Oh oh Den Haag, mooie stad achter de duinen! De Schilderswijk, de Lange Poten en het Plein... Maar minstens zo indrukwekkend als deze Haagse locaties is het dialect van de echte Hagenees. Onze collega's bij Harpersbazaar.nl zetten de mooiste Haagse woorden en uitdrukkingen voor je op een rij.

Asbak

Zo noem je in Den Haag een prullenbak.

Beschuitstuitah met sallûf

Broodje bal met mayo.

Blafhikken

Hoesten.

Broodjûh è mè ù

Broodje ei, met ui.

Broodjûh schaamlip

Broodje rosbief.

Dûnah

Die zandheuvels bij Scheveningen.

Goeie gozah

Aardige vent.

Groen pikkie

Augurk.

Hagenaar

Een Nep-Hagenees, volgens de echte Hagenees.

Hij hep un tuin op z'n buik

Hij is dood.

Jagen, jagen!

Wat je scandeert als Ado speelt.

Je moedah!

Ja, dáág!

Kâhwe kak

Dat soort mensen woont in Wassenaar.

Kâhwe klâuwe

Koude handen.

Kakkuh zondah dâhwe

Als iets makkelijk is.

Kankah

Je favoriete adjectief.

Kicke!

Gaaf!

Kniftâg

Gek, raar, vreemd; 'Die lijp wor d'r helemaal kniftâg van joh, gek!'

Krijg het zuah!

Als je helemaal klaar bent met iemand.

Lijp

Gek.

Moordgozah

Fijne vent.

Mot je n aai voáh je braedmoluh

Moet je een klap voor je bek?

Optieftuh!

Ga weg.

Patatje flip

Een Haags patatje oorlog, wat je uiteraard haalt bij Snackcar De Vrijheid.

Pierewaaien

Naar Scheveningen gaan.

Rustâg

Hoe het met je gaat.

Spatjes

Kapsones.

Ût je buis huilûh

Plassen.

Ut záh mén un baut hacheluh

Het kan me niks schelen.

Wa ken mêh dat nâh a me hol klonterûh?

Wat kan mij dat nou schelen.

Waus

Gek

Zondah dollûh?!

Dat meen je niet?!

Bron: Harper's Bazaar