De oranje tompouce, vriend van iedere Koningsdagvierder, klassieker in de banketbakkerij. Twee laagjes krakerig bladerdeeg met daartussen luchtige banketvulling en erbovenop een glazuurlaag. Met geen mogelijkheid fatsoenlijk te eten, wel heel lekker. En populair, blijkt uit de cijfers. Grote kans dat je er vandaag eentje treft; en dan kun je deze onbekende feitjes over de lekkernij opdissen.

9 feiten over de tompouce

1. De tompouce komt uit Mokum. De tompouce (de roze, uiteraard) werd naar verluidt voor 't eerst, door een Mokumse banketbakker – zijn naam is niet bekend – in Amsterdam gemaakt. Het idee is mogelijk gepikt van het soortgelijke Franse taartje millefeuille (dat al in 1651 werd gemaakt), maar toch; de eerste Nederlandse interpretatie van de snack vond in de hoofdstad plaats.

2. De naam tompouce zou zijn afgeleid van een circusartiest. Niemand weet precies waarom, maar het gebakje zou zijn vernoemd naar een klein mens uit Friesland die in het circus werkte, met de naam Admiraal Tom Pouce, die op zijn beurt zijn naam had afgeleid van de beroemde Amerikaanse circuscollega General Tom Thumb. Pin ons er niet op vast, mogelijk hebben we hier te maken met een flinke fabel – wij zien de link tussen hen en het gebakje ook niet 1, 2, 3.

3. De afmeting van een oranje tompouce is (bijna altijd) precies vier bij tien centimeter. Regels.

4. Nogal wat landen noemen de tompouce een Napoleon. De tompouce is een internationale snack en heeft meerdere namen. Op een rij:
> In Frankrijk heet het millefeuille;
> In Vlaanderen noemen ze het een boekske of glacéke;
> In Italië heet het mille foglie;
> In de VS noemen ze het napoleon of a nap;
> In Zweden een napoleonbakelse;
> De Noren noemen het een napoléonskake;
> Ook voor de Russen is het een hаполеон (Napoleon, that is).

5. De tompouce mag ook tompoes heten. Of toch niet? Over de schrijfwijze van tompouce is nogal wat onduidelijkheid. Volgens Het Genootschap Onze Taal is zowel tompouce als tompoes prima. Maar wanneer je zoekt in het groene boekje van Onze Taal is de tompoes een rechthoekig gebakje en de tompouce een kleine damesparaplu. Ach, wij volgen de Hema: tompouce it is.

6. Het meervoud van tompouce is… tompouces. Hebben we dit dan altijd verkeerd gezegd? Het meervoud van tompouce schijnt niet tompoucen maar tompouces te zijn. Blousen, blouses, tompoucen, tompouces. Eigenlijk logisch – maar toch.

7. Met Koningsdag eten Nederlanders extreem veel tompouces. Banketbakkers noemen het een superverkoopdag. De verkoop van tompouces stijgt zo hard, dat de omzet van bakkers vaak verdubbelt ten opzichte van welke dag dan ook.

8. Keren, demonteren; het eten van een tompouce is en blijft een klus. Het snijden van een tompouce is een no go als je je kleding vlekvrij en je tompouce in 't gareel wil houden. Het beste leg je de tompouce op z'n zijkant óf eet je eerst de onderkant met vulling en later het dakje.

9. De oranje tompouce is al sinds 27 april 1967 Koningsgebak. Toen Koning (toen nog Prins) Willem-Alexander werd geboren, vierde het koningshuis dit met beschuit met blauwe muisjes én… oranje tompouces. Sindsdien is het gebak 't Koningsgebak.

Fijne Koningsdag!