Met de feestdagen voor de deur – ja echt, het is al bijna Kerst mensen! – nemen we je graag ter hand in de wereld van de etiquette. Want hoe heuren de dingen eigenlijk? Smakken aan tafel? Dat doe je vast niet. En dat de ellebogen niet op tafel horen, dat is vast ook een inkopper. Maar hoe gedraag je je dan wel? Van de kunst van het converseren tot aan 'twee glazen wijn is soms wel voldoende'. Wij zochten het voor je uit.

Aan tafel

Best een belangrijke maar vooral handige regel: doe zoals je gastheer of vrouw. Als zij aangeven dat er gegeten kan worden, begin je. Mocht je nodig moeten toiletteren – en dit mag je dus een wc noemen, hoeft niet – dan excuseer je jezelf. (Heren, als jullie dit lezen: wanneer een vrouw van tafel gaat, sta jij op.) Voordat je begint met eten: servet op je schoot – als het een kleine servet is kun je het uitvouwen. Is het een grote servet, houd hem dan half gevouwen met de vouw naar je toe – tas naast je op de grond. Idealiter heeft de gastheer of vrouw je voor de tas een plek gewezen, maar mocht dit niet zo zijn, hang 'm in ieder geval niet aan je stoel. (En ik begrijp heus wel dat er een twijfel is omtrent de huiselijke grondhygiëne waar je parel zich zal moeten bevinden, maar hierin moet je je gastheer of vrouw maar gewoon vertrouwen.)

Brood breek je, dat snij je niet. Het boter smeer je overigens wel.

Wat het bord betreft: schraap niet uitgebreid je bord schoon. Voor een tweede keer opscheppen mag namelijk gewoon. Indirect geef je de gastheer of -vrouw zelfs een compliment door dit te doen. Wees niet te inhalig, je eten laten staan is niet zo netjes. En doe alsjeblieft geen zout, peper of sauzen over je eten voordat je dit geproefd hebt. Je zegt daarmee nul vertrouwen in de smaak van het voedsel te hebben. Klaar met eten? Leg het bestek naast elkaar in het midden van je bord, de vork met de tanden naar beneden, en het mes rechts, met de snijkant naar de vork toe. Duw je bord niet van je af en ga niet stapelen. Dat lijkt netjes, want behulpzaam, dat is het dus niet. Mocht je in een restaurant zijn, zeg dan alsjeblieft wel altijd dankjewel/dankuwel iedere keer als de ober komt afruimen. Dat vergeten mensen nog wel eens.

Oh ja, en brood breek je, dat snij je niet. Het boter smeer je overigens wel. Bewaar een beetje brood om in je soep te dopen of om door je saus te halen. Daar dient het namelijk ook voor – deze noot is wederom voor de inhalige types. Als er een kommetje met een citroen of een bloem op je bord of links naast je bord wordt geplaatst – en dan bof je waarschijnlijk wat betreft entourage – doop daar dan de vingers in en droog je vingers af met het servet dat op je schoot ligt. Laat je de bloem en citroen wel even liggen?

De kunst van het converseren

Mocht je denken dat het een idee is om de wereldproblematiek tijdens het dineren op te lossen: je vergist je. Praat liever niet over politiek, religie en zeker niet over seks. Praat niet te hard en ga niet tijdens het eten naar de vrieskou om een sigaret op te steken. Accepteer het wijnarrangement, maar als je van jezelf weet dat je al snel loslippig wordt 'blhmblhm zij ging vreemd met haar buuhuurman!', hou dit dan in de gaten. Roddelen aan tafel is namelijk uit den boze.

En die telefoon? Zet 'm op stil en haal 'm van tafel.

En die telefoon? Zet 'm op stil en haal 'm van tafel. Verwacht je een belangrijk telefoontje in het genre 'kind op komst', dan geef je dit van tevoren door aan je gezelschap en zoek je een subtiele beltoon uit. En lieve, lieve mensen, mocht u tijdens het gesprek tot de conclusie komen dat er wellicht iets van groene prut tussen uw tanden zit, excuseer jezelf dan en loop naar een rustige plek. Ga alsjeblieft niet ongegeneerd met een tandenstoker in het openbaar je tanden van allerlei ongemakken ontdoen.

Bedankt.

youtubeView full post on Youtube