Ineens dook het overal op: in kranten, tijdschriften, op tv… Ayahuasca (ajahoewaska) is hot. Was het Zuid-Amerikaanse hallucinogene drankje eerst vooral onder spirituele heilzoekers bekend, tegenwoordig vallen mensen bij bosjes – van Lindsay Lohan, Penn Badgley, Sting en Tori Amos tot allerhande young professionals – voor de helende werking van de donkerbruine bittere thee. Het zou belangrijke inzichten geven, afrekenen met verslavingen, trauma’s en terugkerende mentale demonen, kortom: verlichting brengen.

En laat dat nou net zijn wat ik zoek. Want hoewel ik optimistisch van aard ben en geloof dat het leven een rocky road is waarop meer uitdagingen dan oplossingen geboden worden, worstel ik de laatste tijd een diepgeworteld gevoel van onvrede. De huisarts stelt voor om met iemand te gaan praten. Ik twijfel even maar bedank. De laatste keer dat ik met een therapeut in gesprek was, lag mijn probleem volgens hem bij mijn overleden broer – ik heb niet eens een broer, laat staan één die overleden is.

Op een verjaardag spreek ik journalist en schrijfster Lisette Thooft. Ze werkt op dat moment aan haar boek Kom uit het hoofd, waarin ze een hoofdstuk wijdt aan de helende werking van ayahuasca. Ik raak enthousiast en hoor mezelf zeggen het wel te willen proberen, zonder nog echt te weten wat het is. Als ik ga googelen kom ik al snel tot de ontdekking dat ayahuasca in Nederland als harddrug wordt beschouwd omdat het DMT, een tripmiddel, bevat. En drugs gebruiken voor verruiming, is dat wel zo verstandig? Drugs en ik zijn namelijk niet heel goede vrienden. Die ene keer dat ik paddo’s gebruikte, ik was zeventien, zag ik schapen over de muur lopen. Die ene keer dat ik MDMA gebruikte, waar ook DMT in zit, vond ik het enige fijne eraan de warme handen van mijn vrienden en er even van overtuigd te zijn dat liefde de oplossing voor alles is. Verder heb ik de hele avond voor me uit gestaard en gewacht totdat het overging.

 AFSPRAAK
Ik doe verdere navraag bij Lisette Thooft. Ze vertelt me dat ik ayahuasca moet zien als een ‘openmakend’ middel en niet als een drug. ‘Kijk, het is niet fijn hoor, het voelt soms zelfs chaotisch, koortsig. Je gaat ervan braken, aan de diarree, alles wat eruit moet komt eruit.’ Maar ik moet het volgens haar niet vergelijken met een bad trip maar met een geestelijke ervaring. ‘De pijn en het ongemak zijn maar van korte duur, daaromheen val je in een soort wijdere ruimte,’ zegt ze. ‘Tijdens een ceremonie is er geen last van schaamte. Dat is juist het mooie ervan. De begeleiders hebben echt alles al gezien, die storen zich niet aan het gekots of gegil, die zien dat als een doorbraak.’ Om het te kunnen begrijpen, moet je het ervaren, denk ik. Ze adviseert me om contact op te nemen met André van der Klooster*, hij is al sinds begin jaren negentig actief als ceremoniebegeleider en zou kunnen inschatten wat voor een soort omgeving voor mij het beste zou kunnen werken.

André is sceptisch. Hij vraagt zich af of ik ayahuasca wil proberen omdat ik me echt bewust wil worden van wie ik ben, of omdat ik mee wil gaan met de trend. Dat laatste vindt hij een enorm slecht idee. ‘Omdat het zo’n hype is, zijn er steeds meer plekken waar je ayahuasca kunt gebruiken. Terwijl het zo belangrijk is dat je een goede omgeving – een kleine, integere organisatie – kiest.’
 Het gebruik van ayahuasca is in Nederland niet toegestaan, behalve als het vanuit een religieuze overtuiging wordt gedronken, zoals bij de Santo Daime-kerk. Uit de twee kerken die André me aanraadt, kies ik voor het Noord-Hollandse Casa da Luz. Vanwege de duidelijke ceremoniële setting maar vooral omdat het ritueel daar één dag duurt in plaats van een heel weekend.

Ook Casa da Luz vraagt naar mijn intentie. Ik leg uit dat ik op zoek wil naar bepaalde gedachtepatronen waar ik misschien in blijf vastzitten. En eh, ja, dat ik er ook een stuk over zal schrijven. Het is even stil aan de andere kant van de lijn. ‘Oké,’ klinkt het vervolgens, ‘kom maar. Je kunt er niet over schrijven als je het nog nooit hebt gedaan.’

 VER HEEN
De afspraak staat. Over anderhalve week ga ik al en ik begin zenuwachtig te worden. Mijn omgeving reageert niet bepaald bemoedigend. ‘Ga je op zoek naar jezelf?’ vraagt een vriend spottend. ‘Net zoals die meisjes die naar Bali vertrekken en alles doen wat god en het thuisfront hen verboden heeft?’ ‘Je eet je arm op,’ zegt weer een andere vriend.

Al met al niet echt geruststellend. Dus bel ik met Jellinek voor wat ‘objectieve’ informatie. Is het wel veilig? Zou ik erin kunnen blijven hangen? ‘Het is een vrij heftig tripmiddel,’ zegt Floor van Bakkum, woordvoerster van Jellinek. ‘Het gevaar bestaat dat je in een psychose terechtkomt, hoewel er ook heel veel mensen zijn die zeggen dat het juist therapeutisch werkt.’ Ze merkt dat ayahuasca veel media-aandacht krijgt en daardoor mensen trekt zoals ik, die bepaalde barrières snel willen opruimen. Maar ik moet het vooral niet gebruiken als ik bang ben voor trippen; het effect is te vergelijken met paddo’s en LSD.

Bang voor trippen: dat ben ik dus wel. Maar de nieuwsgierigheid naar de magie van ayahuasca wint en ik zet mijn plan door. Ik lees de instructiebrief van Casa da Luz: drie dagen geen koffie, sigaretten en alcohol. Verder lichte maaltijden en, om lichaamsenergie te behouden, orgasmes vermijden. Vrij simpel, op dat niet koffiedrinken en die orgasmes na (want: nieuwe geliefde). Verder: witte kleren (dat is de traditie) en een dekentje meenemen. De dag nadert en ik raak steeds gespannener.

Jan, begeleider en oprichter van Casa da Luz wacht mij en de andere deelnemers op. De omgeving is groen, weiland zover je kunt kijken, afgemaakt met een indringende koeienstrontgeur. De kerk  – een grote boerderij omgebouwd tot recreatie- en slaapverblijf – is ruimtelijk en modern, wat ik prettig vind. Tot mijn grote opluchting is de groep heel gemêleerd. Er zijn inderdaad veel young professionals en ook wat oudere vrouwen en mannen, maar niet van het type ben-blijven-hangen-hippie.

‘Ik wens je mooi werk,’ zegt Marga, een lieve oudere vrouw met lichte ogen, nadat ik schriftelijk verklaard heb dat ik me bewust ben van wat we deze dag gaan doen en dat alles voor eigen verantwoordelijkheid is. Ik moet beloven dat hoe ik me ook voel, ik de ruimte niet verlaat. Dat maakt me nog zenuwachtiger en dat merkt ze.

Jan opent de ceremonie. We zitten in een kring, ieder op een matras, man en vrouw gescheiden, Jan aan het hoofd. De liederen en gebeden die we zingen zijn in het Portugees, maar iedereen doet zijn best zo goed mogelijk mee te komen. We worden nog een keer gewezen op de inhoud van de dag. En de eigen verantwoordelijkheid voor onze ‘reis’. We doen wat oefeningen die ons moeten helpen te aarden, waarna we gevraagd worden in een rij te komen staan voor de eerste ronde.

IN DE RIJ
Mijn hart klopt in mijn keel. Als ik aan de beurt ben overhandigt de vrouw van Jan mij de bittere bruinrode thee. Ze kijkt me indringend aan. Ik drink het op en voel me meteen misselijk worden. Logisch dat iedereen gaat braken, dit spul is het smerigste wat ik ooit heb gedronken. Ik keer terug naar mijn matras en we doen een ademhalingsoefening: diep inhalen via de mond en kort uitblazen. Ik lijk het niet helemaal te volgen. Een begeleidster wrijft over mijn kaken en zegt dat ik me moet laten gaan. Ik laat mijn kaken vallen. Zucht nog eens diep. De begeleidster zegt dat ik geluid moet maken. Ik hum een beetje, maar echt overtuigend ben ik niet. Ze zegt dat ik tegen het matras aan moet trappen. En daar ben ik beter in. Ik zie anderen om mij heen driftig met mattenkloppers op kussens slaan – die behoefte voel ik niet.

Ik ben niet angstig, het wordt niet donker. Ik zie geen enge demonen. Het is gewoon licht. Ik sluit mijn ogen en bedenk dat slaap ook een interessante staat van zijn is. Hoewel ik weet dat het niet de bedoeling is, kruip ik op mijn zij. Ik heb enorme rugpijn die ik niet kan reguleren.

We worden langzaam wakker gezongen. Althans: ik word langzaam wakker gezongen. Ik kijk naar de klok en ben minstens twee uur ‘weggeweest’. Ik voel opgedroogde tranen op mijn wang. Ik herinner me dat ik moest huilen.

Weer gaan we in de rij staan. We krijgen de helft van wat we de eerste keer dronken. Op mijn matras val ik weer weg en ik hoor op de achtergrond mensen zingen, overgeven, gillen en vechten. Ik ben blij dat ik niets van die heftigheid voel. Ik begin aan de omgeving gewend te raken.

Bij de derde en laatste ronde overweeg ik niet mee te doen. Ik wil het liefst naar huis. Toch neem ik de beker aan. Ergens hoop ik ineens dat het toch nog spannend wordt. Wederom val ik in een diepe slaap, terwijl het merendeel van de groep zijn of haar demonen bevecht.

Na afloop vertel ik aan Jan dat ik het idee heb niets te weten te zijn gekomen. Hoewel hij het jammer vindt dat ik mij niet heb overgegeven aan mijn ongemakken (letterlijk en figuurlijk), omdat ik op deze manier niets ‘oplos’, vindt hij dit niet-weten van mij een groot inzicht. Hij wijst naar het bord op de muur: ‘Het-niet-weten-atelier’ staat er. Heb ik dat onbewust gelezen of was het de ayahuasca? Daar hoef ik volgens Jan niet over na te denken, we zullen het nooit weten. Onderweg naar huis vraag ik me af of ik het nog een keer moet proberen. Om écht ‘op te lossen’ wat er dwars zit. Maar misschien zit er wel niets dwars. En is dat nuchtere niet-weten ook een prima staat van zijn.  

 * (Op verzoek gefingeerd)

> TRIPTHERAPIE
Ayahuasca, ook wel bekend als ‘liaan met een ziel’, is een plantmedicijn afkomstig uit het Amazonegebied. Het kan het bewustzijn verruimen, van licht stimulerend tot extreem visionair, een effect dat meestal tussen de vier en acht uur duurt. Ayahuasca wordt tijdens ceremoniële sessies onder begeleiding van een ervaringsdeskundige toegepast, vaak op sjamanistische of kerkelijke wijze. Was het eerst nog iets wat door een kleine groep psychonauten, westerlingen die geïnspireerd zijn door de wereldgeschiedenis van medicinale en spirituele toepassingen van psychedelische kruiden, gebruikt werd, tegenwoordig is het wijder verspreid: Sophie Hilbrand woonde voor BNN een ayahuascaritueel bij, in de film Wanderlust zit een hilarische scène van Jennifer Aniston die het middel probeert en er wordt door allerhande kranten en tijdschriften lovend of kritisch over geschreven.

Er wordt gezegd dat ayahuasca in één dag kan oplossen waarvoor je normaal gesproken jaren nodig hebt. Dat het een hulpmiddel is om de confrontatie aan te gaan met je diepste angsten, wat na overgave kan uitmonden in een helende werking. Maar er is ook een keerzijde: ayahuasca heeft als belangrijk ingrediënt chacruna, een plant die relatief gezien veel van de psychedelische stof DMT bevat. DMT staat op lijst 1 van de Opiumwet en wordt gezien als harddrug, verboden dus. Sinds 2001 geldt er in Nederland een uitzondering op deze wet voor de Braziliaanse Santo Daime-kerk, omdat deze kerk zich beroept op de vrijheid van godsdienst.

Meer over de werking en de risico’s en van ayahuasca vind je op jellinek.nl
 Casa da Luz, ayahuascanederland.nl