Oké, allemaal telefoons inleveren,' kondigt L. het reglement van haar cocktailfeestje aan. Stond 'telefoonloze martelgang' in de groepsmail? denk ik in paniek, en ik klem mijn vingers steviger om het vettige schermpje dat ik net nog liefdevol heb betast. Word ik hier door mijn bloedeigen vrienden betutteld? Jazeker, en ik verdíén het: als onze toetsenvriendjes blijven, zal er vanavond zo'n zeshonderd keer iemand 'heel eventjes' een bericht beantwoorden. Ja, vaak ben ik diegene. Ik ben een phubber: ik kan met iemand praten terwijl ik op mijn smartphone tik. Vanavond even niet, toch? Tuurlijk. Geen punt. Slik.

Ik leg mijn rechterhand gedwee in het mandje. Dag vriend, zwaai ik, terwijl mijn allesie wordt afgevoerd naar de gang waar onze telefoons de komende uren doelloos zullen piepen, trillen en oplichten in het donker. In juni werd-ie tien, de iPhone. En in die tien jaar heb ik onvoorwaardelijk van 'm gehouden, hem geaaid, hem geprezen: wat een machtig mooie machine. Stond ik bijvoorbeeld eens alleen op een feestje, dan speelden mijn telefoon en ik het spel waarbij we doen alsof ik dringend op een leukere plaats gewenst ben. Verveling hebben we samen uitgeroeid. Tuurlijk, het liep weleens uit de hand, wanneer ik urenlang door Marktplaatsresultaten lag te scrollen, tot mijn linkerhand gevoelloos werd. Maar echt érg vind ik het eigenlijk nu pas, nu mijn vrienden me asociaal vinden.

Soms speelden mijn telefoon en ik het spel waarbij we doen alsof ik dringend op een leukere plaats gewenst ben

Ik ben niet de enige smartphone- addict. Volgens RTL Nieuws vindt een kwart van de Nederlanders dat hij of zij te veel met zijn telefoon bezig is, en een vijfde noemt zich verslaafd. Dus wordt de goeie oude Nokia 3310 na zeventien jaar opnieuw uitgebracht, zie ik Facebookbuddy's offline-retraites aankondigen en is er voor de ernstige gevallen een digital-detoxkamp op het Caraïbische Young Island. Mijn collega's willen weer deep work (heel geconcentreerd werken, zonder afgeleid te worden, beschreven in het gelijknamige boek van Cal Newport) en ik ben gegrepen door Sherry Turkles Reclaiming Conversation. Turkle schrijft dat ik niet eens meer in stáát ben diepgaande gesprekken te voeren: alleen al de aanwezigheid van een smartphone maakt de aard van gesprekken oppervlakkiger. En Turkle laat zien dat smartphonecontact ons empathisch vermogen doet krimpen. Dat wil ik niet, toch? Nee. Alleen: stoppen met scrollen lukt maar matigjes.

Terug naar de basis

'Er is sprake van een beweging terug naar de basis,' ziet Anna van Oenen (36), psycholoog en initiatiefnemer van 1 Dag Offline. 'We staan op een keerpunt, waarop steeds meer mensen nadenken over de rol die de smartphone mag spelen in hun leven.' Dus kun je bij 1 Dag Offline met collega's of vrienden een offline pauzemoment inlassen. Smartphoneverslaving is nog geen officiële aandoening, erkent Van Oenen: 'Wat ik belangrijk vind is: in hoeverre beïnvloedt je smartphone- gebruik je leven en relaties? In hoeverre heb je er controle op? Uit onderzoek (van RTL Nieuws, red.) blijkt dat zeventig procent van de mensen, ik ben er één van, zich stoort aan het telefoongebruik van partners en vrienden.'

En dus is het zover dat we anderen betalen om onze telefoons af te pakken. Van Oenen lacht: 'Ik leer mensen niet hun telefoon uit te zetten. Het gaat mij niet om een detox; ik laat mensen ervaren hoe het is om een offline pauzemoment te hebben. Daar horen inspiratie, uitdagingen en reflectie bij. De bedoeling is dat je je persoonlijk leiderschap verstevigt, want dat heb je nodig in deze tijd. Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik?' Zo'n pauze offline, vrijwillig of niet, kan behoorlijk confronterend zijn. Neem blogger en zelfverklaard smartphoneverslaafde Iris ter Haar (27), die pas merkte hoe verslingerd ze was aan haar apparaat toen haar telefoon op een kwade dag in de wc viel. Via haar blog 'over een groener en gelukkiger leven' ikbenirisniet.nl staat ze voortdurend in contact met duizenden volgers. Leuk en aardig, maar het kostte ook bergen energie, verbrak telkens haar concentratie én haar vriend werd er horendol van. 'Als we een film keken zat ik de helft van de tijd op mijn telefoon te kijken. Niet zo gezellig natuurlijk.'

Waardoor moet je naar kattenfilmpjes kijken? Iets grijpt je aandacht, dat is toch mooi?

Tijdens de 72 uur dat de telefoon in een bakje rijst lag om te drogen, voelde Iris haar hoofd leeglopen. Ze wilde afkicken. En toen? Iris: 'Stoppen met roken is bijna makkelijker. Met roken kun je zeggen: ik stop, cold turkey, maar mijn telefoon moet ik wel een béétje gebruiken. Zodra-ie het weer deed merkte ik hoe makkelijk ik weer in een oud patroon verviel.' Op de beste dagen van haar phone rehab kwam Iris op viereneenhalf uur per dag smartphonegebruik. Inmiddels ligt de smartphone weer onder haar kussen en is ze terug op haar oude gebruiksgemiddelde. Hoeveel dat is? 'Ik wil het niet weten.' En dus 'werkt' Iris net als ik en veel anderen: ben je in je agenda bezig, krijg je een filmpje van een kat die door een brandende hoepel springt, een half uur later kijk je op en blijk je op een feestje te staan. Maar ja: werk, sociaal, nuttig, onnuttig, alles loopt op je smartphone door elkaar. Onze professionele en sociale wereld zijn goeddeels gemigreerd naar de smartphone, en je kunt daartegen geen 'nee' zeggen zonder een paria te worden. Toch?

Mis het maar

Voor boekhandelaar Melle Derksen (27), die ik spreek via de krakende verbinding van haar Nokia 100 (twintig euro bij de Kijkshop), is het leven juist precies sociaal genoeg zonder smartphone en Facebookaccount: 'Mijn vrienden houden me wel op de hoogte. Als er een feestje is of een verjaardag sturen ze een mail of sms'je.' Ooit had Melle een Facebookaccount, maar het maakte niet het mooiste in haar wakker. 'Ik werd er gek van dat de levens van anderen me zo bezighielden. En ik vond het vervelend om te merken dat ik vatbaar was voor dat narcistische; dat ik op een feestje in de foto's getagd wilde worden. Heel gênant.' 'Er is maar beperkt ruimte in mijn hoofd,' zegt Melle. 'Ik zie vrienden ook gek worden van Whatsappgroepen waarin twintig mensen zeggen wat ze willen eten. Je mist op deze manier wel wat natuurlijk, maar als dat dit soort gesprekken zijn, denk ik: so be it, dan mis ik dat maar.' Alleen als een goede vriendin bij navraag zegt het toch wel erg jammer te vinden dat ze Melle niet kan spreken via Facebook of Whatsapp, denkt ze: 'Misschien kan ik toch eens uitproberen hoe het is.'

Doe het niet Melle, denk ik. Leef zonder FOMO, laat al die hartjes en likes liggen. Ik verlang ook naar 'ruimte in mijn hoofd' en afspraken zonder voortdurende storing. Ik verlang zelfs naar verveling. Maar wat de Sherry Turkles van de wereld ook zeggen, toch vind ik niet dat mijn sociale en creatieve leven alleen maar te lijden hebben onder mijn overvloedige telefoongebruik.

Kattenfilmpjes kijken

Filosoof en onderzoeker Miriam Rasch (39) vindt dat betogen als die van Turkle geen recht doen aan de werkelijkheid: 'De smartphone opent ook nieuwe vormen van relaties en intimiteit,' zegt Miriam. Ze bracht onlangs Zwemmen in de oceaan uit, een bundel met essays over onze omgang met technologie. 'Ik vind zeker niet dat relaties killer of emotielozer worden door de smartphone. Dat soort verhalen past binnen een conservatief ideaalbeeld van het kerngezin. En zijn we die gesprekken echt verloren? Ik herken me er niet in. We hebben nu ándere gesprekken.' Daarnaast zegt Rasch dat de tijdverspilling op mijn smartphone misschien wel geen verspilling ís. Ah, een filosoof naar mijn hart. 'Het is juist interessant om te zien waardóór je eigenlijk afgeleid wordt,' zegt Miriam, die zelf een zwak heeft voor Twitter en kattenfilmpjes. 'Waardoor moet ik naar die kattenfilmpjes kijken? Iets grijpt je aandacht en dat is eigenlijk iets heel moois. Misschien leidt het ergens toe.' 'Als je kritiek hebt op smartphonegebruik kun je beter nadenken over waarom dat apparaat zo is ingericht als het is ingericht,' zegt Rasch. 'Op zo'n manier dat jij zo veel mogelijk tijd besteedt op je telefoon.'

Als je je de hele tijd door je smartphone laat afleiden ben je een willoos schip op de golven

O ja. Zelfs de app Moment, die ik gebruik om mijn smartphonegebruik te beperken, wil me notificaties sturen. Uitdagingen, spelletjes, beloningen, allemaal om me op 't scherm te houden. Mijn verslaving is een voorspelbare respons op een ontwerp dat me te goed kent. Aargh! M'n smartphone gaat mij, kortom, nooit vertellen dat het tijd is me eens in het kringgesprek op mijn tantes verjaardag te mengen. Daar moet je volgens Rasch zelf naartoe werken: 'Je kunt je telefoon tweaken zodat hij minder om je aandacht schreeuwt. Ik heb bijvoorbeeld Facebook eraf gehaald. Als je je de hele tijd láát afleiden ben je een willoos schip op de golven. Je moet de discipline oefenen. Neem bijvoorbeeld elke dag een uur om op je afleiding in te gaan. Niet vijf uur.'

Zoals zo veel moeilijke dingen in het leven blijkt dus ook de smartphone een balansact. Niet te veel vreten, niet te veel Netflix, niet te veel troep kopen, niet te veel alcohol, niet te lang uitslapen, niet te veel porno, niet te veel op je telefoon. Weer een monster om in toom te houden. Eerlijk is eerlijk: op het cocktailfeestje uit het begin van dit verhaal ben ik natuurlijk de gang op geslopen om te kijken hoe het met 'm ging. Er was niet zo veel aan de hand. Niemand had me nodig. De reden dat ik zo veel naar mijn telefoon verlang is, paradoxaal genoeg, grofweg dezelfde reden dat mijn vrienden mijn telefoongebruik zo irritant vinden: we willen allemaal gezien worden. Bevestigd. Maar ik wil het niet ten koste van de mensen om me heen. Dus ik sta tegenwoordig weleens zomaar alleen op een feestje, zonder telefoon. Beschikbaar. Kwetsbaar. Maar ik ben er, en ik wil er zijn.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in ELLE oktober 2017.

Zo kun je op je telefoon kijken zonder je slaap te verpesten >