Herkenning is jullie twintigers gegund. Daarom bij deze: 9 problemen die misschien niet van het soort first world zijn, maar wel iedere twintiger ten deel vallen en daarom wel eens netjes in een lijstje mogen worden gezet.  

1. Jij weet wat ‘tegenwoordig’ gedaan wordt en bent vraagbaak voor veertigplussers
‘Wat doen jullie eigenlijk op die telefoons behalve bellen?’ ‘Snapchat? Maar waarom zou je iets sturen als het meteen weer verdwijnt?’ ‘Mijn dochter zit op Instagram, kan dat kwaad?’ Tech-kennis, hoe summier ook, wordt quasi-terloops maar stiekem heel bewust en trots gedeeld. ‘Oh, foto’s, op Instagram? Ja, ik sla ze altijd op in de Cloud. Ken je dat, de Cloud? Heel handig.’ O-ke.

2. Ze denken ook dat je elk apparaat kunt maken
En dus hangt je vader wekelijks aan de telefoon om te vragen wat er met zijn computer is gebeurd en waarom Spotify het nog niet doet op zijn telefoon. En dat dien jij dan via de telefoonverbinding te ruiken, want je bent een twintiger, en weet ten slotte alles over apparaten.

3. Je bent vaak blut
Maar dan nét niet blut genoeg om nog lunch- of koffie-afspraken te maken met vrienden, waar je dan heel lullig de rekening door tweeën moet delen (met allerlei irritante handelingen op bestelcomputers voor de serveerster als gevolg), omdat je het principe ‘omstebeurt een lunchafspraak betalen’ even financieel niet trekt. Je vriend(in) snapt het – die is ook blut. Aan het eind van de maand is iedereen eigenlijk blut. Altijd. Eigenlijk zou je daar eens een gepast feestje voor moeten verzinnen, ter viering van ieders incapabele twintigershouding over geld.

4. Er zijn soms vier uitsmijters voor nodig om je ID goed te keuren
Want je doet het nog steeds met een pasfoto waar je 18 op lijkt.

5. Er zijn vrienden die opeens voelen als vreemden
Je beste vriendin van de middelbare school is opeens alles wat jij niet meer bent, en hoewel je onnoemelijk veel van haar houdt, heb je niks meer om over te praten aan de telefoon. It’s a sad, sad situation.

6. En er zijn vrienden die sowieso al niet zo leuk zijn
Of het besef nu komt tijdens uitgaansnacht tien waar vriendin Y. terloops op je zak weet te teren of tijdens het zoveelste etentje waar vriendin X het presteert het hele samenzijn vol te lullen met verhalen over haarzelf – je zult je realiseren dat je sommige vrienden gewoon niet zo leuk vindt. En die laat je moeiteloos gaan – want je bent geen tiener meer die nachtenlang piekert over of vriendin Z of vriendin A je wel mag. Doei, egotrippers en narcisten.

7. Je wil overal bij zijn
Iemand zei ooit eens dat FOMO verdwijnt na je studietijd. Dat is een grapje, want Instagram en Facebook.

8. Sporten staat op je to do-list ergens tussen ‘nieuwe kamer zoeken’ en ‘hard nadenken over de toekomst’.
Want die kamer waar je nu in zit is oké maar rare huisgenoten, de studie die je nu doet is oké maar moet straks ook brood op de plank brengen en dat sporten vind je op zich ook oké maar een sportschool kiezen is extreem ingewikkeld. Want: is goedkoop duurkoop, of gooi je onnoemelijk veel onnodig geld weg als je voor een betere sportschool gaat, en hoezo is die school dan precies beter, en hoe groot is eigenlijk de kans dat je sowieso gaat, want:

9. Je hebt heel vaak het gevoel drie levens te leiden
Je werkt. Je hebt een sociaal leven. En tussendoor moet je ook weleens je wc schoonmaken en het vuilnis buitenzetten. Kortom, je zit in een soort slaaprovende cyclus van werken, eten, drinken, dansen, snel nog even slapen, opstaan, werken… en zo verder.Je doet alsof je neus bloedt en vindt slaap overschat – je bent verdorie een twintiger.

Bron: Cosmopolitan.com

En deze dingen had iemand je ook wel eens mogen vertellen over je leven als twintiger >