Echt, ik had alles onder controle. Met een zelfverzekerde pas stapte ik door de ruimte en hield onopvallend iedereen in de gaten. Vooral de vrouwen natuurlijk, met name de mooie. Die zouden gewapend kunnen zijn, wist ik. Verborgen onder dat korte rokje zat natuurlijk een doorgeladen pistool in het holster om hun fraai gevormde bovenbeen. Jaja, ik kende het zo onderhand allemaal wel een beetje.

Zo verliet ik dus de bioscoopzaal, na het laatste restje Skyfall. En terwijl ik achter een groepje jongens in glimmende jassen aan sloop, klonk in mijn hoofd het gitaartje dat ook 007 telkens weer hoort als hij wat schurken op de hielen zit. Tádetetaa tetada tádeteta tetade tádeteta tetade tádeteta tetade, tádaaaaaa tádeta...

Het was alsof ik een paar centimeter was gegroeid na het zien van deze film. Alles had ik geabsorbeerd en de geheim agent had volledig bezit van mij genomen: in de linkerzak van mijn jas voelde ik de sleutels die voor heel even niet van mijn rode transportfiets waren, maar van mijn beige Ashton Martin. In mijn broekzak zat op dit moment niet mijn telefoon, maar een pistool waarvan de trekker alleen reageerde op mijn vingerafdrukken. Mijn gebreide vest was voor nu een vlijmscherp gesneden pak. En mán, wat was ik gespierd. Wat lagen de vrouwen aan mijn voeten, wulps en wel. De een nog blonder dan de ander, die namelijk een brunette was. En dan die benen, van onder tot boven! Adembenemend, bloedstollend, levensgevaarlijk. Geen Bond-girl, maar een Kocken-girl.

Thuis deed ik het licht niet aan, want dat vond ik spannender. Ik dacht: met een beetje mazzel ligt er op mijn bureau een mapje met daarop top secret, wat ik dan dus de gewoonste zaak van de wereld vind. Er zouden onheilspellende violen aanzwellen, en over zwellen gesproken: onder de douche zou ik een onbekende dame aantreffen, die er niet vreemd van op keek wanneer ik poedelnaakt achter haar kwam staan. Heus, waarom niet? En waarom zou het niet kunnen dat ik dan in het duister op mijn bank van mijn whisky zit te snoepen als er plotseling iemand aan mij vraagt: ‘Waar heb jij uitgehangen?’ Heel cool zou ik terugkijken en dan zeg ik helemaal zonder te lachen: ‘Ik heb genoten van de dood.’

En dat ze dan daarna vragen of ik soms interesse heb om het land te redden.

Of zoiets.

Toen ik me vervolgens licht teleurgesteld uitkleedde op de rand van mijn door bar weinig vrouwen gevulde bed, bedacht ik dat het geen gek idee zou zijn om toch maar eens een abonnementje op de sportschool te overwegen. Toen enkele uren later de wekker ging, was ik zelfs dat al weer vergeten. Ik waggelde naar de wc en liep niet meer zo rechtop als gisteren, mijn schouders stonden niet meer zo stoer naar achter, ik was niet meer die paar centimeter langer. En mijn strakke pak? Dat was meer een slobberige pyjama geworden. De film was uitgewerkt, Bond was uit mij verdwenen. Ik was weer gewoon Kocken, Oscar Kocken.

Volg Oscar op de voet >