‘Ik was eens in een woonkamer waarvan de bewoner op de muur had geverfd: It’s better to live your dream than to dream your life. Als je het mij vraagt een onnodig en vals dilemma. Wensdenken is eigenlijk mijn methode om überhaupt iets af te krijgen.

Slechts één keer heb ik de morele grenzen van mijn methode opgezocht.

We schrijven 2004. Bij gebrek aan betere ideeën studeerde ik bouwkunde. Not living the dream, zeg maar. Ik wilde naar de kunstacademie en in mijn tentamenweek las ik dat er twee dagen later nog één extra toelatingsronde was ingelast. Nog één extra kans op een ander leven, nog één kans om het dorp waar ik woonde te ontvluchten.

Helaas: precies op de dag van mijn belangrijkste tentamen.

Zonder medeweten van mijn ouders klopte ik met mijn portfolio aan bij het atelier van de enige kunstenares die ons dorp rijk was, toevallig de moeder van mijn beste vriendin. Eindelijk had ik het licht gezien! Ze sloot me als een bekeerling in haar armen en in haar atelier.

Als ik mijn studie dan verpestte, moest ik natuurlijk wel toegelaten worden. Anders zou ik een jaar bij de brasserie moeten werken en dat zou mijn dood betekenen. Not living the dream. Zo gauw de kunstenares een blik wierp op mijn portfolio zag ik mijn werk in een nieuw licht. In dit nieuwe licht was alles dat ik gemaakt had belachelijk. Als ik al over talent beschikte, bleek dat niet uit deze schamele serie. Mijn feilloze kennis van de anatomie van Donald Duck zou geen indruk maken op de dames en heren kunstacademie. En waarom had ik mid-jaren negentig zoveel tijd besteed aan het tekenen van tribals? Werk na werk smeet ik in de prullenbak en mijn toekomst kleurde al donkerder. Tot de kunstenares een la opentrok met oud werk. Aquarellen. Schetsen.

Ze keek me samenzweerderig aan.

Ineens bedacht ik: dat slechte portfolio lag niet aan mij. En al helemaal niet aan mijn gebrek aan talent. Ik wíst dat het een slecht portfolio was. In de la van de kunstenares lagen de werken die ik had kúnnen maken. Alleen was ik nog niet aan de uitvoering ervan toegekomen. Heel simpel eigenlijk. I was dreaming the life.

Ik stopte zonder aarzelen enkele schetsen uit het portfolio van de kunstenares in de mijne. Ik zou al gauw leren dat ik mijn portfolio met enige goede wil onder ‘postmodernisme’ kon scharen: alles is al gemaakt, waarom zou ik het opnieuw maken? Noem het postmodern. Noem het fraude. Sindsdien live ik the dream, of dream ik the life. Whatever, ik was aangenomen.’

Emma Curvers schreef het erotische verhaal De Meisjeskamer op pagina 73 van ons ‘verboden nummer’ (ELLE november). Ook maakt ze tegenwoordig al haar werk zelf. Dat zegt ze althans.

Team ELLE neemt, in het kader van ons ‘verboden’ novembernummer, ook plaats op de biechtstoel over intieme ontmoetingen, nachtelijke escapades, vieze geheimpjes en vurige liefdes.

'We waren een soort kat en muisspel aan het spelen' >