Ben je geen Harold Hamersma of Ilja Gort en sta je regelmatig met een vragende blik naar het wijnschap te kijken, dan schieten we je graag te hulp. Wijn kopen is namelijk niet zo moeilijk als het lijkt.

Wijn kopen begint met weten wat je lekker vindt. Dat vraagt om een zekere administratie. Iets lekkers gedronken? Noteer in je telefoon of – toe maar – notitieboekje: a) de druif, b) land en regio, c) de importeur, d) wat je proeft en e) wat je daar lekker aan vindt.

A) Elke druif heeft zo zijn eigen aroma's, maar vaar niet blind op de druif. Vergeet niet dat de smaak van de wijn ook sterk afhankelijk is van de terroir (de omgeving van de druivenstok) en de vinificatie (de wijnbereiding).

B) Hoe specifieker, hoe beter. Dus liever een district (Setúbal) dan een land (Portugal), liever een stad (Palmela) dan een district.

C) Staan er op een gegeven moment opvallend veel flessen van dezelfde importeur in je lijstje? Hoera! Dan zit 't er dik in dat jullie grofweg dezelfde smaak hebben. Let er dus op als je de volgende keer wijn koopt en durf voor een onbekende druif te kiezen.

D) Hoeft niet in vakjargon. 'Sigarettenrook' of ' geitenboerderij' voldoet ook.

E) Is dat het hout of het fruit? Is het de frisheid of zijn het de specerijen? Is het zijn doordrinkgehalte of diepte?

In geval van nood

Oké, je staat voor het supermarktschap en hebt geen idee welke druif, regio of importeur je voorkeur heeft. Twee vuistregels:

  • Pak je telefoon erbij en zoek de regio op. Hoe meer zon de druiven hebben gehad, hoe voller de wijn. In het algemeen produceren noordelijkere regionen frissere en lichtere wijnen.
  • Kijk naar het alcoholpercentage. Hoogalcoholische wijnen (tot 15% vol) zijn vaak krachtig en fruitig, laagalcoholische (rond 11% vol) wijnen zijn fris.

Met deze tips krijg je géén paarse mond na het drinken van rode wijn >

Van: Esquire NL