Karlijn Brinkman geeft zichzelf iedere week een nieuwe uitdaging, en schrijft daarover voor ELLE.nl. Zoals een week lang in lange rijen wachten, al je haar afscheren en proberen de Kardashians oprecht interessant te vinden. Vandaag in een nieuwe Karlijn Test: 'Ik zei gedag tegen iedereen met wie ik oogcontact had'.

'Het is vroeg in de ochtend en ik loop over straat. Gisteren had ik bedacht hoe raar ik het vond dat twee mensen elkaar op een lege straat kunnen kruisen, elkaar recht in de ogen aan kunnen kijken en kunnen doorlopen zonder iets te zeggen. Mijn oma vertelde altijd over het gevoel van saamhorigheid vroeger in de stad, en hoe ze dat gevoel nu niet meer had. Ik trok daaruit de conclusie dat afstandelijkheid het probleem van de mensheid anno 2017 is. Daarom besloot ik vandaag bij het aankleden vriendelijk gedag te zeggen tegen iedereen waarmee ik oogcontact zou hebben.

Ik loop steeds sneller, want ik ben bijna te laat voor mijn trein. In de verte doemt het grasveldje op de hoek van de straat op. Elke ochtend vraag ik mij af waarom dat daar is geplaatst, op die hoek. Als het veld er niet was geweest had ik altijd schuin af kunnen snijden, terwijl ik nu om het gras heen moet lopen. Vandaag wil ik niet om het gras heenlopen. Vandaag loop ik door het gras heen. Vandaag snijd ik af. Ik kijk naar de roze glitterende Dr. Martens aan mijn voeten die bij elke stap het gelige gras platter trappen. Vandaag wordt een goede dag.

Op het moment dat ik met een voldaan gevoel van het gras afstap, zie ik haar. De vrouw aan de overkant van de straat. Ze rijdt een rode fiets uit haar voortuin. Ze kijkt mij aan, ik kijk haar aan. Dit is hét moment. Ik lach en zeg 'Goedemorgen.' De vrouw glimlacht terug. 'Hallo,' zegt ze. Het voelt alsof ze slachtoffer van mij is geworden. Alsof ik ongewenst binnendrong in haar wereld, met haar voortuin en haar rode fiets. Ik stap verder.

In mijn linker ooghoek zie ik de vrouw. Ze komt naast me lopen met haar fiets aan de hand. 'Het voelt wel goed dat ik niet de enige ben die zo vroeg op is,' zegt ze knipogend. 'Ach, de plicht roept,' zeg ik lachend terug. Ik ben een beetje teleurgesteld dat er zo'n standaard zin uit mijn mond komt. Twee mensen in de ochtend over straat. Zij met de fiets aan de hand, ik met glitterende schoenen aan mijn voeten. We praten. We praten over de markt die steeds voller en de winkelstraat die steeds leger wordt. We praten en we lopen. De vrouw moet rechtdoor, ik moet naar rechts. 'Fijne dag nog!' Vandaag wordt een goede dag.'