Excuus, excuus, excuus! Al een heel poosje liet ik weinig van mij horen. Zo bitter weinig, het leek warempel wel een potje hard to get. En nu ik hier dan zo plotseling opduik kan ik natuurlijk al onze tijd verdoen door uitgebreid in te gaan op alle redenen van mijn afwezigheid, maar veel liever hou ik het hierbij: tadaa, ik ben er weer. Dat had verdorie ook geen week later moeten zijn, want dan hoeft het allemaal niet meer. De Maya's zeggen dat er vuurballen op onze harses zullen landen en de Maya's kunnen het weten.  

Ik dacht: als het Einde der Tijden komt, dan wil ik u toch tenminste wel de groetjes hebben gedaan. En ik dacht ook: als het Einde der Tijden komt, dan zit ik verdorie wel graag op een leuke plek. Vandaar dat u vandaag van mij de groetjes krijgt uit Kopenhagen. Tamelijk daadkrachtig en tot mijn eigen verbazing boekte ik een vliegticket en een hotel en nu zit ik hier. In de wijk Vesterbro, in een hotel waarvan de onbegrijpelijk mooie wegwijsdame zei dat het het mooiste is van de héle stad. Art Deco van de buitenkant, aan de binnenkant een receptiemannetje dat nog uit de tijd lijkt te stammen, voorzien van een bariton waardoor het glas-in-lood uit de sponningen trilt.

Vlak voor vertrek keek ik nog gauw twee afleveringen van The Killing III, om mijn talenknobbel uit te breiden. De hele reis oefen ik dus nu al op 'tak,' en als ik de smaak te pakken heb, maak ik er zelfs een ruimhartig 'tusind tak' van. Vervolgens doe ik net alsof ik mijn teen stoot en knal ik er een snoeihard 'for helvede' uit en voeg ik de mensen die verstoord opkijken een grommend 'hold da kæft' toe. Daarna lispel ik met een engelengezicht mijn onvolprezen 'undskyld'. Enfin, u merkt het: kijkend naar zo'n misdaadserie leer ik mijn Deense woordjes vlot. Een brood kan ik nog niet bestellen, maar als het echt niet anders kan, dan moet het mij prima lukken om hier in Kopenhagen een moord op te lossen.

De eerste moord die ik vanavond oploste, was de moord op een moot zalm. Aan de Vesterbrogade 39 ontdekte ik het restaurant NamNam, waar de menukort mij het volgende vertelde: Marineret laks i en aromatisk nyonya sambal med skalotteløg, masser af friske asiatiske krydderurter, tamarind og kokosmælk, pakket i bananblade og grillet. Laksen serveres med råsyltet fennikel og namnams Nasi Kuning ris.

Laks is mijn lievelingswoord, van asiatiske durfde ik iets Aziatisch te maken en kokosmælk leverde ook geen hoofdbrekers op. De rest wel. Dapper als ik ben, bestelde ik het gerecht, om vervolgens als allereerste de Apocalyps te proeven. Tranen sprongen in mijn ogen, op mijn tong daalden vuurballen neer, en ik had geen andere keus dan te doen wat iedereen me juist had afgeraden in dit dure Scandinavische land: ik bestelde bier. Blusbier. Veel, heel veel, een zondvloed aan bier. En zo vinden in mijn kop op dit moment gelukzalige bevingen plaats die met de schaal van Richter geeneens te meten zijn. Ja, mochten de Maya's dit bedoeld hebben, dan mag het van mij elke dag wel de Eindtijd zijn.

Human, Sleeve, Sweater, Black hair, Street fashion, Knitting, Woolen, Flash photography, Wool, Creative arts,

Na het afrekenen wandelde ik wat door de frisse buitenlucht. In een lichte roes hoorde ik overal hødåflypsæ en andere fantasietaal, zag ik een vrolijke etalage vol Hay en Ferm Living, juichte ik bij enorme rekken vol Mads Nørgaard en kwijlde ik bij de gigantische schappen vol Daim. Toen, daar, op dat moment stelde ik mijzelf een héél existentiële vraag: heeft het zin om met nog slechts vier dagen te gaan voor dit spul mijn portemonnee te trekken? Moet ik in die laatste uren voor de Apocalyps van mijn allerlaatste geld mijn eigen Sarah-Lund-trui kopen? Nee, besloot ik, dat heeft geen zin. Maar gelukkig heeft niks zin. Daarom blijf ik met veel plezier nog even hier en ga ik al mijn kronen er doorheen jassen aan vurig eten en mooie spøllen. Maakt u zich geen zorgen: ik beloof plechtig dat ik u zo nu en dan de groetjes doe. En mocht de wereld na 21 december nog bestaan, dan kom ik terug. Anders niet.