Het is wat, de huis-tuin-en-keukenperikelen in de liefde. Maandelijks bericht een man erover in ELLE. Nu het einde van het jaar langzaamaan nadert, dachten we: wat een mooi moment om de zielenroerselen van 2015 in de herhaling te gooien. Vandaag is schrijver Mano Bouzamour aan zet.

Ik heb al ruim tien jaar verkering. ('Elf!' hoor ik haar in gedachten schreeuwen.) We zijn beiden 23. Onze verkering begon in de eerste klas van de middelbare school. Ik zag haar voor het eerst tijdens de gymles. Ze droeg een wit rokje, een shirt van Lacoste en een roze haarband. En ze had groengrijze ogen met zwarte spikkeltjes. Ze bezat toen al alle vrouwelijke benodigdheden: mooie borsten, welgevormd kontje. Ze is verlegen op een uiterst verleidelijke manier. Ik ben juist heel brutaal. Maar ik hou wel van luisteren. Zij kan tetteren, mijn god, vooral als ze een slok op heeft, maar dat vind ik dus heerlijk. Gewoon mijn smoel dichthouden en college krijgen in vrouwengedoe. Als we het leuk hebben, is het feest. Maar als we het niet leuk hebben, is het ook echt een hel. Meestal komt dat dan door mij.


Zij kan tetteren, mijn god, vooral als ze een slok op heeft, maar dat vind ik dus heerlijk.

Mijn probleem is dat het vrijgezellenleven mij nogal aanspreekt. Als ik door Amsterdam slenter, zie ik zo veel mooie vrouwen. Op straat fiets ik de knapste meisjes tegemoet, de haren als de sleep van een bruidsjurk wapperend achter hen aan. Op de sportschool squatten ze in sexy pakjes. Op stations zijn ze druk bezig snel nog een beetje mascara aan te brengen. Op elke straathoek kan ik verdomme wel verliefd worden!

Daarbij ontploft mijn iPhone elke vrijdag- en zaterdagnacht steevast van de booty calls, gewillige whatsappjes en vunzige facebookberichtjes – sommige chicks spreken zelfs mijn voicemail in, de dronken dames. Ik vind het heel vleiend hoor, al die aandacht. Het is een jongensdroom die uitkomt. Het geeft mijn zelfvertrouwen en mannelijkheid een kleine boost. Het liefst nodig ik ze allemaal uit om langs te komen. Tegelijk. Ik ben dol op vrouwen die initiatief tonen, dat zijn de leukste vrouwen, maar tot op zekere hoogte. Een man wil alles behalve een vrouw die op hem jaagt. Dat is heel lelijk namelijk. Een beetje goedkoop. Maar hoe lelijk en goedkoop het ook is, ik vind het soms heel moeilijk te weerstaan. Hoe vaak kan ik nog ‘nee’ zeggen?


Mijn iPhone ontploft elke vrijdag- en zaterdagnacht steevast van de booty calls, gewillige whatsappjes en vunzige facebookberichtjes

In het verleden is gebleken dat mijn vriendin meester is in het onderscheppen van seksueel getinte berichtjes op mijn telefoon. Ze zou blindelings kunnen worden aangenomen als spion bij de AIVD. Dus als ik wil checken of ik nog wel goed in de markt lig, doe ik dat op straat. Soms kom ik een heel leuk meisje tegen, op het station of in de supermarkt. Dan spreek ik haar aan. Ik ben gek op meisjes met een bijzondere uitstraling. Niet het typische mooiste meisje van de klas, zoals Doutzen Kroes bijvoorbeeld – ik vind haar wel knap en zo maar ze triggert niks in mij. Afijn. Mijn versierpoging gaat als volgt: ik raap al mijn moed bij elkaar, loop semisensueel naar de dame in kwestie en vertel haar: ‘Ik zag je net. En ik dacht, als ik het je nu niet vraag dan krijg ik er straks spijt van als ik thuis ben. Zou je een keertje met me willen lunchen?’

En dan laat ik een stilte vallen. In de tussentijd grijns ik een beetje. Weeg ik mijn kansen. Kijk ik de jongedame aan, om vervolgens naar de neuzen van m’n schoenen te kijken om verlegenheid te veinzen en uiteindelijk een verwachtingsvolle wenkbrauw op te trekken. De twee meest voorkomende antwoorden zijn:
‘Aah, superleuk dat je me zomaar aanspreekt, echt heel leuk, maar ik heb al een vriendje.’
Dan zeg ik: ‘Zeg maar tegen hem dat-ie heel erg boft.’
‘Zal ik zeker doen!’

Het andere antwoord is: ‘Lunchen… Lijkt me leuk.’
‘Lijkt mij ook, maar ik heb al een vriendinnetje!’

Mano Bouzamour (1991) debuteerde in november 2013 met de roman De belofte van Pisa. De filmrechten daarvan zijn verkocht, net als de theater- en hoorspelrechten. Hij schrijft columns voor Het Parool en werkt aan zijn tweede roman, Witte Donderdag.

//

‘Weet je wat echt belangrijk is in een relatie?’
‘Liegen?’
‘Vanzelfsprekend, maar weet je wat pas echt belangrijk is?’

Lees verder >