Hij is de bellboy van een luxe grachtengordelhotel in Amsterdam. Behalve servicegericht zijn is discretie een van de belangrijkste eisen van zijn functie. Want veel van wat er achter die de hotelkamerdeuren gebeurt moet koste wat kost geheim blijven. In een hotel kun je immers alles doen wat thuis niet mag. De anonimiteit, de luxe, de stad waar alles lijkt te mogen faciliteren een nachtje uit de bocht – drank, drugs, prostituees. Om voor de hand liggende redenen zijn zowel bellboy als gasten onherkenbaar gemaakt.

PAPA IS EVEN VOETBAL KIJKEN
‘Hebben jullie nog een kamer vrij?’ In een hotel natuurlijk een veelvoorkomende vraag, minder gebruikelijk echter als de persoon in kwestie al een kamer bij ons heeft. Meneer Johnson – type man die zo bij een grote multinational zou kunnen werken, jasje, dasje – keek me vragend aan. Al een week verbleef hij met vrouw en kinderen in het hotel. Ik lachte en vroeg: ‘Heeft u ruzie gehad met mevrouw?’  ‘Nee, nee...’ mompelde hij. ‘Ik wil nu gewoon een kamer hebben.’ Om er vervolgens aan toe te voegen: ‘En ik wil daar ook twee vrouwen bij.’

Voor dat laatste verwees ik hem naar de barjongens en liep zelf door naar de receptie. Daar regelde ik zijn reservering met de receptionisten en lichtte hen meteen in over het aanstaande damesbezoek. De receptionisten wisten vanaf dat moment dat wanneer de dames zich zouden melden en zouden ervoor zorgdragen dat een hotelmedewerker hen zo discreet mogelijk naar de kamer zou begeleiden. Tweeënhalf uur later was meneer Johnson zonder een vuiltje aan de lucht weer uitgecheckt uit kamer 403.

>Lees hier de geheimen van de ELLE redactie