Met honderdmiljoen spermacellen lijkt de man een kwistig tiep,
Maar wie werkelijk goed wil tellen moet eens kijken naar de iep
Elke lente daalt hun bende roomwit op de straten neer
Elk voorjaar zit mijn haar vol met dat iep-gemasturbeer
En zodra mijn tuindeur ook maar op een kiertje openstaat
Stroomt mijn huisje stante pede vol met liters iepenzaad
Nu gun ik heus de bomen hun orgasme, dus daar zeg ik ook niks van
Maar het kuisen van zo’n kwakje blijft het taakje van de man
Dus ik zat te piekeren, te peinzen en bedacht toen iets fantastisch
Er hoeft geen boom zich te castreren, nee, het is zowaar niets drastisch
Hooguit zal het wel niet mogen van dat verrekte Vaticaan,
Want in mijn dromen hebben alle iepen netjes een condoompje aan