Het is wat, de huis-tuin-en-keukenperikelen in de liefde. Maandelijks bericht een man erover in ELLE. Nu het einde van het jaar langzaamaan nadert, dachten we: wat een mooi moment om de zielenroerselen van 2015 in de herhaling te gooien. Hoe de bank een slagveld kan worden: Martijn Simons over zijn allerliefste en de knop op die tv.

Toen we net verkering hadden, keken mijn vriendin en ik – natuurlijk! – nauwelijks televisie. En als we dan eens ergens naar keken, interesseerde het me niet. Ik keek toch meer naar haar dan naar het scherm. In die periode heb ik een cruciale fout gemaakt: ik heb mijn televisiegrenzen niet duidelijk gemaakt. En daar heb ik waarschijnlijk de rest van mijn leven nog elke zondagavond last mee.

Toen, in het begin, had ik geen idee dat ik keek naar Say Yes to the Dress, Kate Plus 8 of Boer zoekt Vrouw, en als ik het wel doorhad kon het me niets schelen. Al had ik een hele avond naar het testbeeld moeten turen, mij best. Ik schreef in die tijd televisiecolumns, dus in principe kon alles doorgaan voor research.
Tot ik er op een dag achter kwam dat ik al maanden geen Studio Sport meer had gekeken op zondagavond om zeven uur. Bord op schoot, alles. En sindsdien is het, nou ja, crisis.


Mijn meisje. Ik hou belachelijk veel van haar, maar ze heeft geen idee van sport.

Meer in het algemeen is mijn grootste probleem: ik hou van sport. Helemaal niet van heel veel sporten. Gewoon, van voetbal, tennis, wielrennen, schaatsen en – guilty pleasure – darten. Ik weet wel dat darten niet de meest sexy sport is om naar te kijken, maar man, die spánning. Dat snapt toch iedereen?

Mijn meisje. Ik hou belachelijk veel van haar, maar ze heeft geen idee van sport. Zij is er eentje die meejuicht als Oranje scoort, maar gewoon door de penaltyserie in de halve finale heen zit te kletsen. Een mooiweersupporter bij uitstek. Vind ik niet erg, die heb je ook nodig.

Hoe dan ook, sinds ik dus weer voetbal wil kijken op zondagavond, is het elke week gedoe.
‘Echt, alweer voetbal?’
‘Het zijn de samenvattingen.’
‘Je hebt de hele middag wielrennen gekeken.’
‘Dat telt niet, dat is een andere sport.’
‘Maar afgelopen week was er ook al elke avond voetbal.’
‘Dat was Champions League, dat is iets heel anders.’
‘Het ziet er anders precies hetzelfde uit.’
Einde discussie.

Ik weet het, ik kan gewoon met mijn vuist op tafel slaan en Studio Sport aanzetten, maar op die manier heb ik er geen lol in. En ik ga ook niet via een andere televisie, computer of tablet Studio Sport kijken, dus dan zit ik er maar zo’n beetje bij, alsof het de normaalste zaak van de wereld is om naar Droomhuis op het Platteland te kijken, of naar VT Wonen, waar een hersendood echtpaar inspiratieloos door een woonwarenhuis sjokt, op zoek naar een lamp en een bank die voldoen aan de kenmerken ‘stoer’, ‘intiem’ en ‘robuust’.

En vanbinnen ga ik langzaam stuk, ik verkruimel.


Maar stiekem kijk ik net zo graag naar Ik vertrek en Bed & Breakfast

Tenminste, dat verkondig ik mijn vrienden met luide stem en overdreven handgebaren als we ergens in een kroeg in de stad de bar omhoog staan te houden. Maar stiekem kijk ik net zo graag naar Ik vertrek en Bed & Breakfast, lekker samen met mijn meisje op de bank. Een bak ijs erbij en een kopje thee, waarom niet, en dan commentaar leveren op alles wat voorbijkomt. Heerlijk.

Maar dat mogen mijn vrienden natuurlijk nooit te weten komen.

Martijn Simons (1985) is schrijver en columnist voor volkskrant.nl. Hij debuteerde eind 2009 met het korte verhaal De cavia in De Gids. In 2010 verscheen zijn debuutroman Zomerslaap. Momenteel legt hij de laatste hand aan boek nummer twee, Ik heet Julius, dat in september verschijnt bij De Bezige Bij.

///

'Eens per maand vraagt mijn geliefde mij of ze nog steeds het mooiste meisje is dat ik ooit heb gezien...'

Lees verder >