer >

Dit is dé festivalagenda van deze zomer >