Het is wat, de huis-tuin-en-keukenperikelen in de liefde. Maandelijks bericht een man erover in ELLE. Nu het einde van het jaar langzaamaan nadert, dachten we: wat een mooi moment om de zielenroerselen van 2015 in de herhaling te gooien. Mooischrijver Daan Heerma van Voss over de magie tussen hem en zijn teerbeminde.

Eens per maand vraagt mijn geliefde mij of ze nog steeds het mooiste meisje is dat ik ooit heb gezien. Het is ons ritueel. In een clichématig romantische bui heb ik dit ooit tegen haar gezegd, zonder overigens te liegen of overdrijven. Sindsdien verklaar ik elke maand plechtig en naar waarheid, alsof ik zweer op de grondwet, dat zij inderdaad nog steeds het mooiste meisje is dat ik ooit heb gezien. Na het goede antwoord gegeven te hebben krijg ik doorgaans een kleinschalige beloning, een zoen of misschien een kop zelfgemaakte koffie. En toch kan ik het gevoel niet van me afschudden dat ik zojuist ben gered door toeval.


Wat zou het uitmaken als het meisje van wie ik houd, het op-één-na-mooiste meisje ter wereld is?

Want hoewel ik het me op dit moment niet kan voorstellen, is het mogelijk dat er door een of ander kosmisch misverstand toch ergens een meisje rondloopt dat mooier is dan het mijne, afgemeten naar esthetische normen die mij niets zeggen. Ik kan moeilijk de rest van mijn leven binnenblijven uit angst voor dit vreselijk mooie wezen, dat me overal zou kunnen opwachten.

Hoe kan ik beloven dat dit meisje een illusie is?

En nu mijn werkelijke punt: waarom zou ik dat moeten proberen? Wat zou het uitmaken als het meisje van wie ik houd, het op-één-na-mooiste meisje ter wereld is? (Of nummer twee, acht of honderdzeventien?) Word ik zo oppervlakkig geacht dat ik meteen weghol, achter het spookbeeld aan?

Mijn punt is: ze bestaat niet, want ik zal niet naar haar kijken.

Ik ben met vrouwen geweest wier uiterlijk me weinig zei, in sommige gevallen waren deze vrouwen zelfs lelijk te noemen. Tegen laatstgenoemden zou ik, in het geval mij dezelfde vraag werd voorgelegd, moeten antwoorden: je bent niet het mooiste meisje dat ik ooit heb gezien, verre van. Maar ondanks je uiterlijk houd ik van je. Nou, dan is het huis ineens te klein.

Ik kan me overigens moeilijk voorstellen met iemand samen te zijn die mij lelijk of onaantrekkelijk vindt. Als ik over genoeg zelfvertrouwen beschikte, zou dit in theorie echter mogelijk moeten zijn. Ik ben jaloers op mensen die in de spiegel kijken en kunnen denken: goed, ik ben lelijk, nou en, wie maakt mij wat?


Ik voel me het meest nabij haar, wanneer ze bang is dat ik iets aan haar opmerk wat zij altijd lelijk heeft gevonden.

Mijn geliefde zegt dat ik onder het ontbijten, wanneer ik op mijn onbezorgdst ben, de gewoonte heb om onaangekondigd scheel te kijken. Deze uitspraak valt met geen mogelijkheid te ontkrachten. Mijn verdediging berust op twee pijlers. 1) Als ik scheel zou kijken, zou ik het toch zeker zelf moeten merken. 2) In de achtentwintig jaar dat ik leef, heeft nooit iemand mij scheel genoemd. Waarop zij zegt: dan heeft nog nooit iemand goed naar je gekeken.

Zij heeft een ader op haar voorhoofd die gaat kloppen wanneer ze moet lachen. Ik noem hem de love-ader. Soms doet ze, wanneer ik haar lieflijk pest, alsof ze boos op mij is. Maar altijd wordt ze verraden door de love-ader. Ik zeg dan: ik kan je woede niet serieus nemen, de love-ader liegt niet. Haar woede verglijdt onmiddellijk.

Voor ze mij ontmoette, wist ze niet af van het bestaan van de love-ader. Nog nooit heeft iemand goed naar haar gekeken.

Schoonheid waarover iedereen het eens is, is geen schoonheid. Ik voel me het meest nabij haar, wanneer ze bang is dat ik iets aan haar opmerk wat zij altijd lelijk heeft gevonden. Vandaag is het een littekentje, morgen een spatadertje. Iedereen heeft deze geheimen. Het is door haar angstige blik, dat ik van deze geheimen weet. Deze geheimen zijn de mooiste dingen die bestaan.

Daan Heerma van Voss (1986) is schrijver. Zijn werk, bestaande uit vier romans en vele artikelen, is voor meerdere prijzen genomineerd geweest, en werd bekroond met De Tegel voor journalistieke uitmuntendheid. Vorig jaar publiceerde hij een essay in The New York Times. In mei verschijnt de thriller Ultimatum, die hij samen met zijn broertje Thomas Heerma van Voss schreef.

//

‘Weet je wat echt belangrijk is in een relatie?’
‘Liegen?’
‘Vanzelfsprekend, maar weet je wat pas echt belangrijk is?’

Lees verder >