De twintigers van nu zullen de financiële crisis nog decennia blijven voelen in hun portemonnee. Vooral het bemachtigen van een vast contract en een koophuis is problematisch. 

Millennials staan te boek als ondernemende flierefluiters met een voorliefde voor boeiende ervaringen. Daar staat een beperkte behoefte aan vastigheid en eigendom tegenover, in groot contrast tot de generatie van hun ouders. Maar klopt die beleving wel? Willen twintigers graag zo leven? Of doen ze het omdat ze door omstandigheden gedwongen worden?

Als we de gevolgen van de crisis bij elkaar optellen, hebben millennials het op financieel gebied knap lastig. Nu al, maar ook in de toekomst. Ze hebben het in ieder geval een stuk moeilijker dan de huidige dertigers, veertigers en vijftigers.

De uitdagingen beginnen op de arbeidsmarkt. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) had in 2014 de helft van de jonge twintigers (die geen onderwijs meer volgen) een flexibel dienstverband. Onder oudere twintigers was dat 31 procent. Tien jaar eerder, in 2004, hadden twintigers veel vaker een vast dienstverband.

Van de jonge twintigers had toen maar 29 procent een flexibel dienstverband en bij oudere twintigers ging het om 18 procent. Het verschil zit ‘m vooral in uitzendkrachten en oproepkrachten: dat werden er het afgelopen decennium steeds meer (10 procent van de oudere twintigers werkte in 2014 als ‘huurling’, in 2004 was dat maar 5 procent).

Flexibele arbeidscontracten maken dat millennials moeite hebben bij het kopen van een eerste huis. Ze moeten naast een intentieverklaring van de werkgever ook eigen geld meenemen om een hypotheek te kunnen afsluiten. Die twee zaken zijn lang niet altijd binnen bereik. Daarom is de kans dat jongeren met een tijdelijk contract een koopwoning aanschaffen (46 procent) veel kleiner dan voor jongeren met een vast contract (80 procent) (Rabobank, 2015). Starters zullen zich dus later dan voorheen op de markt voor koophuizen melden.

Wie geen vast contract heeft, is tot die tijd sterk aangewezen op de relatief dure huursector. Met name in de grote steden zijn de huren ongekend hoog. Zo stegen de huren in Amsterdam tussen het eerste kwartaal van 2014 en het eerste kwartaal van 2015 gemiddeld met 8,4 procent. Sinds begin 2015 komt de gemiddelde huurprijs in de hoofdstad zelfs boven €20 per vierkante meter per maand uit. Millennials zonder koopwoning zijn het leeuwendeel van hun salaris aan woonruimte kwijt en hebben daardoor moeite met sparen. Dat kan beteken dat zij de aankoop van een eigen huis nog langer uitstellen.

Ook het sparen en beleggen voor de opbouw van een pensioen is lastiger. Uit onderzoek van Aegon blijkt dat jonge werknemers wel willen sparen voor hun pensioen, maar andere prioriteiten hebben. Maar een kwart van de 900 ondervraagde Nederlandse millennials geeft aan al te sparen, 35 procent heeft het voornemen dat te doen. Zo’n 66 procent verwacht na hun pensionering slechter af te zijn dan hun ouders, 32 procent verwacht een pensioentekort te hebben en bijna de helft gaat er vanuit dat zij het moment waarop ze met pensioen gaan niet zelf kunnen kiezen.

Een verloren generatie dus? Nou nee, millennials zijn enorm ondernemend. Maar die crisis, die blijven ze nog wel even voelen.

Bron: quotenet.nl