Ik was laatst voor een artikel bij een Bystander Intervention Training hier in New York. Een workshop die je leert hoe je moet reageren wanneer je, bijvoorbeeld, ziet hoe een vrouw met een hoofddoek in de bus wordt lastiggevallen. Het was dinsdagavond en er waren zestig veelal jonge mensen naar de Lower East Side gekomen om de les te volgen. 'Ik vraag me af of deze bijeenkomsten er in het Obama-tijdperk ook al zo populair waren,' zei een van mijn cursusgenoten. We vermoedden alle twee van niet.

Met een stijgend aantal hate crimes in Amerika sinds de verkiezingen, waaronder het verbaal en fysiek aanvallen van mensen met een niet-blank uiterlijk (vaak onder begeleiding van een 'get out of my country'-strijdkreet), het vernielen van Joodse begraafplaatsen en het bekladden van moskeeën en treinstellen, is het niet gek dat steeds meer New Yorkers willen weten hoe ze kunnen opkomen voor hun belaagde medemens.

Onze workshopleider was Kalaya'an Mendoza, een 'Queer Person of Color' (aldus zijn Twitterbio) en professioneel actievoerder. Een van de dingen die hij ons die avond leerde, was dat een blanke vrouw de beste bliksemafleider is. 'Bij demonstraties zorgen we altijd dat we een blanke vrouw hebben die de situatie met de politie kan de-escaleren. Dat werkt echt het beste', vertelde hij. 'Is dat niet racistisch?' vroeg iemand me later.

Ik wist altijd al dat ik, blank, hetero, geboren in Nederland, mazzel had. Niet zo veel als een blanke MAN, geboren in Nederland, maar toch, mazzel. Ja, ik ben weleens in mijn kruis gegrepen door een man die dacht dat dit prima kon gewoon omdat ik een vrouw ben en hij een man is. En ja, ik weet dat wij vrouwen nog steeds niet verdienen wat we moeten verdienen, dat er heel veel scheef is in de man-vrouwverhoudingen en dat er terecht vandaag wereldwijd gestaakt wordt om te laten zien hoe belangrijk onze bijdrage eigenlijk is. Maar het feit dat ik blank ben, geeft mij verdomd veel privileges. En ik begin eigenlijk pas de laatste maanden goed te beseffen hoeveel eigenlijk.

Het zal niet snel gebeuren dat iemand in de metro tegen mij begint te schreeuwen dat ik terug moet naar mijn eigen land, ook al ben ik geen Amerikaanse en woon ik hier pas een kleine drie jaar (ook ik ben een immigrant).

Ik ben in een winkel nog nooit gevolgd door een bewaker (enkel vriendelijk toegelachen).

Er is nog nooit over mij en mijn landgenoten gezegd dat we allemaal criminelen en verkrachters zijn en buiten gehouden moeten worden met een muur (Amerikanen zijn zelfs dol op Nederlanders).

Niemand heeft ooit geroepen dat er 'minder minder minder' van mij moeten zijn.

En in de stemwijzer voor de Nederlandse verkiezingen komt geen stelling voor waarin staat dat de grenzen gesloten moeten worden voor mijn soort mensen.

'Wat lijkt het me verschrikkelijk als alleen al jouw aanwezigheid gepolitiseerd is. Dat je op straat, op het werk, op school en bij het doen van de boodschappen steeds beseft: een aanzienlijk deel van de Nederlanders vindt mij "te veel",' schreef journaliste Loes Reijmer zondag in de Volkskrant. Ik ben het volledig met haar eens. Vreselijk lijkt het me. Al vraag ik me af of ik het me ook echt kan voorstellen, ik heb er immers nooit over na hoeven denken.

Toen we tijdens de Bystander Intervention Training moesten vertellen welke situaties onze stresslevels doen pieken, antwoordde een meisje van Aziatische afkomst naast me: 'Wanneer ik een ruimte binnenloop met alleen maar blanke mensen.' En toen ik met mijn (verslagen) kantoorgenoten in Brooklyn in november de verkiezingsuitslag besprak, zei een van hen, een Afrikaans-Amerikaanse vrouw: 'Ik dacht altijd al dat een groot gedeelte van dit land mijn leven minder waard vond. En nu weet ik het zeker.'

Ik, blank en vrouw, ben niet alleen een goede bliksemafleider maar ik heb ook meer mazzel dan ik waarschijnlijk ooit zal beseffen.