Huilen, ik heb er geen problemen mee. Laat me een oud hondje met een stijf loopje zien, en ik ga al. Ik schiet vlot vol als vriendinnen in tranen zijn en bij ontroerende filmscènes hou ik het niet droog, ook al vind ik ze nog zo goedkoop. Voor mijn werk moest ik ooit The Notebook bekijken, in mijn ogen overigens geen vat vol vals sentiment maar een kwaliteitstranentrekker. Ik kwam uitgewrongen uit de zaal, de Maybelline Great Lash zat op mijn kin en mijn oren. Of ik ’m mooi vond, vroeg de medewerkster van de filmmaatschappij. ‘Mhhuu-hi-ja-ha-haa,’ kon ik alleen maar hikken. Verder kwam ik voorlopig niet met mijn professionele mening, ik moest eerst een glaasje water. Ach ja. Waarom niet de sluizen openzetten als die brave Ryan Gosling zich helemaal uit de naad loopt te acteren? Tissues zijn niet duur en een nieuwe laag mascara is zo gefikst.

'Waarom niet de sluizen openzetten als Ryan Gosling zich uit de naad loopt te acteren?'

WEEP AND GET MORE
Ik wil wel even melden dat ik niet echt een broos popje ben, ik denk niet dat iemand me zal beschrijven als een tere ziel. Naar mijn idee ben ik niet gevoeliger dan mensen die minder snotteren. Zoals mijn lievelingskomiek Dylan Moran zegt: ‘Crying isn’t a proof of a greatercapacity to feel, it’s proof of a greater capacity to cry.’ Dat is het waarschijnlijk, mijn traanvocht weet de weg naar buiten gewoon nogal makkelijk te vinden. En laat het nu zo zijn dat de huilebalken onder ons helemaal de wind van de tijdgeest mee hebben. In Japan zijn dit jaar hotelkamers geopend die speciaal werden ingericht om er te huilen. Ze hebben troostrijk ultrazacht beddengoed, een selectie sentimentele films en een overvloed aan zakdoekjes en make-upremover. De kamers moeten helpen stress te verminderen, aldus een woordvoerder van het hotel. Maar huilen kan meer doen dan opluchten. In juni werd in het Journal of Applied Psychology een onderzoek gepubliceerd over de voordelen van het uiten van verdriet tijdens onderhandelingen, getiteld Weep and Get More. Wie laat zien dat hij of zij ergens verdrietig over is – bijvoorbeeld door te huilen – kan daar onder bepaalde omstandigheden profijt van hebben. Mensen die klagen over gejank zijn daarentegen de pineut, bleek uit de affaire Tim Hunt. De biochemicus en Nobelprijswinnaar zei in juni tijdens een conferentie dat vrouwen in een laboratorium problemen veroorzaken, onder meer omdat ze huilen als ze kritiek krijgen. Geen slimme zet. Er stak een storm van protest op en Hunt moest zijn diverse aanstellingen opgeven. Het is volgens zijn critici al moeilijk genoeg om vrouwen te winnen voor exacte wetenschappen, seksistische opmerkingen helpen daar bepaald niet bij.

BOYS DON'T CRY
Hunt had zijn flauwe opmerking uiteraard niet moeten maken, maar het is waar dat vrouwen meer huilen dan mannen. Uit onderzoek van de Tilburg University kwam naar voren dat vrouwen 30 tot 64 keer per jaar de tranen laten lopen, mannen 6 tot 17 keer. Onvermogen om met kritiek om te gaan is echter niet de oorzaak van het feit dat vrouwen vaker grienen. Mannen hebben meer testosteron, dat snotteren waarschijnlijk in de weg staat, en vrouwen meer prolactine, dat het wellicht juist bevordert. Mannen hebben daarnaast grotere traanbuizen, waardoor het langer duurt voor de nattigheid naar buiten komt zetten. Mijn traanvocht breekt dus écht makkelijker los. De culturele factor speelt natuurlijk ook een rol. Onderzoek naar huilgedrag in 37 landen toonde aan dat mannen overal minder huilen dan vrouwen, maar in sommige landen is het verschil een stuk minder groot dan in andere. Vrouwen wordt nu eenmaal – in meerdere of mindere mate – aangeleerd dat ze emotioneel mogen zijn, terwijl van mannen wordt verwacht dat ze de boel onder controle hebben. Zelfs de gevoelige, hemelhoog getoupeerde altojongens van The Cure ontkwamen niet aan die verwachtingen, zie de hit Boys don’t cry. Het wordt er wat beter op, huilende mannen krijgen steeds minder scheve blikken. Maar toch, er blijft een fiks verschil. Die Japanse hotelkamers om te huilen bijvoorbeeld: alleen voor vrouwen bedoeld.

Niet alleen de maatschappij heeft invloed op huilgedrag, je opvoeding heeft dat ook. Ad Vingerhoets doet al meer dan twintig jaar onderzoek naar huilen en schreef Why Only Humans Weep: Unravelling the Mysteries of Tears. Hij wijst erop dat de manier waarop ouders met huilen omgaan erg bepalend kan zijn. Sanne (34) is bijvoorbeeld zelden in tranen en vermoedt dat de oorzaak in haar jeugd ligt. ‘Ik huil maar een of twee keer per jaar. Ik denk dat het met mijn ouders te maken heeft. Als vroeger iemand huilde, werd dat heel snel weggemoffeld. Zand erover, klaar. Mijn moeder liep zelfs de kamer uit als ze moest huilen.’ Het is niet dat Sanne weinig verdriet voelt, ze gaat er alleen anders mee om. ‘Ik vlucht. Ik probeer afleiding te zoeken, door te gaan rennen of dansen. Ik heb na een break-up ook weleens het hele huis rood geverfd.’


'In Japan heb je hotelkamers die speciaal zijn ingericht om er te huilen – tegen stress'

Uit het boek van Vingerhoets blijkt dat huilgedrag complex is, er speelt naast opvoeding en maatschappelijke normen enorm veel mee. Wat heb je zoal meegemaakt en maak je nog mee? Wat voor persoonlijkheid heb je? Ben je erg empathisch? Ben je lichamelijk in orde, voel je je geestelijk oké? Heb je een relatie, en is die goed of slecht? Kom je slaap tekort? Allemaal zaken die invloed hebben, en dus verschillen mensen flink als het op tranen aankomt. Vingerhoets en collega’s onderzochten een groep van 97 Nederlandse psychologiestudentes gedurende twee maanden; een vrouw rapporteerde dat ze in die periode één keer had gehuild, bij een ander stond de teller op 53.

BEHOORLIJK ONGEMAKKELIJK
Maakt het eigenlijk wat uit, hoeveel je huilt? De algemene geaccepteerde gedachte is dat huilen goed voor je is. Het heeft nogal wat voordelen boven naar de fles grijpen of met meubilair smijten, en het lucht zo lekker op. Maar dat verlichtende effect van huilen wordt volgens research schromelijk overdreven. Van de studentes uit het onderzoek van Vingerhoets gaf maar dertig procent aan dat ze zich beter voelden na een huilbui. Zestig procent rapporteerde geen verschil en negen procent voelde zich na de tranen slechter.

De ene huilbui is uiteraard de andere niet. Als er werd gehuild in het bijzijn van een dierbaar, begrijpend iemand of het huilen nieuwe inzichten bracht, voelde men zich vaak beter. Datzelfde gold uiteraard voor tranen die werden geplengd na een positieve gebeurtenis. Maar als de vrouwen huilden omdat ze anderen zagen lijden, of als ze bij mensen waren die geen steun boden of ze zich schaamden voor hun tranen – dan bood het huilen geen soelaas. Ik herken het wel. Eenzame, loodzware huilbuien omdat een dierbaar iemand ernstig ziek is, voelen totaal anders dan bij mijn vriend jengelen omdat iemand gemeen tegen me deed.

Tearjerkers vallen overigens in de categorie van de opwekkende inzichten, blijkt uit onderzoek van de Ohio State University. Mensen die na een huilfilm denken: ik heb in ieder geval niet zo veel rottigheid in mijn leven, voelen zich niet per se goed. Maar degenen die beseffen, na het zien van tragedies over mensen die erg veel van elkaar houden, dat ze enorm veel om hun dierbaren geven – die profiteren optimaal van de positieve effecten van de snotterprent. Nogmaals dank, The Notebook, Forrest Gump en Steel Magnolias.


'Huilen heeft nogal wat voordelen boven naar de fles grijpen of met meubilair smijten'

HUILEN IS NIET ERG
Tot zover wat huilen met onszelf doet. Het kan weinig kwaad, maar verricht ook geen wonderen. Maar wat doet huilen met degenen die ermee geconfronteerd worden? Velen vinden het ongemakkelijk. Sanne staat vaak even met haar mond vol tanden. ‘Ik heb nooit geleerd hoe ik met huilende mensen om moet gaan, ik weet niet zo goed wat ik moet doen, hoewel ik tegelijkertijd wel met ze meevoel.’ Tim Hunt voerde ter verdediging van zijn uitspraak aan dat een vrouwelijke collega die in tranen uitbarst hem ervan weerhoudt om achter de absolute waarheid aan te gaan. En de waarheid is alles voor de wetenschap. Maar dat lijkt me dan toch meer een probleem van Hunt. Iemand met een beetje inzicht voelt vast of hij te maken heeft met een manipulatief loeder dat haar traanvocht gebruikt om ontzien te worden, of dat het tijd is voor een glas water en er daarna weer druk naar de waarheid gezocht kan worden.

Natuurlijk, huilen is een ding, iemand is van streek. Het is niet altijd duidelijk wat er precies aan de hand is, wat volgens Vingerhoets maakt dat de situatie vaak wordt ingekleurd met vooroordelen. Of iemand huilen betamelijk vindt, heeft alles te maken met de eigen ervaringen, de context en het beeld van de huiler. Zelf ben ik na een reeks begrafenissen behoorlijk allergisch voor gejank om materiële zaken. Daarnaast leven in de maatschappij hardnekkige denkbeelden. Als een vrouw tijdens een vergadering in tranen is, wordt dat meer afgekeurd dan wanneer een man met zijn vuist op tafel slaat. Toen voetballers van Oranje bij het verliezen van de halve finale van het WK in Brazilië de tranen lieten lopen, vonden volgens een onderzoek veel Nederlanders dat gepast. Het was een teken van betrokkenheid, deze jongens deden het niet voor het geld. En dan zou een vrouw in een laboratorium niet mogen huilen? Vreemd. Er is niettemin steeds meer plaats voor emoties, en dat is goed. Huilen is niet erg. Huilers zijn niet per se incapabele werknemers of neurotische tutjes. En mensen met droge ogen zijn niet noodzakelijk koude kikkers. Tranen zijn menselijk, en mooi. Maar het is ook maar water.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE

Huilen is zelfs goed voor je. >